Een reis door Peru.

(Op dit moment staan er twee foto's op deze pagina. Binnenkort (??) worden er meer toegevoegd).

In de zomervakantie van 2001 gingen Hanneke en Jan een maand naar Peru. Hieronder het verslag van die reis. Wil je alles lezen, sla de index-tabel over en lees daarna gewoon verder. Ben je alleen geïnteresseerd in een bepaald gebied, kijk dan eerst even in de onderstaande index-tabel.

heenreis 20 juli 
Pisco 21 juli
Ballestas 22 juli
Nasca 23 juli
Araquipa 24 juli
Colca canyon 26 juli
Araquipa 27 juli
Puno 28 juli
Uros-eilanden en Armanti 29 juli
Cusco 31 juli
Verborgen vallei 2 augustus
Incatrail  3 augustus
Machu Picchu 6 augustus
Cusco   7 augustus
Manu   8 augustus
Lima   18 augustus
terugreis 18 augustus

 

Dag 1

heenreis

(vrijdag 20 juli 2001)

Om vijf uur opgestaan. Erg vroeg, maar we moeten om half zeven op Schiphol zijn. Marjan brengt ons weg en na een kop koffie nemen we afscheid. Zij zal een week bij ons in huis blijven en daarna voor acht maanden naar Afrika en Australië vertrekken. Kortom: een wat langer afscheid.
Wij vliegen eerst naar Madrid en na een overstap vliegen we door naar Lima. We arriveren rond de avond, na twee rustige vluchten met Iberia, redelijke maaltijden en veel lezen.
Voor ons gevoel was het inmiddels al nacht, dus wilden we het liefste gaan slapen. Eerst moesten we echter nog met een busje naar het hotel en daar ontmoeten we gelijk al wat andere mensen uit de groep. (We maakten weliswaar een groepsreis, maar eten en excursies moest je vrijwel altijd zelf regelen en we reisden met openbaar vervoer, dus het was geen ''echte'' groepsreis; je was heel veel tijd op jezelf aangewezen. Een manier van reizen die ons erg goed is bevallen).
Na nog een welkomstdrankje konden we dan toch de kamer op gaan zoeken en na een douche, wij hadden als enige een kamer met douche, eindelijk slapen.

terug naar index

Dag 2

Pisco en omgeving

(zaterdag 21 juli 2001)

Om half acht opgestaan en na het ontbijt namen we een taxi naar het busstation. Daar, in een onverhard straatje met allemaal verschillende kleine busmaatschappijen, wachten we met onze groep, 16 personen groot, en nog wat andere passagiers op de lijnbus. De bus deed er zo'n drie kwartier over om Lima uit te rijden. Lima leek een erg grote niet al te mooie stad te zijn; later zou blijken dat dat beeld aardig correct was.
We reden zo'n drieëneenhalf uur voor we op onze eindbestemming, Pisco, waren. Onderweg bestond het landschap vooral uit woestijn. Voor de afwisseling zorgden vooral de verkoopsters die af en toe instapten en voornamelijk brood, chips en water verkochten. De dorpjes die we onderweg zagen, zagen er wat armoedig uit, maar zonder de indruk te wekken dat het land echt arm was.
In Pisco dumpten we onze rugzakken op de kamer en gingen met een minibusje op onze eerste excursie; vandaar dat waarschijnlijk de hele groep meeging. Eerst reden we naar een dorpje verderop, waar we heel veel pelikanen van heel erg dichtbij zagen. Ook lunchten we daar in een restaurant. Best lekkere vis gegeten, waarbij vooral opviel dat vrijwel iedereen iets anders bestelde, maar uiteindelijk toch hetzelfde op z'n bord kreeg.
Vervolgens reden we weer een stukje en wandelden we een heel eind met onze, niet echt goed Engels sprekende, Peruaanse gids Joeri (zijn naam zou een begrip worden de rest van de reis) om drie flamingo's in de verte te kunnen zien.. Na nog een korte stop in een niet leuk museum reden we weer een heel stuk de woestijn in, naar een "natuurlijke kathedraal" aan de kust. Jammer dat het al bijna donker was. Zeker toen we nog een stukje verder reden om via een andere kant de kathedraal in te gaan. Dat alles in het stikdonker, waarbij een aantal schaarse zaklampen ons voor vallen moest behoeden.
Tenslotte weer terug naar het hotel gereden en daar, voor we naar bed gingen, in de bar wat gedronken.

terug naar index

Dag 3

Ballestas

(zondag 22 juli 2001)

Ook deze morgen stonden we vroeg op; te vroeg want onze wekker is erg lastig in te stellen. We hadden daardoor wel extra lang de tijd om te ontbijten. En dat was deze morgen erg lekker met erg verse broodjes.
Met een busje gingen we naar hetzelfde dorpje als gisteren en daar stapten we in een speedboot. Al snel waren we bij de kandelaar. De kandelaar is een hele grote tekening op een heuvel in het zand, van een paar honderd meter groot, waarvan niemand weet waarom die gemaakt is en door wie. Feit is dat de tekening, omdat het hier eigenlijk nooit regent, al heel erg oud is.
Snel verder gevaren naar de Ballestas. Een groep rotsen, met heel veel zeeleeuwen, Jan van Genten,  een zestal pinguïns en heel veel andere zeevogels. Vroeger werd hier guano gewonnen, maar nu is het een natuurreservaat. Heel gaaf; jammer dat we weer zo snel terugvoeren. We hadden best nog wel wat langer willen rondvaren en -kijken.
Terug bij het hotel wat gegeten en daarna met de bus naar Ica. Daarvandaan, voor nog geen drie gulden, met een taxi naar een oase. Je kunt daar onder andere sand-boarden, maar niemand van onze groep waagde zich daaraan. We hielden het bij lekker in de schaduw zitten, wat rondlopen en eten en drinken.
Om zes uur, in het donker, met een minibusje naar Nasca gereden. Na een restaurant bezocht te hebben, waar we onder andere een slokje van een lustopwekkend drankje namen, wat zo pittig smaakte dat je het een uur later (!) nog proefde, namen en een redelijke maaltijd naar binnen werkten, gingen we naar ons hotel. Deze keer een heel eenvoudige kamer: alleen twee bedden, en een stoel en verder echt helemaal niets. Gelukkig wel een lekkere douche op de gang en heerlijk geslapen.

terug naar index

Dag 4

Nasca

(maandag 23 juli 2001)

Na een vroeg ontbijt namen we met de hele groep een aantal taxi's naar een hele oude begraafplaats. Een hele leuke gids leidde ons rond door het gebied, waar overal nog (resten van) botten lagen. De graven waren leeggeroofd, dus spullen van waarde lagen er verder niet. Wel was het soms een beetje luguber al die doodskoppen; soms zat het haar er nog aan. 
Na een kort bezoek aan een pottenbakkerij, waarbij de kolibrie die daar rondvloog tot ergernis van de gids de meeste aandacht trok, gingen we naar het vliegveld. Lang wachten, maar dan toch de lucht in met een klein vliegtuigje om de beroemde Nasca-lijnen te bekijken. Eerlijk gezegd vond ik het een beetje tegenvallen: de figuren die in het zand waren getekend waren veel kleiner dan verwacht. Alleen de kilometers lange, kaarsrechte lijnen vond ik indrukwekkend. Overigens geldt ook hier, net als bij de kandelaar van gisteren: niemand weet hoe en waarom dit alles getekend is. Hanneke ging niet mee de lucht in; zij vond het wel erg duur en verder zei het haar niets. Toen ook nog bleek dat meer dan de helft (!) van de mensen kotsmisselijk uit het vliegtuig kwam, was ze helemaal blij dat ze niet meegegaan was.  Zelf had ik gelukkig geen last van misselijkheid.
Na een lekkere en goedkope lunch, slenterden we nog wat door Nasca en om een uur of zeven waren we terug bij het hotel.
De nachtbus had wat vertraging, maar om negen uur zaten we dan toch op de achterbank en waren weer onderweg.

terug naar index

Dag 5

Araquipa

(dinsdag 24 juli 2001)

