In 1991 gingen Hanneke en Jan voor het eerst samen naar het buitenland op vakantie. Omdat ze allebei al een aantal keren in Noorwegen waren geweest en daar zeer enthousiast over waren, was de keuze snel gemaakt: we reizen af naar Scandinavië. Ze hebben daar heel veel gezien, rondgereisd en een week gekanood. Ook bij die laatste activiteit werd er (wild) gekampeerd. Hieronder het verslag van die reis.
En voor de mensen die alleen over de highlights willen lezen:
Dag 1 |
(vrijdag 19 juli 1991) |
De eerste dag van de vakantie. Hoewel? Eerst nog acht uur ''tuinmannen'',
maar om half zeven is het dan zo ver: Hanneke, haar ouders en broertje pikken me
op en brengen ons naar het station. Hup met de trein naar Lombardijen en vandaar
met tram en metro naar Zuidplein. Eén telefoontje later zitten we bij Henk. We
doen een bak koffie en horen de plannen: slapen tot een uur of half twee en om
drie uur vertrekken. Henk, John en William staan rond middernacht op om de auto
vast te beladen.
Goed: van ons eerste plan komt dus niets terecht: en paar borrels later zitten
we nog steeds op de bank en besluiten we maar niet te gaan slapen. En als
William en Henk op het punt staan om een paar broodjes te gaan halen wordt John
wakker en die ziet zo'n ontbijt ook wel zitten.
Dag 2 |
(zaterdag 20 juli 1991) |
Na het eten laden we de auto in en rond half twee rijden we. Het eerste stuk
gaat voorspoedig en ik slaap toch een beetje in de toch wel erg volgeladen auto.
Tot het moment waarop we verkeerd rijden (afslag gemist). En na een stukje
achteruit rijden op de snelweg zitten we weer op de goede route. Alles gaat
redelijk voorspoedig en na de nodige koffie en BAV (gedronken uit eerlijk
meegenomen koffiekopjes) zijn we om half negen in Kiel.
We gaan de stad bekijken en eten tussendoor een kindermenu in een visrestaurant.
Om drie uur gaan we naar ''ons'' schip, de Scandinavië en zoeken daar de
tweepersoons hut op. Na douchen en anderhalf uur slapen varen we tenslotte om
iets over zevenen uit.
Natuurlijk de taxfree-shop bekeken en een bak koffie gedronken. Daarbij William
flink zitten opnaaien zodat hij een half uur lang heeft gezocht naar Prosec (die
er natuurlijk niet was). De rest van de avond brachten we door met (veel)
drinken en cd's luisteren. Pas ver na middernacht duiken we de hut/slaapzak in.
Dag 3 |
(zondag 21 juli 1991) |
Om een uur of zeven gewekt te worden door die vreselijke wekker. Eerst de
troep ingepakt en vervolgens naar dek gegaan om een kop koffie te drinken en wat
te eten. Inmiddels was het tijd geworden om naar de auto te gaan. In een mum van
tijd waren we door de douane heen (met een stempel in het paspoort erbij) en
daar stonden Gerrie en Bert op ons te wachten. Twee ontzettend gastvrije mensen
die ons al tijdens het koffie drinken uitnodigden om een nachtje te blijven
slapen. Dat doen we dus maar. Ondertussen bellen we naar het kanoverhuurbedrijf,
waar Bert ons de volgende dag heen zal brengen.
's Middags zijn we de omgeving een beetje wezen verkennen en het was zulk lekker
weer dat we een ijsje hebben gekocht en dat bij de stadsfontein van Goteburg
hebben opgegeten.
Het avondeten smaakte fantastisch en we hebben nog maar eens extra goed genoten
van deze vitaminestoot.
's Avonds zijn we naar een kermisachtig pretpark geweest. Oergezellig, maar wel
erg duur. Eén van de hoogtepunten was een goochelaar die zijn assistente min of
meer liet zweven.
Tenslotte nog een BAV gedronken en daarna de slaapzak in; voor de laatste keer
op een echt bed voorlopig.
Dag 4 |
(maandag 22 juli 1991) |
Vanmorgen om een uur of tien werden we gewekt door de zon, zodat de korte
broek aan kon. Eén nadeel: na het ontbijt hadden we bij het inpakken van de
rugzakken er weer wat extra kleding in te stoppen. Na het ontbijt stapten we in
de auto en brachten Ingla (het buurmeisje), Bert, Gerrie, John en William
ons een eind op weg. Nadat we afscheid van ze hadden genomen staken we
onze duim omhoog. Al zeer snel hadden we een lift te pakken en in een paar
liften van zo'n 20, 30 kilometer kwamen we aan in Arjäng. Onderweg genoten we
van de meegekregen hardgekookte eieren.
In Arjäng aangekomen luisterden we even naar de wereldomroep en belden even naar
Gerrie om te zeggen dat we veilig waren aangekomen. Bij de tourist-information kregen we een kaartje met daarop de exacte locatie van het kanoverhuurbedrijf.
Gelukkig was een oude man zo vriendelijk om ons die 10 kilometer te brengen.
Daar aangekomen kregen we van de eigenaar te horen dat we de volgende morgen een
kano konden huren en nu onze tent een stukje verderop mochten opzetten. Zo
gezegd zo gedaan.
Snel eten gekookt (boerenkool met worst) en dat lekker opgesmuld. Na het eten
hebben we een kampvuurtje gestookt en al snel kwam er een vrouw bijzitten. Het
was een Deense Scout die samen met haar man en drie kinderen in een camper aan
het toeren was. We hebben de hele avond gezellig gekletst, adressen uitgewisseld
in verband met badges voor haar en onze Bevers (ze was ook Beverleidster).
Tenslotte lekker de slaapzak ingedoken.
terug naar boven
Dag 5 |
(dinsdag 23 juli 1991) |
We werden om een uur of tien gewekt door een sirene,
dus besloten we er maar uit te gaan. Op ons gemak ontbeten en de spullen
ingepakt. Bij het kanoverhuurcentrum kregen we tekst en uitleg en kochten we
kaarten.
We laadden onze kano op een karretje en reden naar het water. Alles er in:
peddels, reddingsvesten, spa (om dat er niet echt veel toiletten staan in het
bos), de rugzakken en wijzelf. Alles bij elkaar bleek het hard mee te vallen en
waren we al snel op weg; of beter gezegd: vaart. Na een uurtje peddelen werd het
tijd voor een pauze en aten we ons laatste brood op met een kop bouillon. Het
water was te koud om te zwemmen, dus daar zagen we maar van af.
