Inleiding:
In de winter van 2003 zijn Hanneke en Jan drie weken naar Mali geweest. Mede
vanwege tijdgebrek hebben ze georganiseerd gereisd. Hieronder
volgt het reisverslag van die vakantie, waarin ze heel veel gezien hebben. Niet
alleen Timboektoe (jawel: die plaats bestaat echt), een meerdaagse trekking in
de Dogonvallei, maar vooral heel veel mensen en cultuur.
Ben je alleen geïnteresseerd in een bepaald gebied of activiteit, kijk dan
eerst even in de onderstaande indextabel, waarin zo'n beetje
de persoonlijke highlights van onze reis vermeld staan.
Djenné |
Pinassentocht |
(naar) Timbouctou |
vier dagen met de auto door de woestijn |
meerdaagse wandeling in de Dogon-vallei |
terug naar index
Dag 1 |
(zaterdag 13 december 2003) |
Na de after-party van ons huwelijk gaan we om half drie naar bed. De wekker
loopt om half acht af: we moeten de rugzakken nog inpakken. Wel hadden we de
spullen al bij elkaar gezocht, dus het inpakken gaat dan nog redelijk snel. Voor
die tijd ontbijten we met een paar overgebleven stukken taart en om een uur of
half tien richting Schiphol. Daar een broodje eten, met een flinke vertraging
naar Parijs en daar, na onze schoenen door het röntgenapparaat te hebben moeten
halen, overgestapt op het vliegtuig naar Bamako.
Redelijk wat turbulentie, een vrij goede maaltijd (het kan dus toch) en
plaatselijke tijd kwart over negen landen we. Langs de rij bij de douane (georganiseerd
reizen heeft z'n voordelen) en met een minibus naar de stad.
In het hotel wat gedronken, geld gewisseld en dan naar bed. Per persoon wisselen
we zo'n 500 Euro; de wisselaar heeft schat ik zo'n 10.000 Euro in een plastic
zak zitten en verplaatst zich gewoon met een oud brommertje; de plastic zak met
geld keurig onder de snelbinders.
Ons hotel is redelijk goed en gelukkig doet de airco het.
Dag 2 |
(zondag 14 december 2003) |
Om kwart voor zeven staan we op. Een typisch Frans ontbijt: stokbrood,
jam, boter en thee of oploskoffie. Iets over half acht rijden we. De weg is
geasfalteerd en van zeer goede kwaliteit. De hele dag zou dat zo blijven. Het is
ruim 20 graden als we opstaan; later op de dag zullen dat er ruim 30 worden.
Vrij warm, maar niet heet.
Het landschap is vrijwel de hele dag hetzelfde: vlak, redelijk wat begroeiing,
met vrij veel baobabbomen. Verder rood zand en af en toe dorpjes met of zonder
politiecontrole. Hele gemene drempels zorgen er voor dat je echt niet te hard
rijdt in de dorpjes.
Dit jaar is er gelukkig veel neerslag geweest in Mali, waardoor er heel veel
geoogst is en de kuddes ook heel erg groot zijn. Er zijn hiervoor een aantal slechte
jaren geweest, waarin zelfs echt hongersnood voorkwam.
Af en toe houden we een plas- of eetstop (heerlijke belegde broodjes) en alles
gaat redelijk voorspoedig. Tot we een klapband krijgen. Achteraf overigens een
hoogtepunt: we stoppen daardoor in een dorpje waar (vrijwel?) nooit toeristen
komen. Mensen vinden het heel leuk om op de foto gezet te worden, demonstreren
hun dagelijkse bezigheden (kleding wassen, kaf van koren scheiden, gierst
stampen enzovoorts) en dit alles zonder er iets voor te vragen of te moeten
hebben. Later zullen we dat nogal eens anders meemaken. Op vrijwel alle andere
stops willen mensen iets van ons hebben (zelfs lege waterflessen zijn hier geld
waard). Gelukkig zit het wisselen van de band flink tegen en hebben wij dus alle
tijd om rond te kijken.
Nog twee uur rijden later, het is dan al donker, varen we over met een pont; naar
Djenné toe. De laatste tien meter moeten we door het water waden. Sommige
vrouwen uit de groep worden echter over gedragen. Dan nog een klein stukje
rijden en dan zijn we bij ons hotel. Eerst eten. Soep, spaghetti en bananen toe.
Bananen zijn hier klein, maar erg zoet en lekker.
Douchen en dan naar bed. Een tent op het dak van het hotel. Gelukkig hebben we
een slaapzak meegenomen, want het is vrij fris 's nachts (althans: in Djenné,
want dit was vrijwel de enige plaats waar we de slaapzak nodig hadden deze
reis). Gelukkig ook weer eens een lange nacht, want het was toch alweer een
aantal dagen geleden dat we meer dan zes uur geslapen hadden.
(maandag 15 december 2003) |
De belangrijkste reden om juist op maandag in Djenné te zijn is de weekmarkt.
Mensen komen echt van heel ver en daarom begint de markt pas echt om een uur of
elf. Dat geeft ons mooi de tijd om eerst te ontbijten en dan met z'n vieren en
een gids de stad in te gaan.
Natuurlijk eerst langs de moskee. Een imponerend gebouw van leem, waar we als
niet-moslim niet naar binnen mogen. De moskee is, net als heel Djenné, van leem
en moet daarom ieder jaar opnieuw ingesmeerd worden. Doen ze dat niet dan zou
de stad ''wegsmelten''. De stad is beschermd door Unesco en er mag werkelijk
niets aan het uiterlijk veranderd worden. Zelfs de open riolen moeten intact
blijven. Voor de toeristen natuurlijk geweldig, maar voor de inwoners
waarschijnlijk een stuk minder aangenaam.
de moskee van Djenné |
We lopen door de stad, bekijken een aantal huizen, kijken op het dak van een
woning (een prachtig uitzicht over de kleurrijke markt) en overal zeggen
kinderen ons gedag. Gelukkig zijn ze meestal niet aan het zeuren, maar vrijwel
allemaal vriendelijk en aardig. Wel heel opvallend: de ene groep wil beslist
niet op de foto en de andere dringt juist aan dat we een foto moeten maken. Geen idee
hoe dit komt. Wel krijgen de Malinezen soms onderling bijna ruzie om het feit of
we nu wel of geen foto moeten/mogen maken.