Na een lange nacht in de bus, met voor Hanneke veel en voor mij weinig slapen, arriveren we om acht uur in Araquipa. Voor die tijd zijn er nog allerlei verkopers in de bus die ons proberen te overtuigen allerlei producten te kopen. Denk hierbij aan tandenborstels, afslankmiddelen en meer van dat soort fraais.
Per taxi gaan we van het busstation naar het hotel en daar ontbijten we op het prachtige dakterras; lekker in het zonnetje. Ondertussen wordt onze kamer klaargemaakt. Een waanzinnig ruime kamer, met tweepersoonsbed en een warme douche. Kan niet beter. Althans: tot Hanneke klaar was met douchen; toen bleek het warme water op te zijn. Een veel voorkomend probleem in Peruaanse hotels: er is wel warm water, maar niet al te veel.
Vervolgens gingen we met een aantal mensen de stad in om het kloostercomplex te bekijken. Daar was niets te zien van de grote aardbeving die een paar weken geleden had plaats gevonden. Verder waren er redelijk wat gebouwen in Araquipa beschadigd, waaronder één van de twee torentjes van de kathedraal. Het kloostercomplex was groot, best mooi en geverfd in de prachtigste kleuren, vooral in combinatie met de strakblauwe lucht en de besneeuwde vulkaan Misti op de achtergrond.
Het merendeel van de mensen ging lunchen in een vegetarisch Hara Krisna restaurant, maar met z'n vieren gaven we de voorkeur aan hamburgers en patat. Hanneke ging vervolgens naar het hotel om een uurtje te slapen, maar ik besloot nog wat langer rond te dwalen in Araquipa. Een leuk stadje, waar je uren kunt slenteren.
Om vijf uur verzamelden we met de hele groep en met een taxi, via een gigantische omweg en over een onvoorstelbaar steile weg (waarvan ik me vooraf niet kon voorstellen dat daar ooit een auto omhoog was geweest) kwamen we tenslotte bij een uitkijktoren terecht. Gezien de tijd die we erover gedaan hebben om er te komen is het jammer voor de chauffeur dat je van te voren een prijs afspreekt... Op de uitkijktoren zagen we de laatste zonnestralen over de stad heen glijden en vervolgens liepen we een stukje naar een restaurant.
We mochten een kijkje nemen in de keuken en zagen daar de cavia's rondlopen en geslacht worden. Des ondanks wilden de meeste mensen het toch eens eten; zelfs een levend exemplaar aan tafel wat je mocht aaien bracht daar geen verandering in. Over het algemeen was de mening dat cavia redelijk lekker was, alleen wel vrij vet, veel botten en heel erg prijzig. Toch hoort het er een beetje bij als je in Peru bent: cavia geldt daar als een delicatesse.
Met de taxi gingen we terug naar het hotel en na een kopje thee op het centrale plein in het centrum, wat echt om de hoek van het hotel zit, te hebben gedronken gingen we weer slapen.

terug naar index

Dag 6

onderweg naar de Colca canyon

(woensdag 25 juli 2001)

Na, alweer, een vroeg ontbijt leveren we de meeste bagage in en gaan met twee minibusjes op stap. Gelukkig hebben we een erg voorzichtige chauffeur (een zeldzaamheid in Peru) en een leuke gids in ons busje. Wel zo prettig, want het wordt een lange rit, van zo'n vier uur. De weg begint als asfalt maar wordt steeds slechter te berijden. Regelmatig houden we een fotostop. Gelukkig maar, want het landschap is prachtig: kaal, ruig, leeg en bergen. Ook zien we onder andere lama's en alpaca's (een klein soort lama's) en gaan een pas van 4800 meter over. Het hoogste punt van deze reis, en je merkt heel goed aan de druk op je hoofd dat je erg hoog zit. Door het ontbreken van sneeuw heb je dat in eerste instantie niet zo in de gaten, maar als je ziet hoeveel mensen er in meer of mindere last hebben van hoogteziekte besef je dat des te meer.
We zakken gelukkig weer naar 3300 meter en stoppen in een dorpje, waar ook ons hotel ligt. Eerst gaan we lunchen en vervolgens een prachtige wandeling naar een warmwaterbron maken. Zwemmen daarin is erg warm, en doordat de bron uitkomt in een ''gewoon'' zwembad heb je eigenlijk niet in de gaten dat het een natuurlijke bron is. Anders dan in IJsland zullen we maar zeggen. Hoe het ook zei: we weken weer helemaal schoon.
Terug in het dorp, ook wij gaan nu met een taxi, wordt Hanneke heel erg misselijk en krijgt last van diaree, dus gaat ze naar bed. Toch hoogteziekte? Samen met Jeroen ga ik ergens op straat iets eten. Dit wordt altijd heel sterk afgeraden, maar wij hebben geen seconde spijt. Het is ontzettend smakelijk, spotgoedkoop (inclusief een flesje cola en fooi zo'n twee gulden per persoon) en heel erg sfeervol.
Na nog een afzakkertje in een Ierse pub, waar ze geen Engels spreken of Iers bier verkopen, ga ook ik vroeg naar bed.

terug naar index

Dag 7

Colca canyon

(donderdag 26 juli 2001)

Om zes uur ontbijten we en gaan vervolgens twee uur rijden naar de diepste canyon ter wereld. Althans: dat zegt men hier. De route er naar toe is schitterend, met heel veel terrassen voor de landbouw. De Inca's hadden overigens zulke slimme technieken bedacht dat we nu nog maar 40% van de grond die zij in gebruik hadden kunnen gebruiken.
Bij de canyon, waar we condors hopen te gaan zien, is het ontzettend druk met toeristen. Opnieuw valt ons op hoe toeristisch dit land is: nog nooit zijn we in een land geweest waar dit zo sterk opviel. Verder hebben we ook hier geluk: de grote vogels, met een spanwijdte van wel drie meter, kunnen we van heel dichtbij zien en fotograferen.
Op de terugweg maken we nog een wandeling van ruim een half uur, waarbij we opnieuw genieten van het uitzicht en de omgeving. 
De lunchstop is bij een restaurant waar we voor het eerst (en vanwege de smaak ook voor het laatst) chico, maisbier, drinken en de alpaca's het brood uit je handen eten. Het eten smaakt redelijk, maar echt onder de indruk ben ik (nog?) niet van de Peruaanse keuken.
In het donker arriveren we weer in Araquipa en krijgen gelukkig dezelfde kamer als de vorige dag. Door het vele stof, wat vooral werd veroorzaakt door de tegenliggers onderweg, verlangen we vooral naar een lekkere douche. Na de douche zijn we met een stel dames uit de groep ergens heel lekkere broodjes en soep wezen eten en om een uur of negen waren we terug in het hotel. Daar nog wat in m'n Stephan King liggen lezen en daarna lekker slapen.

terug naar index

Dag 8

Araquipa 

(vrijdag 27 juli 2001)

Onze wekker en horloge stonden stil, maar toen we opstonden bleek het een uur of negen te zijn. Lekker op het dakterras in het zonnetje ontbeten. Hanneke had nog steeds last van diaree, dus die hield het maar bij alleen thee. 
Vervolgens slenterden we samen door de stad, waarbij we een bakker ontdekten, die prima koffie schonk en de lekkerste puddingbroodjes verkocht. Vanzelfsprekend brachten we ook een bezoek aan het museum waar Juanita, een oude maar in zeer goede staat verkerende mummie, lag. Eerst kregen we een film te zien en vervolgens een rondleiding. Leuk en leerzaam.
De rest van de dag brachten we door met hier en daar wat eten en/of drinken, rond slenteren, emaillen naar het thuisfront en wat inkopen voor de volgende dag te doen. Vanzelfsprekend brachten we daarbij nog een bezoekje aan de bakker en ook andere mensen van de groep waren erg blij met de tip om die bakker te bezoeken.
's Avonds dineerden we weer met een aantal mensen uit de groep (omdat Hanneke toch niets at vonden we het wel zo gezellig om samen met wat andere mensen te gaan eten) en gingen tenslotte weer op tijd naar bed.

terug naar index

Dag 9

Puno

(zaterdag 28 juli 2001)