Hanneke in actie. |
Na nog een stuk varen moesten we de kano uit het water tillen, op het
karretje zetten en drie kilometer lopen. Ons was ten zeerste afgeraden om de
rugzakken in de kano te laten, dus deden we die om tijdens het lopen. Dat was
niet zo'n succes, dus bleef Hanneke bij de rugzakken, bracht ik de kano weg,
liep weer terug en gingen daarna samen met de rugzak op naar de kano.
We stapten weer in en na een uurtje varen zochten we een leuk kampeerplekje op.
Na even zoeken vonden we dat en terwijl Hanneke kookte deed ik de was in het
meer. Het eten was een macaronigerecht uit Op Pad en smaakte
voortreffelijk.
Na het eten, zittend op een stronk op een uitstekende rots in een prachtig meer
dit dagboek zitten schrijven, terwijl Hanneke hout voor ons kampvuur sprokkelde.
Dat stookten we op de rots waar ik had zitten schrijven. Omdat het erg lang
licht blijft gingen we al voor het donker naar bed.
Dag 6 |
(woensdag 24 juli 1991) |
Lekker uitgeslapen en wakker worden met een bewolkte lucht, die al snel
opklaarde. Na het ontbijt de kano in en een heel groot meer oversteken. Aan de
overkant stapten we bij een soort wegrestaurant uit en zagen op de kaart dat we
de komende dagen niet meer in een dorpje of zo zouden komen. Probleem: we hadden
geen brood meer (ons ontbijt bestond al uit survivalcrackers). We besloten dat
ik naar Arjäng zou liften. Zo gezegd, zo gedaan. Binnen twee minuten een lift,
benzine en brood gekocht en toen weer terug. Binnen vijf minuten een lift (wie
zei ook alweer dat je in Zweden niet kunt liften?). Vervolgens bracht Hanneke de
kano alvast een stukje op weg, terwijl ik op de rugzakken paste, een stukje ging
zwemmen, een ijsje at en een colaatje dronk. Toen Hanneke terug was besloten we
toch maar samen te gaan lopen, ondertussen de kano duwend. Het was een aardige
trippel in de brandende zon.
Het was echter de moeite: we kwamen uit bij eens schitterend meer met onder andere
waterlelies> Rustig peddelden we verder tot we een leuk plekje zagen om de
tent op te zetten. Onderweg zagen we prachtige planten, libelles en zelfs een
verlaten beverhol.
Om half zeven naar de wereldomroep geluisterd, gezwommen (lees: ons gewassen), pannenkoeken
gebakken en die lekker opgegeten. Na het eten nog een kopje koffie
en vroeg de slaapzak in.
Dag 7 |
(donderdag 25 juli 1991) |
En dit zie je dan 's morgens om half vijf. |
We zouden vandaag al om half vier opstaan om een fikse wandeling te maken in
de hoop bevers te zien. Helaas was ik vergeten het alarm van de wekker op 'on'
te zetten, zodat we pas om kwart over vier op waren. Te laat om nog wild te
zien, maar wel op tijd om te genieten van de mist over het water. Het was
ontzettend koud, dus we kortten onze wandeling een stuk in. Onderweg zagen we
van alles: de mooiste wilde bloemen, een beverdam en overal de door bevers om geknaagde
bomen.
Na afloop nog een paar uur geslapen en om een uur of tien van de warmte de tent
uitgegaan. Hanneke is buiten nog wat verder gaan slapen en werd daarbij bijna
opgegeten door de muggen. Ondertussen ruimde ik vast de spullen een beetje op.
Iets over twaalf stapten we weer in onze kano en voeren rustig verder. Na een
uurtje moest de kano het water weer uit. Helaas was er een driesprong in plaats
van een gewone weg (die op onze kaart stond). Ook met behulp van ons kompas
kwamen we er niet echt uit. Dan de kano maar gepakt en gaan lopen. Na een half
uur toch maar weer terug gelopen (zonder kano). Het volgende meer zou immers
maar één kilometer verderop liggen. Toen het andere pad geprobeerd met
Hannekes rugzak op. Daar lag het meer dus wel. Weer teruggelopen, kano en mijn
rugzak meegenomen en weer naar het meer toe. Eerst maar eens een hapje eten:
één of ander maaltijd bij Bever vandaan. Iets met kip en champignons, maar
smaakte vies.
Na een korte pauze weer verder varen. We stopten op een mooi plekje, zwommen wat
(koud) en lagen wat in de zon. De kano weer in en een stukje varen. We moesten
door een hele smalle doorgang, onder een brugje door, maar inmiddels waren we zo
geoefend dat ook dat geen problemen meer opleverde.
Al vrij snel daarna hebben we een overnachtingsplekje opgezocht. Na even zoeken,
wat ons een hoop droog brandhout opleverde, vonden we dat. Hanneke begon vast
met koken en ik ging ondertussen dagboek schrijven en de tent opzetten. We aten
rijst á la Op Pad, wat heel lekker smaakte, maar erg pittig was.
We sloten de dag traditiegetrouw met een kampvuur, met daarbij een kop
oploskoffie, thee en al dan niet pure cola. Alles bij elkaar was het al ver
overnacht voor we sliepen.
Ons overnachtingsplekje. |
Dag 8 |
(vrijdag 26 juli 1991) |
Vanochtend werd Hanneke wakker en gaf ontzettend over. Net toen ik alles had
opgeruimd begon ze nog een keer, alleen ging er nu ook een beetje over de
slaapzak. Bah! Alles opgeruimd en nog wat geslapen. Tegen tien uur eruit en
Hanneke voelde zich ontzettend beroerd: misselijk, hoofdpijn en diaree. Na mijn
ontbijt de tent, matjes en slaapzak schoongemaakt. Hanneke is in mijn slaapzak
gaan liggen (die was nog schoon) terwijl ik brandhout ben gaan zoeken. Vandaag
zullen we toch niet meer verkassen.
De rest van de dag brachten we door met slapen, kampvuur stoken, thee/bouillon/koffie
drinken en eten koken. Een ter plaatse bedachte mix van aardappelpuree,
doperwtjes, uitjes, varkenslapjes en pindasaus. Hanneke hield het vanwege haar
misselijkheid alleen bij aardappelpuree.
Als afsluiting van deze dag met veel verveling een bak koffie gedronken en vroeg
naar bed.
Dag 9 |
(zaterdag 27 juli 1991) |
Omdat we gisteren vroeg op bed lagen stonden we vandaag wat vroeger op en kozen
rond half elf het ruime sop. Hanneke was gelukkig weer helemaal opgeknapt.
Helaas begon vandaag de terugkanoreis: dus weer onder het bruggetje door, nog
een stukje kanoen en toen weer het water uit. Eerst echter thee gezet, daarna
een stukje gevaren, een hapje gegeten en weer die vier kilometer gelopen.