Lunchen doen we ergens in een restaurant (sterker nog: het restaurant waar Ton
van der Lee in zijn boek 'Zandkasteel' ook regelmatig komt) en dan gaan we de
markt op. Ongelooflijk wat een kleurrijk schouwspel. De mensen hebben hun
mooiste kleren aangetrokken en wij kijken onze ogen uit. Er wordt van alles
verkocht en we proeven, al dan niet op verzoek, de meest vreemde dingen. De
''oliebollen'' scoren bij ons het hoogst. En verder is zo'n markt ontzettend
lastig te beschrijven. De kleuren, de mensen, de geuren, de voorwerpen; in niets
lijkt dit op Nederland. Djenné wordt de mooiste stad ten zuiden van de Sahara
genoemd en ik snap geloof ik waarom.
Vanwege de hitte gaan we af en toe even naar de schaduw van ons hotel, maar
verder slenteren we met z'n tweeën de nodige kilometers door de stad.
We dineren in ons hotel en na het eten van een heerlijke driegangenmaaltijd (soep, vis met gefrituurde aardappels en bananentaart) gaan we douchen en om
half tien naar bed.
terug naar index
(dinsdag 16 december 2003) |
Vroeg opstaan (om half zeven is het licht), ontbijten en na een laatste blik
op die prachtige moskee rijden we naar Bani om met een pinasse verder te reizen.
Een pinasse is een grote platte boot. De hele groep inclusief bagage past er
makkelijk in. De motor zorgt voor een stevig tempo en ondanks het brede (dus
ondiepe) water komen we niet vast te zitten. Langs de kant heel veel vogels en
af en toe zo'n typisch Afrikaans dorpje. Heel veel zwaaiende mensen langs de
kant en zwaaiende vissers in bootjes.
Tweemaal stoppen we in zo'n dorpje. De eerste keer in een heel klein plaatsje
waar wij een soort toeristische attractie zijn. Wat een plezier om hier te mogen
zijn! Die kleuren, die aardige mensen (die we jammer genoeg niet kunnen
verstaan), de kinderen die allemaal een hand willen hebben en iedereen wil graag
op de foto zonder er iets voor te hoeven hebben. De enige uitzondering zijn vier
kleuters die ik op de foto wil zetten: die rennen hard huilend naar hun moeder. Zij
moet er erg om lachen, maar ja: zij heeft waarschijnlijk wel eens eerder
blanken gezien; de kleuters misschien nog wel nooit.
een manier waarop je veel vis kan vangen |
In het tweede dorp is een grote markt aan de gang. Minstens net zo kleurrijk en
bijna even groot als die in Djenné. Als we hier echter gaan stilstaan
veroorzaken we direct een opstopping: ook hier komen blijkbaar zelden blanken.
Lunchen doen we in de boot met couscous. Verder gebeuren er weinig schokkende zaken
onderweg en tot een uur of half zes varen we door. Dan stoppen we bij een prima
kampeerplek. We zetten alleen de muggendichte binnententen op en al snel daarna
wordt het donker.
We eten heerlijke rijst met tomaten/vlees/aardappel/uiensaus en na nog even te
hebben zitten kletsen en zingen duiken we rond half tien de tent in. Een
gezellige avond, waarbij het wel leek of de groep te veel gedronken had, maar
dat was absoluut niet het geval.
Nog even door het open dak naar de ontelbare sterren kijken en dan snel slapen.
Dag 5 |
(woensdag 17 december 2003) |
Ook nu staan we rond half zeven op. Alles is vochtig; gelukkig lagen onze boeken buiten in een plastic zak. Na het ontbijt maken we een menselijke ketting en laden de boot in. Het is nog een paar uur varen naar Mopti. Het landschap wordt wat groener, maar er staan minder bomen. Veel vissers op het water en het lijkt of ze veel vangen. Onze kok koopt wat vis van één van de vissers en verser kun je ze niet eten: zo vanuit het water in de pan en dan in de mond. Vast overbodig te melden dat ze naar meer smaken.
een andere manier om te vissen |
We maken weer een tussenstop in een dorpje en even denken we wat stug te worden
ontvangen, maar dat is een misvatting. Ook hier wil weer iedereen op de foto (de
moskee fotograferen zonder mensen is dan ook onmogelijk) en in no-time loopt het
halve dorp met ons mee. De kinderen willen allemaal een hand en het lijkt er op
dat hoe groter de snotneus is, des te liever ze hand in hand met je lopen. Soms heb je dan ook wel vier (da's geloof ik
het maximum wat je aan één hand kunt
hebben; vandaar deze beperking) kinderen aan elke hand.
we worden uitgezwaaid door zo ongeveer het hele dorp |
Rond lunchtijd arriveren we bij ons hotel in Mopti. Vrij sjiek: kamers met airco
en een zwembad. Hanneke en ik geven snel onze was af en lopen dan richting
centrum. Eerst lunchen. Een groot bord rijst met kip en uien in een plaatselijk
restaurant. We zijn de enige toeristen. Verder veel slenteren langs de haven,
een uur zitten op een leuk terras (waar alleen maar toeristen komen, maar ja,
het ligt dan ook wel op een ontzettend mooie plaats) en een heerlijk puddingbroodje eten in de patisserie. Mali is niet voor niets een Franse kolonie
geweest. Rond een uur of half vijf gaan we terug naar ons hotel. Even lekker
niets doen en weg van de drukte en de mensen die óf dingen van je willen óf
dingen van je willen krijgen óf dingen aan je willen verkopen.
Voor het avondeten lopen we weer terug naar het terras van vanmiddag. Er zitten
nog een aantal andere mensen van onze groep, maar dat mag de pret niet drukken.
We eten heerlijke vleesspiezen met patat en gaan dan terug naar ons hotel. Nog
even wat drinken en dan naar bed.
terug naar index
Dag 6 |
(donderdag 18 december 2003) |
Om negen uur vertrek en voor die tijd ontbijtbuffet
in het hotel. Omdat we weten dat de meeste zaken niet worden aangevuld zitten
wij al voor half acht te genieten van vers stokbrood, sju, broodjes, thee en
meloen.
Met vier 4*4-trucks rijden we richting Timbouctou. Een redelijke asfaltweg en
onderweg een vlak landschap. Rood zand, redelijk wat bomen (die dus een half
jaar zonder water moeten kunnen) en vrij veel mensen. De meeste liggen in de
schaduw of zijn onderweg met hun kudde koeien of geiten. Die moeten voor het
hete seizoen begint verkocht worden, omdat er tegen die tijd te weinig voedsel voor die
beesten is. Een wandeling van honderden kilometers.