Na maar weer eens vroeg ontbeten te hebben op het dak van het hotel namen we een taxi naar het station. Daar de trein genomen; althans: nadat eerst drie keer de kaartjes gecontroleerd waren. Het was een erg luxe trein, met onder andere glazen en servetjes op de tafel. Peruanen mogen overigens niet in deze trein reizen, net zo min als toeristen in de trein mogen reizen die voor de Peruanen is bestemd. De snelheid is overigens wel min of meer identiek: zo'n 25 kilometer per uur. Dit komt overigens niet omdat er veel stopplaatsen zijn onderweg (sterker nog: die zijn er eigenlijk gewoon niet). En omdat het smalspoor is, schommelt het ook nog eens extra hard.
De rit van 11 1/2 uur was verder schitterend en voerde ons dwars door de Andes. Behalve met naar buiten kijken en genieten van bergen, meren, kuddes lama's en kleine kleurige dorpjes onderweg, doodden we de tijd met eten, drinken, lezen en kaarten. Alvast een, naar later zou blijken fout uitgepakte, hoogtestage voor de harten-jaag-competitie op IJsland.
Halverwege de rit moesten we nog een flink stuk achteruit rijden: er kwam een tegenligger aan en het was slechts enkelspoor. Het heeft dus z'n voordelen zo'n lage snelheid! Verder gebeurde er weinig schokkends meer tot Puno.
In Puno liepen we naar het hotel, wat ook nu weer midden in het centrum bleek te zitten en na een heerlijke warme douche zijn we samen ergens in een kippenrestaurant wezen eten. Kip is echt volksvoedsel nummer één en afgezien van ons zaten er alleen maar Peruanen in dit eettentje.
We liepen nog een rondje door het stadje en precies in het restaurant waar wij een kopje koffie zaten te drinken bleek ook de rest van de groep te zitten eten. It's a small world...
Na de redelijke kop koffie liepen we terug naar het hotel om daar de spullen voor de volgende dag te gaan inpakken en daarna te gaan slapen.

terug naar index

Dag 10

Uros-eilanden en Armanti 

(zondag 29 juli 2001)

Zoals vrijwel iedere morgen staan we ook nu weer vroeg op (en dat heet dan vakantie!). We ontbijten nu niet in het hotel, maar ergens verderop in een cafeetje. Een smakelijk ontbijt. Dat is trouwens één van de grote voordelen van deze reis: het eten is, afgezien van de meerdaagse excursies, nergens inbegrepen, wat dus eigen initiatief vraagt en ervoor zorgt dat je niet altijd met de groep op stap hoeft.
Met een taxibusje gaan we naar de haven en in totaal gaan er 28 toeristen aan boord. Na een half uurtje varen zijn we op de Uros-eilanden. Deze eilanden zijn van riet gemaakt, net als de huisjes die erop staan. Af en toe wordt er nieuw riet opgegooid, ter vervanging van het verrotte. De eilanden zijn overigens nu niet meer bewoond, maar vroeger wel. Wat de mensen er toe gebracht heeft om zo te leven weet niemand, maar men vermoedt dat de mensen vanwege een oorlog op de vlucht zijn geslagen en dit als enige uitwijkmogelijkheid zagen. Alles bij elkaar is het best leuk om te zien, maar wel weer heel erg toeristisch. Zeker als je dan ook nog met een rieten bootje naar het volgende eilandje vaart en dan ziet dat onder het riet van het bootje gewoon plastic is gebruikt...
Na weer drie uur varen met een ''echte'' boot komen we aan op Armanti. Een eiland zonder heel veel dingen die voor ons heel gewoon zijn (auto's, stromend water, fruit enzovoorts). Een ieder krijgt een gastgezin toegewezen en wij lopen met onze gastheer mee naar zijn huis. We krijgen een eigen kamertje toegewezen en zien ons gastgezin vrijwel niet meer. Jammergenoeg spreken ze geen Engels en vrijwel geen Spaans, dus echt een gesprek hebben lukt ook niet. Dit varieert overigens per gastgezin: andere mensen hebben hele andere ervaringen en vaak heel goed kunnen zien hoe de bevolking tegenwoordig leeft.
Na de lunch, soep, patat en gebakken ei, en een rondje door het dorpje lopen verzamelen we om vier uur op het sportveld. Daarvandaan gaan we omhoog. We beklimmen een berg, met bovenop een Inca-ruïne en kijken naar de zonsondergang voor we weer naar beneden gaan.
Na het avondeten, soep, rijst en bonenprutje, gaan we naar een feest. Ook wij worden door ons gastgezin in de plaatselijke klederdracht gehesen: Hanneke gaat als een soort Tirolermeisje (met drie rokken over elkaar) en Jan met een poncho. Op het feest wordt vooral veel gedanst, maar dan op erg langdradige live-muziek en dansen met bijzonder weinig afwisseling. Vooral de plaatselijke bevolking amuseert zich prima en wij gaan om een uur of tien naar bed.

terug naar index

Dag 11

Uros-eilanden en Taquile 

(maandag 30 juli 2001)

Na ontbijt, rijst, patat en pannenkoeken, gaan we weer aan boord. We varen een half uurtje en komen dan aan op het eiland Taquile. Daar lopen we een half uur, met tussendoor de nodige uitleg van een gids over de plaatselijke gewoonten en de veel soorten groenten die men hier teelt en eet en komen dan op het plein van een stadje. Er is een grote markt aan de gang, die volgens onze Nederlandse gids (Liesbeth), die hier vaker komt,  inderdaad niet al te vaak gehouden wordt. Er zijn heel veel kramen, die allemaal dezelfde nijverheidsproducten verkopen, en er vinden hele kleurige volksdansen plaats. Saaie dansen maar door al die kleurige kleding toch leuk om te zien.
Een uurtje later gaan we in een restaurant wat eten. Lekkere vis en nog lekkerdere pannenkoeken met banaan. Na het eten nog drie uur varen en zo rond vier uur zijn we terug in Puno.
Eerst naar het hotel en daarna de stad in om inkopen te doen. We ''scoren'' onder andere een kleed en een trui; zo'n typische Peruaanse trui, waar alle toeristen in lopen. Voor zeven uur zorgen we terug te zijn in het hotel, want dan is er weer warm water. Gelukkig realiseerde niet iedereen zich dat, dus heel veel mensen zaten ondertussen te eten in de stad, waardoor de rij voor de douche achterwege bleef.
Na de douche zijn we op straat wat wezen eten (voor zo'n anderhalve gulden per persoon) en verder slenterden we nog heel lang over de markt. Het leuke van de markt van Puno is dat het geen toeristenmarkt is, maar gezien de aangeboden producten echt een markt voor de plaatselijke bevolking. Wij probeerden nog wat gefrituurde koeken en na een cafébezoek om nog wat te drinken gingen we naar bed.

terug naar index

Dag 12

Cusco 

(dinsdag 31 juli 2001)

Je raadt het al: weer vroeg opgestaan. Na het ontbijt aan de overkant van de straat (en ook vandaag weer brood, jam, gebakken eieren, thee en sju), liepen we naar het busstation, waar we de bus naar Cusco pakten. Die bus doet er zo'n acht uur over, stopt vrijwel nergens en er is niet veel ruimte voor je benen. Af en toe muzikanten (lees: herrie) of mensen die eten en/of drinken verkopen in de bus. De vleesverkopers nemen dan gelijk wat vliegen mee naar binnen...
Verder is het werkelijk een schitterende rit: (besneeuwde) bergen, kuddes lama's, hoogvlakten en nog veel meer ander fraais. Eén van de mooiste bustrajecten die we ooit afgelegd hebben!
In Cusco nemen we een taxi naar het hotel en daar blijken er te weinig kamers leeg te zijn. Hanneke eindigt daarom op een ''vrouwenkamer'' en ik lig samen met Jeroen en Jan-Wim op een ''mannenkamer''. Ook dat is Peru.
Voor het eten gaan we met een stel anderen ergens koffie met heerlijk appelgebak nuttigen. Een adresje waar we nog vaker heen zullen gaan! Later gaan we weer eens met de hele groep ergens eten. Smaakt prima en is erg gezellig. Zowaar komt al het eten min of meer tegelijk. Redelijk bijzonder, want meestal komt het eten in etappes en eet iedereen min of meer alleen.
Na afloop gaan we met een stel medereizigers  in de lobby van het hotel flink zitten borrelen (de fles apfelcorn gaat leeg) en om een uur of twaalf gaan we naar bed.

terug naar index

Dag 13

Cusco 

(woensdag 1 augustus 2001)