Gelukkig was het niet zo warm en stond er veel meer wind, dus het was nu goed te
doen.
Bij het wegrestaurant aangekomen hebben we een broodje worst gegeten en daarna
even naar huis gebeld. Ook daar ging gelukkig alles goed. Nu begon het leukste
gedeelte van de reis: we moesten het grote meer over en er stond vrij veel wind
en op de golven verschenen zelfs schuimkoppen! Dat viel tegen: we roeiden en
roeiden, maar kwamen amper vooruit. Doordat we (schuin) tegen de golven moesten
roeien om te voorkomen dat we zouden omslaan kwamen we voorbij de plek uit waar
we moesten wezen. Terug varen dus. Nu lekker met de wind in de rug en geen
opspattende golven (en dus niet nog natter worden).
Tenslotte kwamen we weer uit op de plaats waar we de vorige keer ook hadden
overnacht. Zelfs onze waslijn, die we de vorige keer vergeten waren mee te
nemen, hing er nog. Snel de tent opgezet en eten gekookt. Macaroni volgens eigen
recept. En eerlijk is eerlijk: de recepten uit Op Pad smaken toch lekkerder. Na
het eten de traditionele bak koffie en daarna kampvuur.
Dag 10 |
(zondag 28 juli 1991) |
Vol goede moed stonden we op, ondanks dat de zon niet scheen en er veel wind
was. We ontbeten, pakten alles in en stapten in de kano. Het eerste stukje ging
redelijk, maar daarna ging het mis: we kregen volle tegenwind. We kwamen totaal
niet vooruit en na een kwartiertje besloten we maar weer terug te gaan. Opnieuw
de tent opgezet en alles uitgepakt. Wat nu? We besloten maar naar Arjäng te
liften en boodschappen te doen. Hoewel? Het is zondag en dus zijn alle winkels
dicht; dan maar naar Sandaholm om een kop koffie te doen. Het eerste stuk lopen
we, ondertussen ons bijna misselijk etend aan de bosaardbeitjes en bosbessen. Bij
de drukke weg wilden we gaan liften, maar dat zijn we zeer snel zat dus
besluiten we maar weer langzaam terug te gaan lopen.
Bij de tent aangekomen drinken we een kopje bouillon en doen we de was. Verder
doen we die middag niet veel en om een uur of zes beginnen we met eten koken: op
pad omelet met gierst. Nu bleek dat niet alle recepten even lekker waren, want
dit was niet voor herhaling vatbaar. Gelukkig hadden we 's avonds bij het
kampvuur een zak cashewnootjes, dus zijn we niet omgekomen van de honger.
Dag 11 |
(maandag 29 juli 1991) |
Gelukkig was de wind gaan liggen, dus konden we vandaag wel kanoen. Het was
alleen erg mistig en dat maakte het oriënteren er niet makkelijker op. Dat was
dus ook de oorzaak dat we iets teveel hebben gevaren.
Na de eerste oversteek hebben we eipoeder gebakken en dat smaakte
voortreffelijk, ondanks dat ons brood op was en we ons weer met
overlevingskaakjes moesten behelpen.
Het laatste meer was inmiddels aangebroken en we peddelden rustig naar het
kanocentrum. Toen we daar aangekomen waren was de zon gaan schijnen, dus eerst
lekker zwemmen en opdrogen in de zon.
Op het kanocentrum was niemand aanwezig, dus eerst maar de tent opgezet en de
kano laten fungeren als (deel van de) waslijn. Inmiddels waren we tot de
conclusie gekomen dat we onderweg de spade hadden laten liggen, dus die kunnen
we niet meer inleveren.
's Avonds koken we erwtensoep uit een zakje (gekregen van oma de Ruiter), maar
helaas paste er maar één liter water in onze pan, in plaats van de benodigde
anderhalve liter. Des ondanks smaakte het prima, niet in het minst door de
rookworst die we er in deden.
Traditiegetrouw sloten we ook deze avond met een kampvuur af.
terug naar boven
Dag 12 |
(dinsdag 30 juli 1991) |
Na het ontbijt wilden we gaan zwemmen maar omdat het zo mistig was zagen we
er maar vanaf. Ons volgende ''programmaonderdeel'' was de kano inleveren, maar
eerst moesten we die nog schoonmaken. at was zo gebeurd en toen leverden we
alles in. Voor de zoekgeraakte spa moesten we betalen, maar dat mocht de pret
niet drukken. Vervolgens ruimden we alles op en begonnen richting Arjäng te
lopen, af en toe de duim opstekend. Al vrij snel een lift van een busje van het
kanocentrum. En ook de twee Duitsers die vlak voor ons liepen mochten meerijden.
In Arjäng eerst geld halen, koffie met gebak nuttigen en boodschappen doen.
Doordat we met z'n vieren waren konden we elkaar afwisselen en dus de rugzakken
lekker laten staan. Na de lunch (hamburgers met patat) besloten we verder te
gaan liften en eventueel een bus te nemen. Na één uur (= circa 50 auto's)
hadden we een lift van een Zweedse leraar. Hij nodigde ons uit voor een kop
koffie en een glas limonade bij het thuis en natuurlijk gingen we in op dit
aanbod. Z'n vrouw kwam ook thuis en we kletsten wat. Op een gegeven moment zijn
we maar opgestaan, want we wilden onszelf niet al te zeer uitnodigen voor het
eten.
Via een omweg van veertig kilometer (om nog rustigere wegen te vermijden) kwamen
we vlak bij de grens aan. En daar gebeurde het: een lift van een Peugeot 205 CTI
cabrio. Die bracht ons een stukje Noorwegen in en daar nuttigden we koffie met
ijs om dit te vieren. De beloofde hotelovernachting (ik had altijd geroepen dat
ik zou trakteren op een hotelovernachting als we ooit een lift van een cabrio
zouden krijgen) stellen we uit tot Oslo.
Na nog een stukje lopen zoeken en vinden we een plaatsje in het bos, zetten de
tent op, koken en eten macaroni en worden kapot gestoken door de muggen
(knoflook eten!). Daarom maar snel de warme slaapzak in.
Dag 13 |
(woensdag 31 juli 1991) |
De zon scheen, de muggen waren wakker, Radio Nederland was in de lucht, dus
tijd om op te staan. Vandaag zouden we gaan liften. Twee keer 45 minuten
wachten, 35 kilometer rijden en we staan weer met de duim onhoog. Ook in
Kongsvinger staan we 45 minuten, maar dan komt er een bus aan. Die pakken we dan
maar er zo gaan we naar Elverum.
Het is gelukkig niet zo warm in de bus (buiten wel; daar is het zo'n 25 graden),
dus dat scheelt. Om een uur of half vijf komen we aan. Eerst geld gehaald,
boodschappen gedaan en dan even lekker uitpuffen op een terrasje.