Lunchen doen we met meegenomen broodjes en dan weer verder rijden.
Langzamerhand zien we bergen en rotsen verschijnen in het landschap. Ook zien we
heel veel restanten van gierstplanten. Die worden geoogst en in de zomer als
hooi aan de dieren gegeven.
Rond half twee zijn we op onze overnachtingsplek. We hebben daar, vanwege het heetste
moment van de dag, twee uur pauze. Met z'n vieren besluiten we echter
een half uurtje terug te lopen naar een steenbakkerij. Rood zand wordt gemengd
met strohaksel, in een mal gedaan en de stenen drogen dan in de zon. De term
steenbakkerij is dus eigenlijk niet juist. Een prachtig en kleurrijk schouwspel,
dat we helaas niet van dichtbij mogen fotograferen. Het lijkt soms of de mensen
zich een beetje schamen als ze dit soort zware en ongeschoolde werkzaamheden
moeten verrichten.
de "steenbakkerij" |
Als we terug zijn stappen we in de auto's en rijden naar de falaisse. We klimmen een stukje omhoog naar een aantal Tellem-grotten, waar ook nog een aantal beenderen van Dogon liggen. Na de afdaling nog even voetballen met de plaatselijke jeugd in het dorpje en dan terug naar het dorp waar we overnachten. Net voor het donker de tent opgezet en dagboek schrijven. En na de couscous met vlees/tomatensaus nog even wat zitten kletsen en drinken en dan weer voor tien uur naar bed.
Dag 7 |
(vrijdag 19 december 2003) |
Een warme stoffige dag. Na het ontbijt stappen we in de auto en na een paar
honderd meter gaan we onverhard rijden. Dit zo'n 260 kilometer lang. Je kunt je
misschien voorstellen dat een dag door een droog en stoffig gebied je dan niet schoon
houdt. Haar, gezicht en T-shirt hebben al snel dezelfde kleur als het rode
zand.
Onderweg af en toe ezels. Sommige zijn beladen met platen zout uit Timboektoe.
Als je geluk hebt mag je ze fotograferen. Lunchen doen we weer met meegenomen
salade, brood en watermeloen. En de kinderen uit de buurt willen niet alleen de
lege waterflessen hebben, maar eten ook nog de restjes van de meloenschillen af.
Een dubbel gevoel. Aan de ene kant hebben die mensen vrijwel niets en wij
vrijwel alles. Aan de andere kant help je de mensen in dit land door hier op
vakantie te gaan en je geld hier uit te geven. Gelukkig hebben de mensen
overigens niet echt honger (met dank natuurlijk aan de lange en natte herfst),
want anders weet ik echt niet hoe ik één en ander voor mezelf op een rijtje
had kunnen zetten. Dat is nu al lastig genoeg.
Het grootste gedeelte van de dag is er vooral zand met bomen; alleen de laatste
paar kilometer rijden we over een lange dam met aan weerszijden veel water. Een
uurtje wachten op de pont en dan naar de overkant van de Niger. Naar Timboektoe
(of: Tombouctou, zoals het stempel in ons paspoort zegt). Nog net voor het
donker arriveren we, zodat we het plaatsnaambord nog kunnen fotograferen en
bewijzen dat Timbouctou écht bestaat! Donald Duck, die hier gemiddeld één
keer per twee weken heen vlucht, hebben we nog niet gezien.
Een redelijke hotelkamer met airco en een vrij koude douche. Toch lekker na een dag stofhappen. Na nog een redelijke spaghettimaaltijd met vette crêpes als toetje en een kop oploskoffie met chloorsmaak gaan we richting kamer. Lekker nog een half uurtje Stephan King lezen. Vanwege een bezoek van de president zijn overigens alle hotelkamers bezet, maar gelukkig heeft iedereen van onze groep toch nog een kamer. Wij hebben één van de twee met airco. Geen overbodige luxe, want als we gaan slapen zetten we hem uit, maar binnen een uur is het zo warm op de kamer, dat we hem dan weer snel aanzetten.
Dag 8 |
(zaterdag 20 december 2003) |
Uitgeslapen en om half negen ontbijt. Lekker brood, maar erg chemische jam
(mijn favoriete e-nummers, aldus Gerard). Daarna met de hele groep naar de
moskee, waar je als niet-moslim ook naar binnen mag. Niet dat er erg veel te
zien is overigens. Wel een hele leuke gids.
Nog even langs een tweetal plaquettes gelopen, ter ere van de eerste westerlingen
die in Timboektoe zijn geweest en nog even naar het museum. Daarna splitst de
groep zich en gaat iedereen met een gids de stad in. Wij willen het zonder doen,
maar dat werkt niet. Teveel gidsen en verkopers die je dan lastig vallen. Dan
maar met een stel anderen verder.
We slenteren wat rond, drinken wat, eten wat (waarbij de gids, die we ook een
bord eten aanbieden, dat bord direct weer doorverkoopt aan iemand anders),
krijgen hier en daar wat uitleg en zien redelijk wat van de stad. Ook wij komen
tot de conclusie dat Timboektoe meer naam is dan wereldplaats. Donald Duck zien
we ook vandaag niet.
Ons laatste programmaonderdeel is op bezoek bij de Toerec. Drie kopjes thee (de
eerste bitter als de dood, de tweede zacht als het leven en de derde zoet als de
liefde) en tussendoor verkoop van souvenirs. En als we die gekocht hebben
(Hanneke en ik kopen niets en krijgen juist daarom alles voor de laagste prijzen
aangeboden) is het tijd om te gaan. Het derde kopje thee schiet er dan maar bij
in. Wel leuk om een keer in zo'n Toerec-tent rond te kijken. Hanneke vindt het
uitvliegende vuurvinkje en het nestje overigens het leukste.
Het merendeel van de groep gaat per kameel de woestijn in, maar samen met vijf
anderen gaan wij met de auto. We hebben als eens vaker op zo'n beest gezeten en
echt geweldig vind ik het niet echt. Als we de houten zadels zien, zijn we
helemaal blij met onze keuze.
We rijden in een kwartiertje naar ons kamp. Toch een beetje nep: het eten wordt
later met de auto gebracht. Wel is het authentiek voedsel: een soort kaneelbrood
met vleessaus, dat je met je handen moet eten. Een heerlijke maaltijd.