Jeroen had de vorige avond de dames ontbijt op bed beloofd en omdat hij, natuurlijk, zijn belofte nakwam ontbeet ik zonder Hanneke. Zo rond een uur of negen zijn we met z'n vieren de stad ingegaan en brachten eerst een bezoek aan de kathedraal op het centrale plein. Een erg groot en indrukwekkend gebouw, met heel veel bladgoud en andere fraaie versieringen. Soms kunst en soms kitsch? Omdat ze binnen volop aan het restaureren waren, konden we niet alles even goed bekijken.
Na koffie met appelgebak gaan we met een aantal mensen van de groep met een taxi naar een tehuis voor gehandicapten. Dat tehuis draait voornamelijk op vrijwilligers, die betalen om hier vrijwilliger te zijn! We krijgen een leuke en interessante rondleiding en raken erg onder de indruk van al het werk wat de vrijwilligers hier verrichten. Het tehuis is overigens wel veel minder armoedig dan wij bang voor waren; gelukkig maar. Niet dat het echt rijk of luxe was, maar men had wel de beschikking over heel veel materialen en apparaten en het stonk absoluut niet naar urine of zo; iets wat heel vaak voorkomt in dit soort tehuizen in armere landen.
De rest van de middag slenteren Hanneke en ik wat door de stad. Af en toe eten of drinken we wat, bezoeken een aantal musea en kathedralen of gaan lekker in het zonnetje zitten. Ook hier is het weer bijzonder aangenaam: zo'n twintig graden en zonnig; ideaal vakantieweer.
Na wat kletsen en schrijven gaan we samen met Charlotte ergens geld pinnen, iets wat ook al geen probleem is in Peru, en daarna ergens wat eten. Na nog een kopje koffie ontmoeten we het merendeel van de groep in een Ierse pub, waar ze onder andere een heerlijk cocktail met de naam ''sombrero'' schenken. De meeste mensen gaan vroeg naar bed, maar  samen met de beide Jeroenen en Jan-Wim blijf ik tot sluitingstijd biljarten en borrelen.
Helaas ligt onze kamersleutel nog op de kamer en dus kunnen we er niet in. De portier heeft geen loper o.i.d., dus slapen we, ongedoucht en met ongepoetste tanden, één nachtje op een andere kamer.

terug naar index

Dag 14

Verborgen vallei  

(donderdag 2 augustus 2001)

Na een wat chaotisch verlopen ontbijt verzamelen we om acht uur en gaan de hele dag met een busje en een gids op stap. Hanneke heeft wat last van diaree, maar gaat toch ook maar mee.
We rijden allereerst naar de plaats waar de zonnetempel van de Inca's heeft gestaan. We raken onder de indruk van het vakmanschap waarmee de grote stenen gemaakt en geplaatst zijn, maar kunnen niet geloven dat die duizenden kilos wegende stenen over rollende boomstammen zijn aangevoerd. Hoe dan wel? Geen idee, maar hoogstwaarschijnlijk met een techniek waarvan het bestaan niet (meer) weten c.q. niet (meer) beheersen. 
Na een prachtige autorit arriveren we bij een Incaopgraving in de verborgen vallei. Mooi, maar superdruk. 
Beneden in het dorpje lunchen we met matig smakende kip en slenteren nog wat over de markt voor we naar de laatste Incastad van vandaag gaan. Dit is de best bewaarde van allemaal, en volgens velen nog mooier dan Machu Picchu. Ook wij raken onder de indruk van het vakmanschap van, bijvoorbeeld, de waterleiding. Het water komt namelijk via een ingenieus systeem van kilometers verderop gelegen smeltwater en de waterleidingen functioneren nu nog steeds! Sterker nog: eigenlijk heeft men geen idee hoe het precies werkt...
In het donker rijden we terug naar Cusco, waar we inkopen voor de Incatrail gaan doen.
Voor we gaan douchen pakken we de rugzakken in en met acht persoon gaan we opzoek naar een restaurant. Lang zoeken, gratis pisco (een lokale ''borrel''), drie kwartier wachten en dan eindelijk een voorgerecht. De maaltijd is niet echt lekker en tegen elf uur zijn we weer terug in het hotel, waar ik zo ongeveer binnen één minuut in slaap val.

terug naar index

Dag 15

Incatrail 

(vrijdag 3 augustus 2001)

Om half zeven staan we op en om half acht stappen we in de bus die ons naar het startpunt van de Incatrail zal brengen. Een korte stop bij de opgraving, waar we gisteren ook al zijn geweest en dan gaan we een gravelweg op. Gelukkig zijn we na een paar kilometer hotsen op het startpunt van het beginpunt van de Incatrail; voor mij de belangrijkste reden om naar Peru op vakantie te gaan.
Het is erg druk, maar o wat mooi! Besneeuwde bergtoppen, een snelstromende rivier, kale bergen en bloeiende bloemen. Nog nooit een bordje op het startpunt van een wandeling gezien, wat zo fotogeniek was als het bordje hier! Gelukkig gaan we dan ook snel op pad. De dragers dragen de meeste spullen, maar zelf loop ik met het merendeel van onze eigen spullen (heel veel flessen water, slaapzakken, matjes, kleding enz.) in m'n rugzak. De dragers lopen vrijwel allemaal op (kapotte) slippers met zo'n 20 kilo op hun nek. En natuurlijk niet met zo'n mooie binnenframe rugzak. Wel valt één ding op: als ze je voorbijkomen rennen ze bijna, maar als ze denken dat niemand ze ziet staan ze heel vaak stil en lopen een stuk langzamer. Toch hebben we absoluut bewondering voor ze, want zo als zij naar boven gaan, doe ik ze niet na.

Het startpunt van de Incatrail. Het startpunt van de Incatrail.


We houden er, ieder overigens in z'n eigen tempo (de hele groep loopt mee), flink de pas in. Zelfs de gids heeft wat moeite met ons tempo... Toch genieten we volop deze route. We snappen waarom deze wandeling volgens de Lonely Planet, samen met de Landmannalauger in IJsland en de Milfordtrack in Nieuw-Zeeland, tot de drie mooiste wandelingen ter wereld wordt gerekend.  IJsland ''deden'' we al in 1996 (en Jan in 2001 nog een keer) en Nieuw-Zeeland hopen we absoluut ook nog een keer te lopen!
Na een uurtje houden we een lange pauze met aansluitend een stevige, door de kok bereidde, lunch: soep en spaghetti. Best lekker, alleen moeten we snel dooreten om voor het donker op de ''camping'' te zijn.
De route na de lunch begint met een stevige klim, maar wordt beloond met uitzicht op een Incastad. Erg mooi. Na een korte uitleg van onze gids lopen we weer verder. Af en toe klimmen of dalen, maar vooral: genieten van het uitzicht. Zo zien we onder andere weer heel veel verschillende bloeiende bloemen en diverse kolibriesoorten.
Rond half zes zijn we op het kampterrein, waar de tenten al opgezet zijn door onze dragers. Na een minuutje of vijf is heel onze groep van 14 personen compleet (twee personen van de oorspronkelijke groep zijn nu onderweg naar Aruba). Lekker zitten en bijpraten over deze prachtige wandeldag. We zitten in een grote tent, waar thee, oploskoffie, koekjes en popcorn al voor ons klaarstaan. Even later krijgen we eten (rijst, patat en gebakken vis), wat erg lekker smaakt na zo'n inspannende tocht.
Na het eten duiken we de veel te kleine tent in: twee matjes passen precies naast elkaar. Jammer alleen dat je dan ook nog je bagage en schoenen in de tent kwijt moet... Misschien is dat dan wel een gedeelte van het prijsverschil met andere organisaties. In Cusco zijn er namelijk ontzettend veel bureautjes die de Incatrail aanbieden. De prijzen variëren daarbij meer dan 100%. De dragers krijgen echter allemaal hetzelfde (zeer lage) loon en ook ons eten is beslist goed en uitgebreid te noemen. Ook onze gids is zeer bekwaam, behulpzaam en spreekt zeer goed Engels; we zouden geen andere willen. Kortom: eerst even prijzen vergelijken voor je boekt!

terug naar index

Dag 16

Incatrail 

(zaterdag 4 augustus 2001)