Na uitgepuft te zijn liepen we naar de ca,ping, betaalden voor twee nachten,
zetten de tent op, douchten (de eerste douche in anderhalve week), kookten en
aten hutspot. Na de maaltijd zijn we naar een terrasje vlakbij de camping gegaan
en hebben daar de rest van de avond mugvrij door gebracht onder het genot van
een paar bakken koffie.
Dag 14 |
(donderdag 1 augustus 1991) |
Lekker vroeg opgestaan en ontbijten met eieren en Noorse pannenkoekjes, die er
lekkerder uitzagen dan smaakten. Ze waren niet vies, maar toch. Na dit ontbijt
namen we een grote wasbak in beslag en deden onze was, die we daarna vlakbij de
tent op een hele lange waslijn hingen te drogen. Daarna gingen we naar het ''norsk
skogbruksmuseum''. Hier zagen we van alles over de jacht en visserij (heden en
verleden), een aantal aquaria met alle in Noorwegen voorkomende vissen en
allerlei opgezette dieren. Buiten was een typisch Noorse speeltuin met allerlei
houten attributen. Via een brug kwamen we op het eiland waar allemaal houten
huisjes uit vroeger tijden stonden. Nog een brug verder kwamen we bij het
openluchtmuseum.
Na ons museumbezoek zijn we naar het dorp gegaan. Daar wat gedronken, kaarten
gekocht, nog eens wat gedronken (het was inmiddels 27 graden) en verder plannen
gemaakt voor de rest van de vakantie.
Morgen gaan we met de trein naar Geilo, om daar op de Hardanger Vidda te gaan
lopen. Voor liften is het gewoonweg te warm. Na nog een terrasje gaan we terug
naar de tent om daar, tijdens het eten koken, kapot te worden gestoken door de
muggen. We aten komkommer, aardappelpuree, spek, beefburgers, pindasaus en verse
aardbeien toe. Na deze best lekkere maaltijd ''pikten'' we een douche en gingen
daarna naar hetzelfde terrasje als gisteravond. Daar veranderden we onze plannen
drastisch: morgen per trein naar Otta en daarvandaan een weekje gaan lopen op de
Jotunheimen.
Tot slot van deze toch best wel lekkere rustdag een cheeseburger op de camping
gegeten en snel gaan slapen.
Dag 15 |
(vrijdag 2 augustus 1991) |
Vanmorgen moesten we vroeg op in verband met onze treinreis. Zo kwam het dat
we al om half acht opstonden en om negen uur de camping afliepen. In Elverum
eerst geld gehaald, een bak koffie gedaan en toen naar het station gelopen. We
moesten bijna een uur wachten op de trein wachten dus even naar een benzinepomp
gelopen voor wat eten en drinken in de trein.
De trein vertrok precies op tijd en om vijf over half twaalf waren we in Hamar.
Hier moesten we ruim een uur wachten op de trein naar Otta, dus eerst maar een
blikje cola en een paar boterhammen genuttigd. Na nog een bak koffie in de
stationsrestauratie stapten we in en vertrokken we. Onderweg genoten we
van al het lekkers wat we gekocht hadden en de schitterende natuur buiten de
trein.
Om twintig over drie kwamen we in Otta aan en stapten de touristinformation
binnen. Overal zagen we rugzakken. We wonnen informatie in over de bus naar de
Jotunheimen, kochten een wandelkaart en een stapel prachtige ansichtkaarten voor
onszelf. Vervolgens nog wat boodschappen gedaan, de rugzakken opgehesen en naar
de camping gelopen. Daar de tent opgezet en een lekker kopje champignonsoep
gegeten.
Na de hartige (?) Op Pad pannenkoeken (die op de zonnebloempitten na best
lekker waren) nog een bak yoghurt, de afwas, een douche, een ijsje en vroeg naar
bed.
Dag 16 |
(zaterdag 3 augustus 1991) |
Helaas hadden we de wekker niet gehoord vanmorgen, zodat we pas om 05.20 uur
wakker werden in plaats van om 05.00. Dat betekende extra snel ontbijten,
wassen, opruimen en binnen 50 minuten de camping aflopen. En dus waren we 50
minuten te vroeg en moesten we lang op de bus wachten.
Het eerste gedeelte van de busrit verliep vrij normaal, maar nadat we in Lom
over waren gestapt op een andere bus veranderde dat: de weg was onverhard, steil
en zeer smal, maar wel erg spectaculair.
Om een uur of kwart over tien kwamen we aan in Juvvasshytta, dronken een kop
koffie, trokken de lange broek aan en waren zo'n drie kwartier later op weg. Het
eerste gedeelte liep vlak langs een gletsjer en het ''pad'' (??) was redelijk te
volgen. Af en toe een sneeuwvlakte over, maar goed te doen. Onderweg genoten we
van de prachtigste vergezichten en diverse kleine bloemetjes en vlinders. Mooi
was het in ieder geval.
Het eerste wandel uur ging alle prima, en toen kwamen we bij een waterval. Na
twee (!) uur lopen, springen over keien en op één plaats zelfs op blote voeten
wadend door smeltend gletsjerwater waren we dan toch aan de andere kant van de
waterval. Of beter gezegd: diverse kleine watervallen). Daarna snel een boterham
gegeten (lang blijven zitten was vanwege de kou niet aan te raden). Boven ons
hoofd werd de lucht inmiddels donkergrijs en op een gegeven moment begon het
zelfs te motregenen en nog later gewoon te regenen. Regenpakken aan, maar dat
werd al snel zweten, want de regen stopte al heel snel. Regenpakken weer uit en
toen het laatste stuk van de etappe.
Dat was echt afzien: we zaten helemaal stuk, zelfs toen we de Spiterstulen hut
in het dal zagen liggen moesten we nog afzien. We moesten nog bijna 1000 meter
dalen. Toen we dan ook beneden waren waren we doodop. Eerst een bak koffie
drinken, een stuk koek eten en lekker de benen strekken.
Na een klein uurtje uitrusten de tent opgezet, de was van gisteren opgehangen en
boerenkoolstamppot gemaakt. We hadden zo'n trek dat we niet eens genoeg hadden en
dus probeerden we ons ''giersttoetje'. Wonder boven wonder smaakte dit erg
lekker. Na het eten nog een douche genomen, maar helaas was de boiler leeg dus
werd het een korte en koude douche.
De rest van de avond doorgebracht in de hut met koffie en cola. Terwijl ik in de
rij stond bij de kassa raakte ik in gesprek met een Noorse vrouw. Zij
attendeerde ons op een gletsjertocht. Na even vragen konden we om negen uur
vragen stellen aan de gids en na meer informatie te hebben ingewonnen besloten
we dit morgen te gaan doen.