Later komt er een groep Toerec optreden. Dat gaat niet zoals gepland: de
Malinese gids heeft een groep andere toeristen uitgenodigd zonder dit met onze
Nederlandse gids te bespreken. Die gaat helemaal uit haar dak van deze
onbeschoftheid. De sfeer die daardoor ontstaat is heel bizar: wij reageren niet
op de muziek, de artiesten snappen niet waarom wij niet reageren en de andere
groep toeristen wordt weggestuurd. Zelfs de kinderen van de Toerec voelen dat er
iets niet klopt. Een psycholoog kon waarschijnlijk afstuderen op wat er die avond
gebeurde.
Enfin, ik heb er niet minder lekker om geslapen.
terug naar index
Dag 9 |
(zondag 21 december 2003) |
Vroeg op; we hebben een lange rijdag voor de
boeg. Na het ontbijt (met chocopasta!) rijden we terug naar Timboektoe en dan de
Sahara in. Eén keer komen we vast te zitten in het zand, maar verder geen pech
onderweg.
Het landschap is vrij eentonig: zand, zand, zand en toch nog redelijk wat
begroeiing en bomen. Ooit schijnt iemand gezegd te hebben dat het landschap wat
weg heeft van de Loonse Duinen en dat snap ik. Wel zijn bijvoorbeeld de bomen en
struiken een stuk stekeliger. En ook afwijkend zijn de vele kuddes geiten,
schapen, koeien en ezels. Voor alle duidelijkheid: de rit is prachtig en
absoluut niet
saai, al lijkt dat door mijn omschrijving misschien wel zo.
Af en toe zien we de Niger en onze lunch houden we ook bij het water. De Niger
is daar ontzettend breed.
Hanneke en ik zitten samen op de voorbank; niet echt de beste plek in de auto.
Het heeft z'n nadelen als je niet zo groot bent, maar twee brede mensen op de
voorbank past echt niet. We zijn dan ook blij als we om een uur of vijf stoppen.
Tussen de zandduinen en vrijwel zonder begroeiing. Echt een woestijnplek. Een
prachtige zonsondergang maakt het plaatje compleet. Jammer dat we vrijwel geen
dia's meer kunnen maken: we hebben er (te) veel gemaakt en gisteravond bleek dat
ik me vergist had en we minder rolletjes hadden meegenomen dan gedacht.
Na de nodige pinda's en knabbelstokjes eten we spaghetti. Vanavond geen meloen
als toetje. Wel een kampvuur en met een beetje apfelcorn erbij is het prima uit
te houden.
Dag 10 |
(maandag 22 december 2003) |
In tegenstelling tot wat je zou verwachten is het 's nachts helemaal niet koud. Om half zeven komt de zon op en wij staan dan ook op. Anderhalf uur later is alles ingepakt en hebben we ontbeten. We beginnen de morgen met een korte wandeling naar de zandduinen. Fantastisch om te zien: sikkelvormig en kaal. Je waant je hier echt in de Sahara: slechts een incidentele struik zorgt voor iets anders dan zand. Na een paar kilometer rijden wordt het overigens alweer een stuk begroeider.
zandduinen |
We stoppen weer drie kwartier in een dorpje met een markt. Ook hier zijn wij
weer een bezienswaardigheid en lopen er tientallen kinderen met ons mee.
Nog een anderhalf uur rijden later zijn we in Gao. Tijd voor een uitgebreide
lunch en een koud biertje. Na nog even wat gelezen te hebben stappen we weer in
en rijden naar de haven. Met een pinasse varen we dan naar een zandduin en
klimmen naar boven. De kleuren lijken ontzettend op die van de zandduinen in Namibië. Het landschap is verder wel heel anders: veel groen en natuurlijk de
Niger met rijst- en cassavevelden.
Na nog even met André het duin af en op te zijn gerend varen we weer terug.
Lekker douchen en eten. Kip met pindasaus, salade en rijst. Dit is overigens de
eerste keer dat we pindasaus krijgen, terwijl in de Dominicus reisgids staat dat
je dit heel vaak te eten krijgt in Mali.
Na watermeloen en een (alcoholvrij?) biertje gaan we naar bed. Een gedeelte van
de groep gaat swingen in Gao, maar ik hou helemaal niet van dansen en Hanneke is
erg moe.
Dag 11 |
(dinsdag 23 december 2003) |
Om half acht rijden we weer. Eerst even naar de markt van Gao. Ook hier weer
een kleurrijk schouwspel met alle mogelijk en onmogelijke producten om te kopen.
Pijnstillers en antibiotica zijn in overvloed verkrijgbaar. Immers: als een pil
helpt tegen hoofdpijn, helpt tie toch ook tegen kiespijn? En als één pil
helpt, dan helpen tien pillen toch nog veel beter?!
Met een pont varen we de Niger over en al heel snel zijn we op een veemarkt. We
zijn vrij vroeg, waardoor er nog niet echt heel veel beesten te zien zijn. Een
koe kost zo'n 100.00 CFA (circa 150 Euro). Dankzij Georgette, onze Nederlandse
gids die in Mali woont en waarvan wij denken dat minstens de helft van de
Malinezen haar kent, mogen we vrijwel alles en iedereen fotograferen.
Dan volgen driehonderd kilometer asfalt. Onderweg vlak met rood zand, vrij veel
begroeiing en af en toe een paar lemen huisjes. In Hombori stoppen we een paar
uur. Eerst wat drinken en dan lunchen. Dan weer een uurtje over de markt en
veemarkt lopen. Vanwege de hitte gaan we al snel onder een grote boom zitten en
kijken alleen nog maar. Als er een koe ontsnapt is het extra genieten: een hoop
mensen er achteraan, net zo lang tot ze de koe te pakken hebben.
Ook hier hebben we al snel een hoop kinderen om ons heen verzameld, die al dan
niet om een cadeau vragen, hun Frans met ons willen oefenen (en dat is niet
handig, want ik kom niet veel verder dan trottoir, cognac en eau de cologne) of
zich alleen maar verbazen over die blanken. Ook spelen er nog een aantal
kinderen een soort damspel met stokjes en steentjes in het zand.
Om een uur of vijf rijden we nog tien kilometer en stoppen dan vlakbij de hand
van Fatima. Dit is een bizarre rotsformatie, waar we aan de voet zullen
kamperen.
Spaghetti met groentesaus als diner (de andere Jan de Jong uit de groep eet al
net zo weinig groente als ik; dus voor ons saus zonder vulling) en na nog wat
zitten kletsen op de matten en een borreltje met z'n vijven, gaan we om half elf
als laatste naar bed.