Een nacht met zeer weinig slaap. Niet alleen vanwege de veel te kleine tent, maar vooral omdat Hanneke ontzettend ziek was en vrijwel de hele nacht last had van diaree en overgeven. 
Nadat we gewekt zijn krijgen we thee op bed en 's morgens voelt ze zich iets minder beroerd en besluit toch te gaan lopen. Na een uurtje zal ze dan definitief moeten kiezen: daarna is doorgaan net zover als teruggaan. We hebben ons zo op deze wandeling verheugd dat ze het in ieder geval wil proberen. Nadat alles ingepakt is ontbijt ik met lekkere ''broodjes'', warme pap en thee en vervolgens gaan we 1200 meter klimmen. Mijn rugzak is nu een stuk zwaarder, want vrijwel alle bagage uit Hanneke's rugzak zit nu in de mijne. De gids houdt alles goed in de gaten en besteed extra aandacht aan Hanneke en controleert ook direct of ze niet teveel sjouwt. Klasse! 
Het eerste stuk van de route gaat redelijk soepel en dat geeft ons meer tijd om te genieten van de omgeving. Na een uurtje houden we een korte stop en vervolgens lopen we door een tropisch bos, met heel veel bloemen, bomen en kolibries. Die vliegen overigens zo snel, dat ze vrijwel niet vast te leggen zijn met de camera.
Iedereen loopt in z'n eigen tempo en gelukkig is het wat minder druk op de route dan gisteren. Wel zie je constant dezelfde mensen; mensen die min of meer hetzelfde tempo lopen als jijzelf. Wonder boven wonder loopt Hanneke nog redelijk goed en kan ondanks haar ziekte toch genieten van de wandeling en raakt ook zij onder de indruk van de schoonheid van het landschap met z'n hoge kale bergen. Tussendoor houden we nog een lekkere lange pauze in de zon en dan begint het echte afzien: we gaan naar de top van 4200 meter hoogte. Toch een geweldige kik om dan bovenop te staan! Vanwege de koude wind die bovenop staat dalen we snel een stukje af en kort daarna zien we de grote tent, waarin we lunchen, staan. Een heerlijke lunch die bestaat uit thee, soep, rijst, aardappelpuree en een tomaat/ui/vis-prutje. Natuurlijk is iedereen toch een beetje trots dat het hoogste punt bereikt is en ondanks de moeheid van de meeste mensen is iedereen toch vooral onder de indruk van de schoonheid van het landschap.
We dalen nog een half uurtje, waarbij Hanneke min of meer opgeknapt lijkt te zijn, ondanks dat ze de hele dag vrijwel niets heeft gegeten en ook zij een zware lichamelijke inspanning heeft verricht. Gelukkig zijn we dan op het kampterrein. Daar eerst wat gezeten en een hardloopwedstrijd met Charlotte (zij en ik zijn de enigen die niet echt moe lijken te zijn) gehouden. Even de overtollige energie kwijt raken. Onder het genot van een kopje thee zitten we met z'n allen in de grote tent, waarbij er allerlei interessante discussies ontstaan over allerlei ''zwaardere'' onderwerpen.
Ons avondeten bestaat uit soep, rijst, patat en kip en smaakt weer heerlijk. Na het avondeten is er zelfs wijn (ook al bij de prijs inbegrepen) en onder het genot van een, door een medereiziger meegenomen, borrel hartenjagen we nog wat. Heel veel mensen hebben coca-bladeren tegen de hoogteziekte genuttigd, maar zelf heb ik ze niet op en voel me perfect. Zoals al een beetje gedacht is het waarschijnlijk vooral een psychologisch middeltje.

terug naar index

Dag 17

Incatrail 

(zondag 5 augustus 2001)

Ook vandaag worden we gewekt met een kopje thee en nadat alle spullen zijn ingepakt krijgen we ontbijt. De wandeling start met een stevige klim en na een half uur zijn we bij een Incaruïne. We krijgen een uitleg van de gids en klimmen dan verder naar de top van 3900 meter.
We dalen af naar een andere grote ruïne en verbazen ons ook hier over bijvoorbeeld het ingenieuze systeem wat de mensen een paar honderd jaar geleden al gebruikten om water te halen. Na dit bezoekje lopen we een heel stuk door een jungle. We zien heel veel mooie bekende en onbekende planten, maar geen vogels. 
De lunch is ook vandaag weer erg uitgebreid en na deze pauze vervolgen we de route door de jungle. Eerst een kort klimmetje en daarna vrijwel vlak lopen. Het is op dit gedeelte van het pad zo rustig dat het lijkt of we de enige wandelaars zijn: we zien of horen niemand anders.
Bij de volgende ruïne verzamelen we weer met de hele groep en na de rondleiding gaat weer iedereen in z'n eigen tempo verder. Hanneke is gelukkig flink opgeknapt, wat wel lekker is, want er volgt nu een pittige afdaling. Eerst gaat de route over een hele lange trap, maar later gaat het over een gewoon pad steil naar beneden. Ook op dit stuk van de route zien we weer heel veel bloemen en planten, waaronder varens, begonia's en vooral veel planten waarvan we de naam niet weten. Het laatste stuk van deze etappe gaat over een steil zanderig pad en om half vier zijn we op het eindpunt van deze dag. Dat is een grote camping, waar heel veel tenten heel erg dicht op elkaar staan. Ook de mensen die de tweedaagse Incatrail lopen, en dat zijn de meeste, slapen namelijk hier. 
We eten soep en rijst met vlees en groente in de kantine; lekker zittend op een stoel en aan een tafel. Jammer dat alleen alle groepen er zo over denken..
Voor en na het eten hartenjagen we een paar potjes en dit alles onder het genot van een flesje bier. Ook worden onze dragers en gids hartelijk bedankt en krijgen een welverdiende goede fooi. Die fooi varieert wel heel erg per groep: we zagen dragers die één dollar per persoon kregen (en de gevers waren dan nog trots en de dragers deden alsof ze het een gigantisch bedrag vonden), maar gelukkig dacht onze groep er iets anders over en legde tien dollar per persoon in.
Mede vanwege de drukte en herrie in de kantine hielden we het om half tien voor gezien en doken lekker de slaapzak in. Gelukkig waren wij 's middags als één van de eerste op het kampterrein gearriveerd en lagen daardoor in een tentje wat in ieder geval horizontaal stond; iets wat niet iedereen kon zeggen...

terug naar index

Dag 18

Incatrail en Machu Picchu

(maandag 6 augustus 2001)

Al om vier uur worden we gewekt en na het inpakken en eten van pannenkoeken gaan we om vijf uur op pad. In het begin is het pikkedonker en maken we gebruik van zaklampen. Al snel wordt het wel iets lichter, maar veel van de omgeving zien we niet, alleen zien we dat het pad soms erg smal is en de afgrond redelijk diep. Gelukkig is het, afgezien van de trap op het einde, wel redelijk vlak en zo tegen een uur of zes arriveren we op de plek waar we Machu Picchu voor het eerst zien liggen. Een geweldig gezicht om daar de oude Incastad te zien liggen! We wachten ruim een uur in de kou en zien dan het complex prachtig in de zon komen te liggen. Er is geen wolkje of mist te zien; iets wat niet zo heel vaak schijnt voor te komen.
Na het maken van de nodige plaatjes lopen we er naar toe en bij de ingang kunnen we onze rugzakken achterlaten. Onze gids geeft een gedegen en uitgebreide rondleiding en we raken opnieuw weer onder de indruk van wat de Inca's gepresteerd hebben. Zo is onder andere de ligging heel bijzonder: de bergen rond het complex hebben heel duidelijk de vorm van een mensengezicht; zie ook de foto hieronder.

Machu Picchu of een mensengezicht?

Dit is dus absoluut geen trucfoto of alleen vanaf een bepaald punt te zien. Sterker nog: wij hoorden dit pas in het complex en hadden de dia's dus al gemaakt voor we het wisten; desondanks is het resultaat verbluffend.