Om kwart voor tien duiken we vermoeid (e dan vooral onze benen) de slaapzak in.
De Jotunheimen. |
terug naar boven
Dag 17 |
(zondag 4 augustus 1991) |
Om negen uur liep de wekker af, maar des ondanks
dat moesten we ons nog haasten om om tien uur bij de gids te staan. We kregen
eerst een uitleg en gingen daarna op stap met een groep van 11 en een gids. In
totaal liepen we eerst zo'n zeven kilometer, stegen 700 meter, rusten een paar
keer en om een uur of twaalf kwamen we bij de gletsjer aan. Ongelooflijk: wat
een massa en wat mooi!
Na een lange pauze, die we benutten om een boterhammetje naar binnen te werken,
bonden we de stijgijzers onder en werden we allemaal gezekerd aan een lang touw.
Onze eerste stapjes op het ijs gingen nogal onzeker, maar later ging het
allemaal veel beter en makkelijker.
Op de gletsjer. |
Af en toe was het echter dood- en doodeng vond ik: langs diepe afgronden,
steile ''trappetjes'', zeer smalle ''bruggen'' oversteken of je beet moeten
houden aan de gids (omdat je het alleen niet redt). Af en toe zou ik het liefste
zo snel mogelijk terug willen gaan, maar boven alles is zo'n gletsjertocht:
mooi, mooi en nog eens mooi. Blauw ijs, door een ijsgrot heen, uitstekende
punten, tja: de foto's (waarvan er overigens dus maar één op deze site staat)
laten zien wat ik niet kan beschrijven.
Na zo'n drie uur over het ijs gedwaald te hebben gaan we er weer vanaf. Aan de
ene kant dus heel blij, maar aan de andere kant toch ook weer heel jammer.
In ruim een uur liepen we terug naar de hut. Ieder in zijn of haar eigen tempo
en daarna eerst douchen. De boiler was nu tenminste nog niet helemaal leeg. Ook
wasten we onze kleren en gingen daarna een bak koffie en cake nuttigen in de
hut.
Eten koken deden we vandaag in het gebouwtje op de (gratis) camping op een elektrische
kookplaat. We aten linzen (alweer een Op Pad recept), zittend op een
echte bank. Het eten smaakte redelijk en na het eten, de afwas en een bak koffie
in de hut gingen we weer lekker naar bed.
terug naar boven
Dag 18 |
(maandag 5 augustus 1991) |
Omdat we de laatste paar dagen vroeg op waren gestaan sliepen we vandaag
lekker uit en pas om half elf kropen we de tent uit. Ondanks dat we ook nog een
bak koffie met een stuk ontzettend lekkere cake nuttigden in de hut, waren we
voor twaalf uur op pad.
Na een half uurtje lopen ging het echt niet meer met Hannekes enkel en dus
besloten we maar terug te gaan naar de hut. Inmiddels liet de grijze lucht nu
ook af en toe wat regendruppels vallen (wat hadden we gisteren op de gletsjer
toch een geluk met dat prachtige weer).
Na een bak koffie, een stapel brood met vis en leverpastei en een glas cola
besloten we te gaan lopen richting grote weg en bij iedere passerende auto onze
duim op te steken. Na ongeveer een kwartier was het bij de eerste auto raak: die
bracht ons tot in Lom. Daar hebben we het geologisch (lees: stenen) museum
bezocht. Er waren heel veel prachtige stenen en mineralen te zien en het was
zowaar nog gratis ook.
Het was inmiddels al kwart over vier geworden en na brood gekocht te hebben
besloten we weer te gaan liften. Na eer dan een uur (!) gewacht te hebben hadden
we beet. Het was zowaar nog een Belg ook. We kwamen tot een zéér rustige weg
en aangezien het bijna half zeven was luisterden we eerst naar de wereldomroep.
Na de uitzending ging onze duim de lucht in en na zo'n twintig auto's (in circa
30 minuten) stopte er een Nederlandse auto met twee meisjes erin. Ze gingen naar
Oslo en dus wijzigden wij voor de zoveelste keer onze plannen en besloten mee te
rijden tot Honefoss. Onderweg genoten we van het prachtige landschap: kale
vlaktes en schitterende bossen.
Tegen half twaalf waren we in de omgeving van Honefoss en dan maar opzoek naar
een camping. Het bord was snel gevonden, de camping niet. Op een gegeven moment
reden we zelfs een rondje (steeds maar de borden volgend) en kwamen twee keer
langs dezelfde plaats. Toen maar eens gevraagd, weer geprobeerd en nog steeds
niets. We waren al gewaarschuwd dat het haast niet te vinden zou
zijn.
Dag 19 |
(dinsdag 6 augustus 1991) |
Om kwart over twaalf vonden we het welletjes en lieten de camping de camping.
Dan maar proberen een plekje te vinden voor twee tentjes. Dat was redelijk snel
gevonden, alleen lag het zo dicht bij de weg dat we de haringen de grond niet
inkregen. Hanneke en ik besloten het een stukje verderop te proberen en daar
lukte het wel. Snel nog een boterham gegeten en toen lekker de slaapzak in.
Pas tegen een uur of elf werden we wakker en kropen de slaapzak uit. Buiten was
het zwaarbewolkt, maar droog. Na water te hebben gehaald konden we ontbijten en
bij het afbreken van de tent zagen we pas hoe hobbelig het terrein was. Lang
leve de term-a-rest-matjes!
Tegen een uur of twaalf hesen we de rugzak op en liepen richting Honefoss, waar
we inmiddels zo'n 14 kilometer vandaan zaten. Onze koffie met appelgebak pauze
vervingen we door een cola met chips pauze bij gebrek aan een terras.
We liepen door een erg afwisselende omgeving met veel fraaie vergezichten. Na
zo'n 15 kilometer te hebben gelopen (we zijn dus toch maar weer niet naar
Honefoss gegaan) kwamen we op een zeer drukke weg. Dat loopt niet zo fijn, dus
dan maar naar Vikersund liften en daar een kaart van de omgeving kopen.
Na een klein half uur stopte er een bestelauto. De Noorse bestuurder moest
helemaal naar de westkust van Noorwegen (Leirvik), dus wijzigden wij onze
plannen voor de zoveelste keer en besloten mee te rijden.
De laaghangende bewolking gaf de reis een extra dimensie. Onderweg een keer
gestopt voor een hamburger met patat en toen maar weer verder. Vooral het stuk
langs de hardanger Vidda was prachtig; hier moeten we zeker nog een keer gaan
rugzaklopen in de toekomst. Verder veel kale vlakten, tunnels en geiten op de
weg.