Dag 12 |
(woensdag 24 december 2003) |
Om kwart over zes is de hand van Fatima net zo rood als Ayers Rock in Australië
de afgelopen zomer was. We moeten echter een flink stuk lopen om een
mooie dia te kunnen maken. Daarna snel ontbijten en een wandeling van tweeëneenhalf
uur. Een makkelijke klim tot een plateau onderaan de hand. Om de
hand te beklimmen, moet je echt met touwen omhoog. Wij gaan dus niet verder
omhoog. Daar wat gepauzeerd en via
een pittige afdaling aan de andere kant weer naar beneden. Daar is een dorpje
waar een bruiloftsfeest aan de gang is. Die duren hier overigens vier dagen. Een
kleurrijk schouwspel. De fluit wordt via een autoradiospeaker en mobilofoon
versterkt. Bijzonder innovatief én het werkt.
Met meerdere kleine kinderen aan de hand lopen we naar de auto's en rijden dan
in een paar uur over asfalt naar de slaapplaats van afgelopen donderdag. Daar
geluncht met rijst met pindasaus en een groepsfoto gemaakt. Een bijzonder
alternatieve overigens: met elkaar beelden we een kerststal uit. De schapen
gebruiken bananenschillen als oren en de koningen brengen geen goud en mirre,
maar een peper- en zoutstel mee. Kortom: erg hilarisch en in ieder geval geen clichéfoto.
Ook onze chauffeurs liggen helemaal in een deuk om die rare Nederlanders.
Het cirkeltje is nu rond en via de al eerder gereden weg gaan we naar Mopti.
Terug naar ons luxe hotel. En na een heerlijk koud biertje volgt een heerlijke
douche. Het Saharazand van een week van ons lichaam afspoelen en dat is een zeer
aangenaam gevoel.
Samen lopen we naar bar Bozo voor patat met vlees en geflambeerde banaan als
toetje. En na nog een kop koffie in ons hotel gaan we om half tien naar bed.
terug naar index
Dag 13 |
(donderdag 25 december 2003) |
Kerst in Mopti. Blijkbaar een erg populaire bestemming in deze tijd, want er
zijn nu veel meer toeristen dan vorige week. Veel expats hebben deze week
waarschijnlijk vrij en zijn nu met vrouw en kinderen aan het toeren.
Ons hotel is zo'n beetje het meest luxe van Mali, dus je kunt wel raden waar die
mensen slapen.
De patisserie, waar we willen ontbijten, is eigenlijk wegens een verbouwing
gesloten, maar we mogen gelukkig op het terras ontbijten. Heerlijke broodjes met
banketbakkersroom. We zijn niet de enigen en al snel zit het terras vol en
worden er ook tafels op de weg gezet.
Samen met Paul slenteren we vervolgens een paar uur door de stad. Langs de markt
met z'n zoutplaten, kalebassen, gedroogde vissen en allerlei, al dan niet
herkenbare, andere zaken. De moskee van Mopti is nep: beton en alleen de
onderkant is ingesmeerd met leem. Niet dat ik iets tegen moderne bouwstijlen
heb, integendeel zelfs, maar oude stijl imiteren vind ik not-done. Op andere
plaatsen zie je ook wel betonnen kerken, maar die hebben hun eigen stijl en er
is niet krampachtig geprobeerd de oude stijl te imiteren.
kalebassen op de markt |
Rond de middag wordt het erg warm. Tijd om te lunchen. We gaan weer naar bar
Bozo. Er zitten daar heel veel mensen en we moeten anderhalf uur op ons eten
wachten. Ach ja, het is vakantie.
We gaan terug naar ons hotel. In onze tas de aankopen van vandaag: een rok, een
cd en een prachtige set ansichtkaarten (in Mali kun je echt wonderschone
ansichtkaarten kopen; wij kochten er een aantal van Bernard;
waar we in Reykjavik in Amsterdam de tentoonstelling van hebben bezocht).
Belangrijkste aankoop echter: twee diarolletjes! Ruim tien gulden per stuk, maar
ik ben waarschijnlijk nog nooit zo blij geweest met een paar diarolletjes. Er
was immers voorspeld dat die in Mali niet te koop zijn.
Om half acht verzamelen we met de hele groep in een restaurant voor ons
Kerstdiner. Onze eigen kaarsjes en de A4-tjes met gelukkig nieuwjaar van de
Kameroense eigenaar zorgen voor de sfeer.
Vooraf eten we peperige groentesoep en als hoofdgerecht heerlijke vis of vlees
en patat met mayonaise. Die vis (capitain) zouden ze in Nederland ook eens
moeten gaan verkopen! En na nog een kop oploskoffie liggen we laat in bed.
Dag 14 |
(vrijdag 26 december 2003) |
Half negen verzamelen we. In de ontbijtzaal veel
Nederlandse en Franse toeristen. Veel van het buffet wordt niet aangevuld;
gelukkig waren wij vroeg. Met twee busjes rijden we naar Dogongebied. Een
tussenstop bij ''de Libanees'' om zoutjes en wijn in te slaan.
De rit naar Songa was mooi en het laatste stuk onverhard. Songa zelf is een
beetje als Volendam: mensen zijn bezig met weven, maar ik kan niet goed
inschatten hoe authentiek het allemaal is. Ik heb sterk de indruk dat het alleen
voor de toeristen is. De kinderen zijn in ieder geval erg gewend aan toeristen
en daardoor erg opdringerig.
De huisjes zijn overigens wel heel mooi om te zien. Ook krijgen we de
schilderingen te zien die de te besnijden jongetjes maken. Eén keer per drie
jaar vindt deze ceremonie plaats. De drie snelste lopers krijgen een vrouw, koe
of mand millet.
We rijden nog een stuk en lunchen dan in een restaurant. Waarschijnlijk hebben
ze het aantal vegetariërs en vleeseters binnen de groep omgedraaid, want we eten rijst met pindasaus
en één heel klein stukje vlees.
Nog drie kwartier over een drukke weg, langs groene velden waar ze kalebassen
tot gieters hebben omgebouwd, en dan zijn we bij het dorpje wat het startpunt
van onze wandeling is. Een leuk plaatsje, waar de mensen een stuk spontaner zijn
dan in Songa. We lopen daar geruime tijd rond en gaan dan echt op pad. Een
wandeling van ruim vijf kilometer. De busjes brengen onze bagage naar de
overnachtingsplek. Eerst wandelen we een stuk over de weg en vlak en dan steil
langs de falaisse (of schrijf je in het Nederlands falaise?) naar beneden. Een
prachtige wandeling en soms best pittig. Omdat we vrij veel tijd in het dorpje
hebben gespendeerd komen we pas net voor het donker aan in het volgende dorp.