Wat ons direct opvalt is dat Machu Picchu nergens ontsierd wordt door dingen die er eigenlijk niet thuis horen. Nergens zie je vuilnisbakken, verkopers, souvenirshops of afval liggen: een weldaad voor het oog. En natuurlijk zijn we weer geïmponeerd door de (bouw)technieken en andere slimmigheden die de Inca's toepasten. Jammer dat de Spanjaarden destijds alles vernietigd hebben, want ik ben ervan overtuigd dat de Inca's technieken beheersten die nu verloren zijn gegaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het volkomen glad maken van gigantische rotsblokken, die gebruikt werden voor het bouwen van tempels. De Spanjaarden hebben Machu Picchu overigens nooit ontdekt. Nog steeds is niet duidelijk waarom het complex destijds verlaten en vergeten is.
Na nog een half uurtje in de zon gelegen te hebben gaan we met een bus, via een hele steile haarspeldbochtweg, naar het dorpje in het dal. Dat dorpje is gebouwd rond een spoorlijn en als de trein er aankomt, moeten er eerst allerlei spullen van de rail worden weggehaald. In het dorpje slenteren we wat rond en eten en drinken we wat om rond half vijf naar het station te gaan om de trein naar Cusco te nemen.
Van de treinreis zie ik niet zoveel, want ik ben doodmoe en slaap verreweg het grootste gedeelte van de reis. Pas op het laatste stuk, als we gaan zigzaggen (de trein rijdt daarbij eerst een stuk vooruit, en vervolgens, na het omzetten van een wissel, weer achteruit) ben ik weer wakker. Cusco ligt dan, verlicht door heel veel lampen, diep beneden ons. Tenslotte arriveren we op het station en daar vandaan lopen we naar het hotel, waar we na het nemen van een douche snel ons bed inkruipen.

terug naar index

Dag 19

Cusco 

(dinsdag 7 augustus 2001)

Lekker uitgeslapen en bij een bakker met een vers broodje en een kopje thee ontbeten. Vervolgens naar de bank, Internetcafé en markt. De markt is gelukkig absoluut niet toeristisch en we staan versteld van wat daar allemaal te koop is. Niet alleen allerlei ''troep'', maar ook heel veel groenten en fruit, waarvan wij geen idee hebben wat het is.
Verder bezoeken we allerlei musea, waarbij we vooral de voormalige zonnetempel de moeite waard vinden. We lunchen met een stel andere mensen van onze groep, slenteren uren door de stad, zitten op een bankje, doen inkopen en brengen zo de dag op een rustige manier door.
Om zeven uur hebben we een meeting over Manu, het gebied waar we onze jungletocht gaan houden, en horen daar over allerlei gevaren die ons mogelijk te wachten staan.
Om acht uur het afscheidsdiner met de hele groep, waarbij we Liesbeth, onze gids, bedanken voor haar fantastische hulp. Ze was echt een prima gids, die hielp waar nodig was en zich vooral niet met je bemoeide als dat niet nodig was. Klasse.
Om half elf zijn we terug in het hotel, waar we alle spullen pakken, voordat we morgen vroeg op pad gaan.

terug naar index

Dag 20

Manu (heenreis)

(woensdag 8 augustus 2001)

Om half vijf stonden we op en met z'n drieën (Charlotte, Hanneke en Jan) werden we opgehaald door een klein busje. Bij het bureau van de reisorganisatie worden nog wat spullen en mensen ingeladen en rijden we naar ''onze'' truck (die te zwaar is om Cusco in te mogen). De auto lijkt een beetje op de truck waar we vorig jaar mee in Afrika rondtoerden, alleen is deze van Russische makelij. De ramen trillen open, maar gelukkig zitten de stoelen wel goed. Al snel rijden we door een prachtig berggebied, over een halfverharde weg.
Later stoppen we bij een aantal pre-Inca graftombes, waar we wat foto's maken en een klein stukje wandelen. Daarna doorrijden naar een klein dorpje, waar we ontbijten in een restaurantje en een rondwandeling krijgen. 
Na nog een uurtje rijden rijden we de wolken en het Nationale Park Manu binnen. Gelukkig dalen we redelijk snel en zien we het nevelbos goed liggen. Nog een uurtje later stoppen we voor een uitgebreide lunch. Een ieder krijgt een brooddoos vol met lekkers en volgens mij krijgt niemand z'n bak leeggegeten.
Vervolgens gaan we lopend verder en zijn zo'n drie uur onderweg. We zien heel veel verschillende planten, bloemen, vlinders, vogels en ander moois. ''Zomaar'' wat hoogtepunten: tourakos (grote vogels), begonia's, bananenplanten, bamboe en blauwe vlinders. Vanzelfsprekend lopen we niet erg snel, zodat we zoveel mogelijk kunnen genieten.
Rond een uur of vier arriveren we bij de lodge. Daar blijkt dat we vannacht min of meer in de openlucht slapen; in een éénpersoons bed, onder een klamboe en afdakje. Toch wat primitiever dan verwacht; geen probleem natuurlijk.
Net als tijdens de Incatrail is er ook nu weer thee met popcorn. Tussendoor hartenjagen we wat. Ons avondeten bestaat uit rijst, aardappelpuree, saus en vlees met perziken toe. Smaakt heerlijk. Nog een kopje koffie en een potje kaarten voor het slapen gaan. Het is erg vroeg donker, dus het is maar goed dat er een lampje brandt. anders hadden we waarschijnlijk helemaal vroeg in bed gelegen.
's Nachts waait het flink, maar verder slapen we prima.

terug naar index

Dag 21

Manu 

(donderdag 9 augustus 2001)

Om zes uur worden we gewekt en na het ontbijt lopen we een stukje om even later ingehaald te worden door de truck. We stappen in en drie uur later, met een tussenstop in een klein dorpje van ''houten hutjes'' waar nog wat foerage wordt ingeslagen, komen we op het eindpunt aan.
We wachten even en stappen dan in de boot; een lange smalle boot met afdakje en redelijke zitplaatsen. In eerste instantie zitten er redelijk wat mensen in de boot, maar als we er een aantal hebben afgezet blijven we met slechts negen mensen over: een gids, een kok, een bootsman, diens assistent en vijf toeristen. De andere twee toeristen zijn een Nederlands meisje en haar Belgische vriend, wat in ieder geval geen taalproblemen zal opleveren.
We varen in een redelijk tempo de rivier af, met links en rechts oerwoud. Af en toe een stroomversnelling en vooral heel veel vogels onderweg. Erg veel soorten herkennen we niet, maar we zien wel opvallend veel roofvogels. 
Lunchen doen we varende weg en omdat het vooral groenten zijn, smaakt deze maaltijd mij niet zo heel geweldig.
Heel af en toe stoppen we voor een plaspauze en dan valt direct op hoe plakkerig warm het is. Als je vaart is het lekker, maar zodra je stilligt is het afzien.
Om een uur of vijf leggen we aan in een klein dorpje voor de laatste boodschappen en dan varen we naar de overkant van de rivier, waar we zullen kamperen. Net voor het donker staan de tentjes, die gelukkig een stuk ruimer zijn dan die op de Incatrail. Ook nu weer koffie en thee met popcorn. 
Darwin, onze gids, steekt een kampvuur aan en gaat zwemmen. Dat lijkt me een goed idee en dus ga ook ik zwemmen. Toch wel heel apart om in het donker in een rivier in het oerwoud te zwemmen. En vooral: het frist lekker op.
Na de koude patat en kippenpoot nemen we nog een kopje koffie en gaan vroeg slapen.

terug naar index

Dag 22

Manu  

(vrijdag 10 augustus 2001)