Bij Olensvag hoorden we dat er vannacht geen pont zou gaan en daarom stapten wij
na 448 kilometer uit om een plekje te zoeken en de tent op te zetten. En na even
zoeken lukte dat nog ook.
terug naar boven
Dag 20 |
(woensdag 7 augustus 1991) |
Om iets over twaalf stond de tent en toen lekker
slapen tot een uur of half elf. Om half twaalf liepen we en besloten naar Utbjoa
te lopen en daarvandaan de pont naar Leirvik te nemen. We liepen nu langs de
fjordenkust en de zon scheen er lustig op los. Na anderhalf uur een pak melk en
een cake gekocht en die lekker opgesmikkeld.
Zo'n twee kilometer verder kwamen we bij de pint, waar we nog net genoeg cash
geld voor hadden. Aan de overkant besloten we daarom maar zo snel mogelijk naar
Leirvik te liften om geld te gaan halen. Gelukkig waren twee Noorse jongens zo
aardig om even heen en weer te rijden om ons zo bij het postkantoor te brengen,
waar we een eurocheque inwisselden.
Na een lekkere bak cappuccino te hebben gedronken liepen we de resterende
kilometer naar de camping. Het was een kleine, maar wel erg leuke camping. Eerst
een lekkere douche genomen en daarna de was gedaan, eten gekookt en de ''rijst
met ballen'' opgegeten. Dit smaakte prima, niet in het minst door het halve blik
perziken wat we er doorheen hadden gedaan. De andere helft was ons toetje.
Na de afwas zijn we weer terug gegaan naar het terrasje van deze middag. We
dronken een espresso en in het café nog een cola. Binnen zat een ''synthesizerist''
te spelen, die er aardig wat van kon.
Na ons cafébezoek kropen we de slaapzak weer in.
Dag 21 |
(donderdag 8 augustus 1991) |
Na het gehele ochtendritueel doorlopen te hebben zetten we koers naar ons
''stamterras''. Helaas was dit nog gesloten dus opzoek naar een ander terras
alwaar we koffie met appelgebak nuttigden.
We wilden wegen binnendoor nemen, maar de 3D-kaart die we gekocht hadden was
niet echt bruikbaar, dus al snel wijzigden we onze plannen. We volgden nu weg
545, richting Fitjas. De omgeving was zeer afwisselend: fjorden, bossen, rotsen,
meertjes enz. enz.. In één van die dorpjes kochten we een pak melk en wat
fruit, wat we ter plaatse nuttigden.
Na nog diverse pauzes (w.o. de half zeven wereldomroeppauze) en na zo'n 25
kilometer lopen vonden we het om half acht welletjes voor vandaag. Bij een boer
gevraagd de tent op te mogen zetten; dat mocht. Eten gekookt: Op Pad Risoverdi.
Dit smaakte niet echt lekker dus besloten we de maaltijd (en de dag) met
overlevingskaakjes met pindakaas en een bak oploskoffie.
Op het eiland Stor. |
Dag 22 |
(vrijdag 9 augustus 1991) |
Vanmorgen werden we gewekt door regen. Wel een verschil met gisteren: toen
hadden we zon met een lekker windje; ideaal wandelweer. We ontbeten onder een
afdakje en in de regenjas de tent afgebroken. Snel alles ingepakt en in de
supermarkt aan de overkant van de weg chocolade en koek gekocht.
Het regende nog steeds en we besloten lopend te gaan liften. Na een half uur was
het bij de vijfde auto raak: die bracht ons naar de boot. De overtocht duurde
zo'n 50 minuten en onderweg (of is het overvaart?) genoten we van de vanmorgen
gekochte spullen en koffie.
Aan de overkant staken we onze duim omhoog en vrijwel direct stopte er een grote
vrachtwagen (kun je dan toch goed liften in Noorwegen?). De chauffeur moest
onderweg twee keer een pakket afleveren maar bracht ons tenslotte naar de
camping in Bergen. Nou ja, camping: hier en daar een stukje hoog gras bij een
sporthal. Veel campers en een paar tentjes.
De rits van onze tent begaf het vandaag en dat terwijl het regende. Nadat de
tent was opgezet pakten we de bus richting centrum, alwaar we eerst wat junkfood
nuttigden en daarna wat winkels en dergelijke gingen bekijken. Na wat informatie
te hebben ingewonnen bleek dat vliegen naar Oslo goedkoper was dan de treinreis,
dus opnieuw de plannen gewijzigd.
Na nog een ijsje te hebben gegeten namen we de bus terug. In de sporthal een
douche genomen, de Beversport-kip-kerrie-mix opgegeten. Die viel wat tegen dus
nog maar naar een snackbar gelopen voor een bak koffie. Tot slot nog wat chips
en cola genuttigd en gaan slapen.
Dag 23 |
(zaterdag 10 augustus 1991) |
Na in de tent naar de wereldomroep te hebben geluisterd gingen we de tent
maar eens uit. Het regende vrijwel niet meer dus dat was wel een voordeel. Snel
namen we de bus richting centrum. In de bus kochten we een 48-uurs kaart.
Allereerst nuttigden we een kop koffie met gebak en slenterden we wat over de
vismarkt en langs souvenirshops. Op de markt aten we een broodje zalm (lekker)
en in de supermarkt kochten we een stokbrood en twee stukken makreel en
peuzelden ook dat op.
Vervolgens wilden we naar het zoölogisch museum, maar dat was helaas gesloten.
Gelukkig was er wel een hele mooie botanische tuin bij, die wel te bezoeken was.
Het was nu een uur of half vier en alle winkels sluiten om vier uur, dus wat
deden we voor de verandering? We wijzigden onze plannen: vandaag naar het
aquarium (in plaats van morgen) en dan morgen naar Oslo, in de hoop dat het daar
beter weer is.
Zo gezegd zo gedaan: met bus 4 er naar toe en daar uitgebreid alle aquaria
bekeken. Heel mooi, dat zeker. Buiten waren nog wat pinguïns en zeehonden die
om zes uur gevoerd zouden worden. We besloten daar op te wachten, aten een ijsje
en genoten van het voederspektakel. Na nog een patatje gegeten te hebben namen
we de bus richting tent. Daar kookten we summerseason boerenkool, aardappelpuree
met kaas en bakten beefburgers. Het smaakte prima en ook deze vier persoons maaltijd ging vrijwel op.
Na de afwas pakten we de bus richting stad en dronken daar twee bakjes koffie.