Daar zullen we overnachten. Met een alternatieve ladder klimmen we op het dak en
zetten daar de tent op.
Ons avondeten bestaat deze keer niet uit couscous, rijst of spaghetti, maar uit
tomatensoep met brood en to (gierstpap) met baobabbladerensaus. Leuk om die
typische Malinese gerechten te proberen, maar eerlijk gezegd smaken de soep en
brood lekkerder. Na nog een kop koffie of thee gaat vrijwel iedereen naar bed.
Wij blijven nog even zitten kletsen, maar liggen ook om half tien in onze
slaapzak.
Dag 15 |
(zaterdag 27 december 2003) |
Ontbijten met oliebollen. Een traditioneel Dogonontbijt. Ze smaken overigens
erg lekker en hoewel er geen suiker is, moeten er al snel bijgekocht gaan
worden. Voor de liefhebbers is er overigens nog wat brood.
In een uurtje wandelen we naar Teli. De bagage gaat op ossenwagens en wij
sjouwen alleen water en camera's. Gelukkig mag je in dit gebied je korte broek
aan; in de rest van Mali wordt dat een stuk minder gewaardeerd. We
wandelen volkomen vlak over een stoffig zandpad. Het is een akkerbouwgebied met
vrij veel baobabs. Mooie en bizarre bomen om te zien. Omdat de regentijd allang
voorbij is zijn de gewassen overigens allemaal al geoogst.
In Teli gaan we omhoog naar een oud en verlaten Dogondorp. We krijgen veel uitleg
over het hoe en wat van de cultuur. We zien de verschillen tussen de
oogsthuisjes van de mannen (één opening en één product) en die van de
vrouwen (meerdere openingen en meerdere producten in één gebouwtje). We zien
het huis van de Hogon (de dorpsoudste) en nog heel veel andere zaken. Leuk en
interessant. Onze gids spreekt gelukkig niet alleen Frans, maar ook goed Engels.
Dogonoogsthuis |
Als we beneden zijn volgt er een wandeling van ruim een uur naar het volgende
dorp. Hier zullen we lunchen en slapen. Na de siësta (tussen twaalf en drie is
het nu al te warm om te wandelen) is er nog een extra wandeling voor de
liefhebbers. Met in totaal zeven personen gaan we nog drie uur wandelen. Eerst
omhoog. Dat gaat vrij langzaam vanwege de vele (prik)struiken. Het is opvallend
groen in de kloof. Af en toe komen we langs Tellemwoningen, die later door de
Dogon als graven zijn gebruikt. Van de Tellem is overigens bijzonder weinig
bekend. Ze weten bijvoorbeeld niet eens zeker hoe ze überhaupt in hun huizen
kwamen: de wanden van de falaise zijn vaak veel te steil om te beklimmen.
Bovenop het plateau kunnen we wat minder ver kijken dan verwacht: er staat een
straffe wind die heel veel stof de lucht inbrengt. Via een mooie afdaling,
waarbij we door een natuurlijke tunnel moeten, komen we weer beneden. Net voor
het donker zijn we weer in ons kampement. Onze tent is al opgebouwd (Paul
bedankt!), dus tijd voor een biertje.
's Avonds spaghetti en na nog een afzakkertje en wat zingen weer vroeg naar
bed.
Dag 16 |
(zondag 28 december 2003) |
Als je vroeg naar bed gaat ben je ook vroeg wakker. Op zich niet erg, want we
willen vroeg beginnen met wandelen. Na een ontbijt van oliebollen en oploskoffie
gaan we dan ook om een uur of acht op stap. We lopen langs de falaise. Een
falaise is overigens een steile rotswand tussen een hoog- en een laagvlakte.
Veel baobabs zijn geschild: de bast wordt gebruikt als touw. Het is niet erg
warm vandaag en we lopen een redelijk stevig tempo. Met een korte tussenstop in
een ''cafeetje'' voor een kopje thee of flesje limonade lopen we in totaal zo'n
twee uur vlak. Dan gaat de bagage van de ossenwagen op dragers en begint de
klim. Een prachtige klim door een erg groen gebied. Er stroomt een watertje en
het oogt erg idyllisch.
Bovenop ligt Beni-Mato en in dat dorpje zullen we kamperen. We zetten onze tent op
voor de kerk. Wel een Christelijke kerk, maar zowel van binnen als van buiten
ziet dat er anders uit dan in Nederland. Vooral de lemen bankjes zijn prachtig
om te zien. Overigens is het animistische geloof hier sterk verweven in zowel
het Christelijke als het Moslimgeloof.
Na de lunch en siësta is er weer een facultatieve wandeling. Vrijwel iedereen
gaat mee, want er is een dansfestival in het dorp waar de wandeling heengaat. De
wandeling is niet zo lang, maar wel weer erg mooi. In het dorpje zijn
voornamelijk Malinezen. Het festival is dan ook ''echt'' en niet speciaal voor
toeristen georganiseerd. De gemaskerde en verklede mannen dansen zich bijna
letterlijk de longen uit het lijf. Indrukwekkend om te zien.
De lokale vrouwen en onbesneden jongens mogen er niet bij zijn en kijken van een
flinke afstand toe. Als ze te dichtbij lijken te komen, worden ze verjaagd door
één van de ''grollebollen''. Het dorpje is daardoor overigens bijna helemaal
verlaten en is één van de mooiste en meest authentieke die we tijdens deze
reis zullen zien. De lemen voorraadschuren worden volop gebruikt, er ligt overal
gierst op het dak en ook de open ''kasten'' zijn gevuld met allerlei
gebruiksvoorwerpen.
Net voor het donker zijn we weer terug bij ons kampement. Na wat wassen (lees:
een beetje afspoelen met niet al te schoon beekwater, dat de Dogonvrouwen een flink
stuk verder zijn wezen halen) en avondeten gaan we weer om half tien als laatste
naar bed.
Dag 17 |
(maandag 29 december 2003) |
Iedereen staat vroeg op in dit campement en om een uur of zeven zitten we aan
de oliebollen. Vandaag is er niet alleen jam, maar ook suiker en ze smaakten
sowieso al erg lekker. Voor we aan de echte wandeling beginnen kijken we nog
even bij de jager. Een indrukwekkend oud geweer en apenschedels aan de muur.