Na een warme en vrij klamme nacht, de donzen slaapzak klontert, staan we om zes uur op. Snel alles ingepakt en op het strand ontbeten. De tent wordt afgebroken (het lijkt wel vakantie) en om kwart over zeven zitten we weer in de boot. Na drie kwartier varen we het ''echte'' nationale park in, maar voor we daar in mogen moeten we vanzelfsprekend eerst weer een lijst invullen.
We varen nu op de rivier die Manu heet en de omgeving verandert. De bergen verdwijnen min of meer, de rivier wordt kalmer en ook de flora en fauna verandert. Wel zien we weer heel erg veel vogels, waarbij vooral de laagovervliegende ara's heel mooi te zien zijn.
Verder heel veel kaaimannen, schildpadden (al dan niet met vlinders rond hun ogen, die daar het zout weglikken) en op een gegeven moment zien we zelfs een kapibara met drie jonkies.
Na weer een lunch in de boot varen we alsmaar verder, tot we rond half twee een campsite bereiken, waar we twee nachten zullen blijven. De binnentent wordt opgezet in een soort huisje en ook nu zijn de temperatuur en luchtvochtigheid erg hoog.
's Middags gaan we een wandeling maken. We lopen in een rustig tempo door het regenwoud en de gids, die echt heel veel weet en dat ook nog leuk kan brengen, laat van alles zien en legt heel veel uit. Voedingsstoffen is waar het in het regenwoud om draait. Die spoelen namelijk ontzettend snel weg (vandaar dat de rivier ook zo bruin is) en we staan versteld van hoe de verschillende soorten planten dit doen. Dit varieert van een symbiose met mieren (die ervoor zorgen dat de grond rond de plant niet begroeit) tot het domweg verstikken van een andere plant (en die verstikte plant bevat een hoop voedingsstoffen, die vrij komen als tie dood is). Verder zijn er nog ''lopende bomen'' (echt waar!), die langzaam van plaats veranderen door aan één kant sterke groei van luchtwortels te ontwikkelen.
Tussendoor zien we ook weer heel veel vogels, waaronder toekans; voor mij een belangrijke reden om het regenwoud in te willen. Ook weer veel vlinders, maar geen grote zoogdieren. 
Als het donker wordt, worden we een stuk over een meer geroeid, en zien dan de ogen van de kaaimannen rood op lichten in het licht van je zaklamp.
Tegen een uur of acht zijn we terug op de campsite en na weer een lekkere maaltijd kaarten we nog wat en gaan daarna slapen.

terug naar index

Dag 23

Manu 

(zaterdag 11 augustus 2001)

Hoewel we een dag overblijven staan we toch weer om een uur of zes op en na de pannenkoeken gaan we weer wandelen. We nemen een andere route dan gisteren en zien en leren weer van alles over dit biotoop. We zien onder andere ara's (en nu van zo dichtbij dat ik ze ook kan fotograferen), cacaobomen, vlinders, wilde fuchsia's, vier verschillende soorten apen (waar Darwin helemaal weg van is; zodra als hij apen ziet of hoort verlaten we het pad en rennen er achteraan; iets wat overigens absoluut niet schadelijk voor het regenwoud is of zo, maar hooguit gevaarlijk omdat je het risico loopt het pad niet meer terug te kunnen vinden) en nog veel meer dier- en plantensoorten.
Om negen uur gaan we voor twee uur met de roeiboot op stap. Flink zweten (gelukkig hoeven we zelf niet te roeien), maar wel de moeite waard. In eerste instantie leek dat van niet, want we waren opzoek naar reuzenotters, een zeer zeldzame soort van 1.8 meter groot (!) die hier nog voorkomen. Net tegen de tijd dat we terug gaan zien we ze en op een gegeven moment worden we omringd door een tiental van deze prachtige beesten. Heel gaaf.
Nog een klein stukje teruglopen en dan een lange pauze op de campsite, met een lekkere lunch en voor mij een heel leuk gesprek met een net gearriveerde Amerikaan. De rest van ons gezelschap doet ondertussen een middagdutje.
Later op de dag varen we naar de overkant van de rivier en ook daar maken we een wandeling van zo'n twee uur. Helaas zien we niet heel veel beesten, alleen ''scoren'' we inmiddels onze zesde apensoort: de wolaap.
Na de warme maaltijd, die begint met bonensoep en eindigt met chocoladepudding, kaarten en kletsen we nog wat met Charlotte (het contact met de twee anderen is gereduceerd tot het hoogst noodzakelijk; het klikt gewoon niet tussen die twee en ons drie) en gaan weer redelijk op tijd naar bed.

terug naar index

Dag 24

Manu  

(zondag 12 augustus 2001)

Uitslapen tot half zeven en daarna de boot weer in voor een kort stukje varen. We gaan opnieuw een wandeling maken. Zowaar zien we twee keer een grote kudde wilde varkens en één keer een slang, wat beide vrij bijzonder is volgens de gids. Ook beklimmen we een grote uitkijktoren, maar doen daar geen bijzondere waarnemingen.
We krijgen te horen dat het regenwoud geen organismen bevat die ouder zijn dan 200 jaar. Bijna niet te geloven als je sommige woudreuzen ziet, maar door de felle (voedsel)concurrentie lukt het gewoon niet om oud te worden. Sterker nog: de groei van sommige bomen staat soms jaren stil, vanwege dit probleem.
De rest van de dag, inclusief de lunch, brengen we door in de boot. Wel maken we weer een tussenstop in het zelfde dorpje als een paar dagen terug. Lekker een Fanta kopen.
Af en toe dommelen we in slaap (vanaf het water is het landschap vrij eentonig om te zien, pas als je dichtbij bent zie je de soortenrijkdom) en pas over vijven arriveren we bij de lodge. Snel de tent opzetten en net voor het donker nog een duik in de rivier nemen. Doen we eigenlijk iedere dag: op een aantal campsites heb je geeneens een douche en als er wel één is, wordt tie ook gevoed met rivierwater.
Ook nu weer koffie met popcorn als we uit het water komen. Nog even en zelfs ik ga popcorn lekker vinden... (Sterker nog: Hanneke eet weken later thuis nog vrijwel iedere dag popcorn, terwijl ze het daarvoor eigenlijk nooit at).
Na nog wat hartenjagen en weer een prima maaltijd gaan we vroeg slapen.

terug naar index

Dag 25

Manu  

(maandag 13 augustus 2001)

Vandaag staan we al om half zes op en zonder de tenten af te breken of te ontbijten gaan we varen. Slechts een paar minuten en dan arriveren we bij een ''gecamoufleerde pont''. Samen met een andere groep gaan we aan boord en krijgen allereerst ons ontbijt; lekker weer pannenkoeken. Verder gebeurd er het eerste uur niets, wat vooral komt door een roofvogel die verderop op een boomtak zit. Als die dan eindelijk weg is komen de parkieten en papegaaien tevoorschijn. Die komen hier iedere morgen klei pikken. Dat doen ze om de giftige bessen, die ze noodgedwongen in dit seizoen eten, te neutraliseren. 
Eerst zien we alleen honderden groene parkieten, maar al snel komen er tientallen roodblauwe ara's bij, wat echt een fantastisch schouwspel oplevert. Ruim een half uur genieten we hiervan en dan is het schouwspel over: de vogels verdwijnen weer. Jammer, want dit was echt hét hoogtepunt van Manu vonden we: die grote, felkleurige papegaaien en dan tot op zo'n 25 meter genaderd.
Tot onze eigen boot komt kaarten we nog wat en dan varen we een heel klein stukje, om vervolgens in een uur tijd naar de lodge te lopen. Een leuke wandeling, maar zonder opzienbarende gebeurtenissen.
Een paar uur lang brengen we door met zweten, niets doen, kaarten en lunchen en dan gaan we weer een half uurtje varen. Na nog eens vijf minuutjes lopen komen we op een meer, waar we aan boord van een ''catamaran-roeiboot'' stappen. We varen heel lang rond op dit doodstille meer en zien weer heel veel verschillende vogels, waaronder Amazone ijsvogels en roodkuifkardinalen.
Tegen zonsondergang zijn we terug bij de lodge, waar we eerst weer lekker gaan zwemmen en na de gebruikelijke popcorn en het diner duiken we ons bed weer in.

terug naar index

Dag 26

Manu  

(dinsdag 14 augustus 2001)

Om half zeven staan we op en na het ontbijt wordt alles weer aan boord genomen. Vandaag gaan we het grootste gedeelte van de terugreis varen, tegen de stroom in. De boot heeft daar af en toe flink moeite mee en door de vele ondiepten komen we soms (bijna) vast te zitten. Gelukkig zijn de bootsman en z'n assistent zeer bekwaam, zodat dat verder geen grote problemen oplevert.
Veel te beleven valt er vandaag niet, dus hebben we tijd genoeg om, al varend, onze boeken uit te lezen. 
Aan het einde van de middag bereiken we de lodge waar we zullen overnachten. Ook nu weer ieder in ons eigen bed, onder een klamboe. Voor het avondeten maken we nog een nachtwandeling, waarbij weer opvalt dat Darwin ongelooflijk goede ogen heeft: in het donker op zo'n 20 meter afstand ziet hij een spinnetje...
Snel nog even een duik in de rivier en dan avondeten. Vandaag aardappels met saus en vlees en als toetje perziken. Lekker. Nog een potje hartenjagen en dan naar bed. En als we net in bed liggen barst er een gigantisch noodweer los. Het hagelt zelfs, iets wat zelfs Darwin hier nog nooit had meegemaakt.