Toen we teruggingen was het ontzettend slecht weer en dat was de reden dat we
via drie verschillende bussen pas ''thuis'' kwamen, in plaats van rechtstreeks
naar de juiste bushalte te lopen.
terug naar boven
Dag 24 |
(zondag 11 augustus 1991) |
Na de wereldomroep en ontbijt ruimden we op en stapten op
de bus richting stad. Gelukkig was het nu wel droog, dit in tegenstelling tot
vannacht toen het keihard goot. In het centrum nemen we de SAS-bus die ons naar
het vliegveld bracht. Daar kochten we een last minute kaart: als er plek is kan
je mee. Dat was al mogelijk bij het vliegtuig van 13.25 uur. Snel nuttigden we
nog een kop koffie en stapten daarna in.
Na zo'n 45 minuten vliegen en onderweg nog een bak koffie waren we in Oslo. Dar
scheen de zon en was er een klein beetje bewolking. Onderweg (ondervlucht)
konden we door de bewolking helaas niet al te veel zien. In Oslo namen we de
SAS-bus richting station en daar kochten we een weekkaart voor het openbaar
vervoer.
Op de Ekebergcamping zetten we de tent op en toen namen we de bus weer terug
naar de stad. In de stad was het heel gezellig en overal waren mensen op straat.
We hebben onder andere een uur lang genoten van twee muzikanten (Julian en Bruce)
die té gekke muziek speelden.
Om een uur of zeven gingen we weer naar de camping alwaar we rijst, summerseason
boontjes, hamlappen en champignonsaus nuttigden met yoghurt na. Het eten smaakte
echt fantastisch; een recept om te onthouden. Na het eten namen we de bus
richting centrum en nuttigden een bak koffie op een terrasje. Toen we verder
liepen kwamen we Julian en Bruce weer tegen en genoten opnieuw een half uurtje
van hun muziek. Na afloop kochten we hun bandje, om thuis nog eens na te
genieten.
Het was al ver na elven toen we de bus terug naar de camping namen. Daar
aangekomen liepen we een klein stukje terug om daar te genieten van het uitzicht
van Oslo by night.
Na lekker gedoucht te hebben doken we de slaapzak in.
Dag 25 |
(maandag 12 augustus 1991) |
Flink uitgeslapen en na het ontbijt eerst de was en de afwas gedaan. In de
kampwinkel kochten we een cake (onze lunch) en pakten daarna de bus en tram naar
het Vigelandsparken. We genoten daar van een bak koffie, de cake en nog veel
meer van de vele schitterende beelden. Vooral de granieten beelden waren bijna
levensecht: je kon zelfs de aders (bij de oudere mensen) en de spieren zien. Het
museum was gesloten op maandag, dus daar gaan we later nog wel eens heen.
Vervolgens pakten we de tram en stapten uit bij het koninklijk paleis. Een groot
gebouw, maar voor ons niet echt interessant. Via het nationaal theater (ook al
gesloten) en vele gezellige winkels liepen we langzamerhand weer terug naar het
station. Helaas gaan de meeste winkels al om vijf uur dicht. Voor we op de bus
stapten kochten we nog wat boodschappen.
Op de camping merkten we dat onze was droog was, ondanks de grote bui van
vanmiddag. De zon heeft verder dus toch z'n werk gedaan. We aten spaghetti uit
blik, komkommer en fruitcocktail uit blik. Het was niet echt superlekker, maar
goed: het was eten. Na de pan te hebben afgewassen weer met de bus richting stad
en daar met een boekje en plattegrond alvast een route uitgestippeld voor
morgen. Dit alles onder het genot van koffie en later nog een frisdrankje. Het
was erg gezellig in de stad en daarom lagen we niet al te vroeg in bed.
Beeld in het Vigelandsparken. |
Dag 26 |
(dinsdag 13 augustus 1991) |
Vanmorgen stonden we al vroeg op, want we zouden museumdag houden. ZO kwam
het dat we al voor 10 uur in de bus zaten en vanaf het station richting boot
liepen. Onderweg kwamen we langs het resistancemuseum wat we een heel leuk
museum vonden, het Akerhus Fortress (een slot, waar we niks aan vonden), het
Christianacitymodel waar je naar een 20 minuten durende diavoorstelling kon
kijken maar daar hadden wij geen zin in en langs het defencemuseum waar we niet in geweest
zijn.
Na op een terrasje te hebben genoten van een bak koffie namen we de boot naar
het maritiemmuseum. In het ene gebouw waren schepen te zien en in het andere
o.a. foto's, schilderijen, een kombuis, hutten en van alles over vuurtorens. In
het gebouw ernaast lag de Fram, het schip waar Amundsen mee naar de zuidpool
voer. Je kon overal op en bij komen, dus dat was wel heel leuk.
Hiervandaan was het een kwartiertje lopen naar het vikingmuseum. Onderweg lekker
vanillekoeken eten en een halve liter melk kopen en opdrinken. Voor we het
museum bereikt hadden kwamen we nog langs het Kontiki en Ra-museum. Dit zijn
respectievelijk een vlot en een papyrusboot; beiden gebruikt om te bewijzen dat
men in de oudheid met dit soort schepen ook zo ver kon komen.
Na ons kwartiertje wandelen kwamen we dus bij het vikingmuseum. De belangrijkste
bezienswaardigheden hier zijn natuurlijk de vikingschepen.
Hier weer vlakbij was het openlucht museum met daarbinnen een stavkirke,
apotheekmuseum, natuurlijk veel oude gebouwen met gras op het dak en een
Lappententoonstelling. Alles bij elkaar best de moeite waard.
Terwijl we op de bus richting centrum stonden te wachten kochten we een halve
kilo druiven die we lekker opaten en na een stukje in de erg drukke bus te
hebben gestaan namen we de tram naar het Vigelandsmuseum. Dit is echt een heel
mooi museum met heel veel ''probeerseltjes'', beelden en mallen en gipsen
beelden (waaronder die van de ''toren'' uit het Vigelandsparken).
Een stukje verderop zat het Oslocitymuseum. Dit zat ook bij onze tweedaagse
museumkaart en daarom gingen we naar binnen. Anders hadden we het vast niet
gedaan, maar dat zou jammer zijn geweest. Het is echt een heel leuk museum met
de complete geschiedenis van Oslo over de straten, het vervoer, beroepen, de
brandweer en nog veel meer.
We besloten vervolgens met de metro (een houten exemplaar) naar de Holmenkollen
te gaan. We konden niet helemaal bovenop komen (althans: niet gratis), maar van
onder af was het ook heel spectaculair. Wat we dankzij onze museumkaart wel
gratis konden bezoeken was het hierbij gebouwde skimuseum. Niet echt bijzonder,
maar goed.
Vervolgens weer met de overvolle metro terug naar de stad. Bij het station aten
we eerst een patatje en daarna een hamburger. Vervolgens naar de camping en daar
gedoucht en macaroni gegeten. Het was inmiddels al over elven, dus maar niet
meer naar de stad geweest voor een bak koffie, maar gaan slapen.