De wandeling tot de lunch gaat vooral over de hoogvlakte; dus bovenop de falaise.
Heel mooi en stenig. Af en toe wat kleine akkertjes waar soms de mensen aan het
werk zijn. De putten zijn met de hand gegraven en erg diep. Een kalebas met een gat
fungeert weer als gieter.
Tussendoor een restaurantje voor een kop koffie (het toerisme is hier redelijk
doorgedrongen en een aantal mensen springt daar handig op in) en dan een vlakke
wandeling tot de lunch. Ook hier een pauze tot drie uur, zodat we de ergste
hitte mislopen. Wel lopen we even door het dorpje. Veel hinderlijke kinderen en
vrouwen die kleden indigo verven.
De middagwandeling begint met het vervolgen van de hoogvlakte. Dan beginnen we
aan een prachtige afdaling door een kloof. Heel steil, maar o wat mooi! Een
hoogtepunt van deze reis. Enerzijds de prachtige kloof en anderzijds dat
geweldige uitzicht: rode zandduinen met redelijk wat groene bomen. Het had wel
iets weg van de omgeving in het midden van Australië.
Als we beneden zijn lopen we tussen de uienvelden een dorpje binnen. Nog een
venijnig klimmetje en dan zijn we op de kampplaats. Tijd voor een biertje en
zoutjes. Veel zoutjes, want het avondeten komt erg laat. Wel heel lekker: rijst
met pindasaus en heel veel kip. En als we nog een kop oploskoffie op hebben gaan
we weer het dak op en de tent in.
Dag 18 |
(dinsdag 30 december 2003) |
Te vroeg naar bed gegaan waarschijnlijk, want de halve nacht heb ik wakker
gelegen. Wel ontdekt dat er heel veel hanen in Dogongebied zijn.
Na het oliebollenontbijt gaan we bij een Dogondans kijken. Deze dans wordt
speciaal voor de toeristen georganiseerd en daarom mogen nu ook de vrouwen en
kinderen uit het dorp toekijken. De dansers voeren een prachtige show op en we
zien heel veel verschillende makers, waaronder de jager, twee sigis (een masker
van zo'n drie meter hoog) en twee ooievaars (dansers op stelten). De
niet-verklede dansers zijn hele oude mannen die nog geweldig tekeer kunnen gaan.
De dans duurt ongeveer een uur en daarna gaan we weer wandelen.
De groep splitst zich in tweeën: een makkelijke route onderlangs of één met
klimmen en dalen. De klim is weer heel mooi en bovenop ligt een leuk dorpje en
een bizar rotsenlandschap. Aan het einde van het dorpje hebben we de kinderen de
Nederlandse versie van Vader Jacob leren zingen.
De afdaling is weer heel anders: door een groene kloof met een eeuwig stromende
bron. De oorsprong van die bron is heilig en de precieze ligging geheim. Dat is
direct één van de redenen waarom je in dit gebied alleen met een gids mag
wandelen: soms is iets heilig zonder dat wij dat kunnen zien. Mooiste voorbeeld was
toen een keer iemand op een kleine rots wilde klimmen om een foto te maken. Dat
mocht dus niet: die rots was heilig.
Na nog een lange en stoffige afdaling over de vlakte komen we aan bij het
campement. Tijd voor eten, drinken, liggen en muziek op de walkman
luisteren.
's Middags nog een facultatieve wandeling van een kilometer of drie naar een
kaaimannenvijver. Ook die beesten zijn heilig en naar het schijnt kunnen de
Dogon er gewoon tussen zwemmen, omdat deze kaaimannen geen mensenvlees zouden
eten. Niemand heeft dit overigens met eigen ogen waargenomen.
Net voor het donker zijn we weer terug. Ook vandaag moeten we weer lang op het
eten wachten, maar dat wachten wordt beloond. Er is een geit voor ons gebraden
aan het spit en er is zo veel vlees dat je, als je wilt, alleen maar vlees kan
eten. Ik blij dat ik vrijwel niet geluncht heb.
zonsondergang |
Dag 19 |
(woensdag 31 december 2003) |
Oudejaarsdag ontbijten we met oliebollen. Voor de laatste keer deze reis
pakken we de tenten in en ook maken we de laatste kilometers van onze trekking.
Via het dorpje Teleri gaan we omhoog. We zien de huizen waar de ongestelde
vrouwen verblijven, het huis waar de te besnijden jongens verblijven, weer heel
veel graanschuren en de ''praathuizen''. Hier komen de oude mannen bij elkaar om
met elkaar te discussiëren. De gebouwtjes zijn zo laag dat je niet rechtop kan
staan; een handige manier om imponerend en agressief gedrag te voorkomen.
Via een vrij steile maar makkelijke klim komen we weer bovenop de falaise. De
hier erg hinderlijke verkopertjes laten we achter ons. (Tip: het helpt als je ze
achterna rent en hun spullen afpakt en die pas veel later weer teruggeeft). We
lopen nog een klein stukje vlak over een rotsachtig plateau.
Voor we in de minibus stappen drinken we nog wat en dan over een onverharde en
erg hobbelige weg naar de lunch toe. Patat met tomaat, gebakken ei en brood. Dan
weer het asfalt op en we verlaten Dogonland. Eén van de weinige volkeren in
Mali waarvan ook de mannen op het land werken overigens. Over het algemeen lijkt de Dogon mij trouwens sowieso een cultuur waar de vrouwen het heel veel
beter hebben (gehad) dan in veel andere culturen in deze regio van Afrika.
Rond half vijf komen we aan in ons hotel in Sefereze. Tijd om de spullen uit te
zoeken en vooral: het vuil van een week van ons af te spoelen.
De maaltijd wordt door vrijwel de hele groep in het hotel genuttigd, maar
Hanneke en ik vinden het prettig om weer eens samen te eten en dus lopen we
samen de stad in. Na nog een bezoekje aan het kralenmuseum en -winkel gaan we
ergens eten en dan naar bed.
terug naar index
Dag 20 |
(donderdag 1 januari 2004) |
Oud en nieuw vieren we slapend. 's Morgens aan het ontbijt wensen we iedereen
gelukkig nieuwjaar en met een klein uur vertraging vertrekken we naar Segou.
Tussendoor een lunchstop en verder niet veel bijzonderheden. Een groot gedeelte
van de route hebben we al eerder gereden. Toch blijft het leuk om naar buiten te
kijken en de ezelkarren, lemen huisjes, kleurrijke mensen, baobabs, kuddes
koeien en al die andere zaken te zien. Overigens zijn ook lezen, slapen en
muziek luisteren af en toe interessante opties.