terug naar index

Dag 27

Manu 

(woensdag 15 augustus 2001)

Nog voor het ontbijt maken we een wandeling van een uur door een redelijk afwisselend gebied, waarbij we weer heel veel verschillende boom- en plantensoorten zien, maar bijzonder weinig dieren. Dat valt ons eigenlijk heel erg tegen aan deze trip: afgezien van vogels, vlinders en apen zie je vrijwel geen beesten. We hadden toch wel een beetje verwacht onder andere pijlgifkikkers, grote zoogdieren en meer van dat soort fraais verwacht, maar helaas.
Na de gebakken eieren met spek maken we een lange wandeling. Ook nu weer heel veel klauteren, apen, vogels, vlinders en insecten. Ook heel leuk is om eens rubber uit een rubberboom te zien stromen of de kamerplanten die thuis staan ook eens in hun natuurlijke omgeving te zien. Wat flora betreft is het hier echt een waar paradijs.
Na een late lunch varen we naar een natuurlijk warmwaterbad. Lekker schoon en fris worden. Jammer dat het begint te gieten en we terug moeten. Aan boord worden we daardoor erg koud en nat. En omdat we ook geen droge handdoeken meer hebben (alles wordt hier klam en vochtig) zijn we dan ook erg blij met de thee en koffie die in de lodge voor ons klaarstaat.
Na weer hartenjagen, eten, hartenjagen en het lezen van een Nederlands boek, wat in de ''bibliotheek'' van de lodge staat, gaan we weer vroeg naar bed.

terug naar index

Dag 28

Manu (terugreis)

(donderdag 16 augustus 2001)

Na een ontbijt om half zes (gelukkig weer pannenkoeken) stappen we voor de laatste keer in de boot. Het is vrij fris en bewolkt, maar gelukkig is het, dankzij de regen van gisteren, hoog water in de rivier. Dat scheelt de bootsmannen een hoop werk, want we gaan natuurlijk weer tegen de stroom in en soms is het erg ondiep. Regelmatig moeten we zelfs een ''waterval'' met een meter verval ''opvaren''. Alles bij elkaar gaat het nog best snel en zo rond half tien zijn we weer op het eindpunt.
We nemen hartelijk afscheid van onze vier begeleiders en gaan, samen met een stel andere mensen, weer met de truck terug naar Cusco.
Afgezien van een lunch en diner in een klein dorpje en af en toe een bano-stop rijden we in één ruk door. We nemen daarbij dezelfde route als op de heenweg, wat eigenlijk heel logisch is, want er is maar één weg.
Tegen een uur of negen zijn we in Cusco en het laatste stukje gaan we weer per taxi. Na nog wat dollars te hebben gewisseld gaan we, na een heel erg koude douche, weer slapen in hetzelfde hotel als anderhalve week terug.

Dag 29

van Cusco naar Lima met 12 uur vertraging 

(vrijdag 17 augustus 2001)

Om vijf uur opgestaan, alles weer in de rugzakken gepropt en met een taxi naar het vliegveld gereden. Daar een kop koffie en een broodje gekocht en gewacht op het vliegtuig. Dat kan wel even duren: ons toestel is kapot. We kaarten wat en Charlotte begint toch wel wat zenuwachtig te worden, want haar vlucht naar Nederland, vanaf Lima, gaat aan het begin van de middag. Gelukkig kan zij mee op een andere vlucht (hoewel later zal blijken dat haar dat niet veel heeft geholpen; pas na heel veel vertragingen komt ze op Schiphol).
Wij, en met ons nog de mensen van een andere vlucht, wachten en wachten maar. De informatieverstrekking is zeer slecht, de catering tot half vier ook (alleen om elf uur kregen we een kopje koffie en een sandwich, verder is alles gesloten om twaalf uur, dus eten of drinken kopen lukt dan ook niet meer). De sfeer verandert van gelaten naar boos en verdrietig. Heel veel mensen gaan namelijk hun intercontinentale aansluiting missen. Wel heel apart om te zien hoe mensen heel verschillend reageren op zo'n situatie.
Na ruim tien uur (!) wachten zijn er dan toch twee vliegtuigen geregeld (waar tot ontsteltenis van velen eerst van gezegd wordt dat niet iedereen mee kan, maar dat valt mee) en na een tussenlanding in Araquipa komen we met meer dan 12 uur vertraging aan in Lima. En dat op een vlucht van, normaal, 40 minuten...
Op het vliegveld laten we naar ons hotel bellen en al snel worden we opgehaald en naar een ander hotel gebracht: onze eigen kamer is namelijk verhuurd. We hadden niets van ons laten horen (hoewel men dat op het vliegveld Cusco wel beloofd had). We hebben nu wel een hotel met bad op de kamer en het ontbijt is inbegrepen, dus het is in ieder geval geen verslechtering.
Na kip ''om de hoek van het hotel'' te hebben gegeten gaan we weer terug naar het hotel, waar we tegen elf uur ons bed in kruipen, na eerst een heerlijk warme douche te hebben genomen.

terug naar index

Dag 30 en dag 31

Lima en terugreis

(zaterdag 18 en zondag 19 augustus 2001)

Eindelijk weer eens uitgeslapen. Na een prima ontbijt met ongelooflijk verse broodjes brengen we de rugzakken naar ons ''eigen'' hotel, wat twee straten verderop zit. Vervolgens gaan we de stad in, waarbij we allereerst naar het grote plein van Lima toe gaan. We lopen daar wat rond, bekijken wat gebouwen en gaan daarna naar het Franciscusklooster. De kerk is heel rijk versierd en absoluut een bezoekje waard. Ook het museum slaan we niet over, wat eigenlijk niemand doet, vooral vanwege de botten die in de catacomben liggen. De catacomben van Parijs vonden we overigens indrukwekkender, maar toch brengen we alles bij elkaar een uurtje door in het museum.
De uren daarna slenteren we flink door de stad, met af en toe een eet- of drinkpauze. Hanneke vestigde daarbij een nieuw record: voor slechts één sol (circa 70 cent) at ze een complete maaltijd op straat.
Afgezien van de vele straathandel viel er niet echt veel te beleven in Lima, maar het blijft toch verwonderlijk wat je allemaal kunt kopen. Wel vragen we ons regelmatig af waar al die verkopers, die vaak ook nog allemaal dezelfde producten verkopen, eigenlijk van leven. Overigens zijn we niet de enige die Lima niet zo'n leuke stad vinden; vrijwel alle toeristen vinden Lima niet echt geweldig.
Om vijf uur bracht de taxi van het hotel naar het vliegveld en daar moesten we weer tweeëneenhalf uur wachten. Zoals meestal viel er niet veel te beleven op het vliegveld.
Onze laatste sols werden omgezet in chocolade en om iets over acht stegen we, conform de verwachte tijd, op. De vlucht verliep rustig, het eten was niet eens echt slecht en Hanneke wist zelfs een paar uur te slapen.
Om kwart over twee landden we op Madrid en na twee uur wachten namen we onze vlucht naar Schiphol. Na nog een rustige vlucht en een treinrit zonder vertraging (iets wat in die periode het vermelden waard was) wachten we een half uur op de tram. Vanwege het voetbal waren er een aantal trams uitgevallen.. Enfin, om negen uur waren we weer lekker terug in ons eigen huis. Lekker!

terug naar index

Zo, ook deze vakantie is weer gepubliceerd. Zoals u wel begrepen zult hebben hebben wij het heel erg naar onze zin gehad in Peru, met als hoogtepunt, zoals verwacht, de Incatrail en de papegaaienlik in Manu. We vonden Peru absoluut de moeite waard, hoewel we het af en toe wel heel erg toeristisch hebben gevonden. Gelukkig maken de mooie landschappen, de vele culturele hoogtepunten en de vriendelijke bevolking dat weer meer dan goed.

Terug naar hikes buiten Europa.

Terug naar (overige) vakanties.

Terug naar (wandel) vakanties.