Dag 27 |
(woensdag 14 augustus 1991) |
Het was wat later dan gisteren toen we opstonden, maar we hadden dan ook niet
zoveel musea als gisteren op het programma staan. Allereerst zijn we naar het
theatermuseum gegaan. Grappig om even doorheen te lopen, maar meer ook niet.
Met de tram en houten metro zijn we daarna naar de radiotoren gegaan. Vanaf daar
hadden we een grandioos uitzicht over onder andere Zweden in de verte en ver
beneden ons Oslo.
Ons volgende reisdoel was het techniekmuseum waar we per tram (wat gaan die
dingen traag) heen gingen. Hier hebben we een hele tijd doorgebracht in o.a. de
telecommunicatieafdeling. Je kon er van alles doen en beleven. Er stonden
bijvoorbeeld (oude) telefoon (centrales) , modellen over hoe motoren werken, een
doorsnede van een stoomlocomotief en vooral heel veel bekende
natuurkundeproefjes o zelf te doen.
Na een lekker glaasje sju zijn we met de bus naar het station gegaan. Eerst
lekker een hamburger met patat eten bij Wimpy en daarna nog een tijdje in het
winkelcentrum doorgebracht.
Rond half zeven waren we terug op de camping en na een douche begonnen met onze
laatste zelfgekookte maaltijd van deze vakantie: op pad hutspot met ballen.
Na het eten gingen we weer naar het centrum, waar het echt heel gezellig was:
heel veel terrasjes en mensen op straat. Toen we ook nog Julian en Bruce weer
hoorden spelen was het helemaal te gek; wat een sfeer! Niet te geloven: Oslo is
écht een wereldstad.
Met de laatste bus gingen we terug om te gaan slapen.
Dag 28 |
(donderdag 15 augustus 1991) |
Ons geld was bijna op. Althans: we konden nog wel een hotel betalen, maar dan
zouden we amper wat overhouden, dus besloten we ons verblijf op de camping te
verlengen en de beloofde hotelovernachting (vanwege de lift met de cabrio) uit
te stellen.
Na lekker te hebben uitgeslapen gingen we naar de stad om een ''winkeldag'' te
houden. Eerst een kop koffie met appelgebak en roomijs bij het trammetje;
dezelfde plaats waar we ook gisteren koffie hadden gedronken en daarna begon
onze slenterpartij.
Alles is vreselijk duur, maar er zijn wel ontzettend veel winkels en Oslo is
beregezellig, dus we amuseerden ons prima. Hanneke kocht een Noorse trui en
verder kochten we nog wat kleine dingetjes voor thuis en voor onszelf.
Tussen de middag kochten we een paar broodjes, makreel en camembert in de
supermarkt en dat was onze lunch>
Het was alweer over zessen toen we terug naar de camping gingen om onze spullen
alvast een beetje in te pakken en om te douchen. Daarna weer richting stad waar
we naar een pizzeria gingen om te genieten van een heerlijke pizza. Helaas was
het weer 's avonds heel erg omgeslagen, zodat we niet op het terras konden
zitten, maar ook in de zaak was het heel gezellig. Na nog een bak koffie te
hebben gedronken gingen we niet te laat terug, omdat we de volgende dag weer
vroeg op moesten.
terug naar boven
Dag 29 |
(vrijdag 16 augustus 1991) |
Onze laatste nacht in Noorwegen ging vergezeld van een hoop wind en regen,
maar toen de wekker om kwart voor zeven afliep was het weer al een heel stuk
opgeklaard, zodat de tent de laatste keer vrijwel droog kon worden ingepakt. We
waren zeer snel weg zodat we meer dan anderhalf uur van te voren op het station
zaten te genieten van een bak koffie. Na die bak koffie snel nog even de stad
ingelopen om de laatste Noorse kronen aan een T-shirt te spenderen en daarna
werd het tijd om de bus in te gaan.
Tot Goteburg hadden we dezelfde bus en daarna moesten we overstappen op een bus
naar Malmo. We hadden Italiaanse (of Spaanse??) chauffeurs, die niet echt
geschikt waren: zelfs de WC mocht niet gebruikt worden. Des ondanks was het heel
gezellig in de bus, wat vooral kwam door een groep Nederlanders die drie weken
in Noorwegen waren geweest. Hadden wij nog een enigszins schone trui en broek
aangetrokken: zij dus niet.
Na weer een overstap waren we om half elf bij de boot.
Dag 30 |
(zaterdag 17 augustus 1991) |
De boot vertok om half twaalf en na eerst wat gegeten te hebben bezochten we
de Tax Free shop, waar we ook onze laatste Zweedse kronen opmaakten. Na nog wat
gekletst te hebben en een slokje van de belastingvrije drank te hebben genuttigd
doken we zo rond kwart voor twee de slaapzak in. Die hadden we in de
''gereserveerde'' videoroom neergelegd.
Om half zes werden we gewekt en na een beetje wassen, aankleden en troep
opruimen gingen we een paar dekken omhoog. Lekker genieten van een bak koffie en
brood met pindakaas. Rond half zeven reden we weer op de snelweg, richting
Nederlandse grens.
Na wat slaappogingen en een pauze in Duitsland werd het tenslotte heel erg
gezellig in de bus en tot een uur of één amuseerden we ons prima. Daarna niet
meer: op de één of andere manier was de sfeer weg.
Toen we in Groningen aankwamen besloten we (voor de allerlaatste keer deze
vakantie?!?!) de plannen te wijzigen en na een bezoek aan de geldautomaat en
afscheid te hebben genomen van alle nieuwe vrienden die we in de bus en aan
boord hadden gemaakt, namen we de trein. Die vertrok te snel om nog een kaartje
te kopen, dus dat moest dan maar in de trein. (Althans: ik, want Hanneke had een
tienertoerkaart). De conducteur kwam vlak voor Amersfoort, maar zei later terug
te komen, wat niet gebeurde. En de nieuwe conducteur vroeg niet waar ik in was gestapt, dus zo werd het een niet te duur kaartje.
Na overstappen in Rotterdam en Dordrecht en een broodje shoarma en veel drinken
in de Peulenstraat liepen we het laatste stukje naar huis.
Rond kwart voor zeven stapten we de voordeur binnen; de wereld van bedden, BAV,
normaal eten, maar ook die van niet meer kunnen genieten van de schitterende
natuur, kampvuur en elkaar.
Alles bij elkaar was het echt een hartstikke leuke vakantie waarin we veel
gezien en gedaan hebben.
terug naar boven
Terug naar (overige) vakanties.
Terug naar de startpagina.