Het is vandaag een grauwe dag en we zien de zon dan ook amper deze dag.
Rond vijf uur komen we aan in ons hotel en daar zien we een echt
espressoapparaat. Dat krijgt bij ons voorrang boven onze bagage naar de kamer
brengen. En na nog een tweede kopje espresso lopen we een rondje door de stad.
Alles is gesloten, dus eten we maar in het hotel. Samen met vrijwel de hele
groep overigens. Het is erg gezellig en er is zelfs Dame Blanche als
toetje.
Zo rond half tien houden we het weer voor gezien en gaan, zoals vrijwel
iedereen, richting kamer en bed.
Dag 21 |
(vrijdag 2 januari 2004) |
De dertigste verjaardag van Hanneke en bij het ontbijt wordt er voor de
eerste keer voor haar gezongen. In de auto zal dat nog een paar keer gebeuren;
we hebben een erg zanglustige groep. De meeste liedjes die gezongen worden ken ik
overigens niet; we zijn mee van de jongsten van de groep.
Na het ontbijt slenteren we wat door Segou. Het is erg rustig in de stad en
zelfs op de markt valt weinig te beleven. Komt waarschijnlijk omdat het de dag
na oud en nieuw is en dan ook nog vrijdag (de heilige dag voor Moslims). Af en toe drinken we wat, verder
kopen we nog een paar kleine dingen, maar echt spannend is het allemaal niet.
Tegen lunchtijd zijn we weer terug in ons hotel (net als vrijwel de gehele
groep), om wat te eten. In ons geval weer vergezeld van een kop espresso. Net na
de middag stappen we in de auto en rijden de laatste ruim 200 kilometer naar
Bamako. Een erg groen gebied met soms wat heuvels. Er worden onderweg ook veel
meer soorten fruit en groente te koop aangeboden. De bananen zijn, klein,
goedkoop en ontzettend zoet en lekker.
Tegen half zes komen we bij ons hotel aan. We drinken wat en besluiten met
de hele groep te gaan eten. Het valt me op dat zelfs wij, in tegenstelling tot
andere groepsreizen die we maakten, vrijwel altijd met de hele groep gaan eten.
Een goed teken! De groep is vrij homogeen, zonder dat er echt vervelende mensen
tussen zitten. Toch is het beslist niet zo dat je geclaimd wordt door de groep of
dat je er op wordt aangekeken als je een keer niet meegaat. Het kan dus een stuk
vervelender allemaal. Ook hebben we het heel erg getroffen met Georgette; onze
reisleidster. Niet alleen weet ze heel veel van Mali en de cultuur (ze woont er
zelfs), maar ook regelt ze op de achtergrond ontzettend veel en daarnaast is ze
nog erg aardig ook. Op deze manier zijn groepsreizen gewoon leuk en wegen de
voordelen beslist op tegen de nadelen.
De maaltijd nuttigen we bij een Libanees restaurant. Een uitgebreide kaart, en
erg gericht op westerlingen. Lekker eten en zelfs heel veel verschillende
soorten toetjes en lekkere espresso. Het half uurtje lopen meer dan waard.
Dag 22 |
(zaterdag 3 januari 2004) |
We worden om acht uur met bagage bij de bus verwacht. We gaan namelijk vroeg
naar Air France om alvast in te checken. Meestal is het daar erg druk, vandaar
dat we bijna anderhalf uur voor openingstijd aanwezig zijn. Vandaag is het een
beetje overbodig, want buiten ons staan er om tien uur slechts twee anderen.
Groot voordeel: we kunnen weer de beste plaatsen in het vliegtuig uitkiezen.
Als de bagage is ingecheckt rijden we naar het nationaal museum. Een groot
complex, een klein museum, maar bijzonder mooi opgezet. Vooral de
textieltentoonstelling wordt op een geweldige manier gepresenteerd. In anderhalf
uur hebben we het allemaal wel gezien en nog wat gedronken ook. Tijd voor een lunch
in een lokaal tentje. Lekker en spotgoedkoop.
We worden, indien gewenst, in het centrum afgezet. Hanneke en ik slenteren wat
rond op de grote en erg drukke markt. Het is echter ontzettend heet, dus zoeken
we een terrasje in de schaduw op, waar we een half uur pauzeren. We slenteren
nog wat rond en als we richting hotel lopen komen we het grootste gedeelte van
de groep weer tegen. Gezamenlijk lopen we de Niger over. Erg breed en een
ontzettend gare brug. Daarvandaan is het nog een half uurtje lopen en behalve
Paul en wij neemt iedereen een taxi. Het is te warm om te lopen volgens de rest.
Nog twee uurtjes wachten (lezen, een spelletje doen en douchen) en dan weer naar
de Libanees. Lekker gegeten en een aantal mensen bedankt en gedag gezegd.
Sommige mensen blijven nog wat langer in Mali. Voor Georgette en Umar hebben we zelfs een
lied gecomponeerd.
En dan naar het vliegveld. Daar gaat alles redelijk snel; niet in het minst
omdat we al ingecheckt zijn. Het vliegtuig vertrekt keurig op tijd, ondanks het
feit dat we onderaan de vliegtuigtrap nog allemaal een keer gefouilleerd worden
en alle handbagage al dan niet uitgebreid onderzocht wordt.
Dag 23 |
(zondag 4 januari 2004) |
Om twaalf uur hangen we in de lucht. Weinig gegeten, veel geslapen en om
half zes Parijs. Met een half uurtje vertraging vertrekken we naar Schiphol.
Nederland is wit van de sneeuw. De temperatuur is zo'n 30 graden lager dan die
in Mali.
Bij de bagageband iedereen gedag gezegd en dan weer snel met trein en tram naar
huis.
En zo kwam ook aan deze bijzondere reis een einde. Een reis waarbij vooral de ongelooflijk kleurrijke en vriendelijke bevolking een ontzettend grote indruk op ons heeft gemaakt. Ik durf niet te zeggen of dat over een paar jaar nog zo is, maar wij hebben Mali ervaren als een heerlijk zichzelf gebleven land. Wel is Mali, tegen wat je misschien zou verwachten in, een ontzettend duur land om naartoe en doorheen te reizen. We zouden het echter niet hebben willen missen!
terug naar index
Terug naar hikes buiten Europa.
Terug naar (overige) vakanties.
Terug naar (wandel) vakanties.