Inleiding:
Jaren geleden ontmoeten we Neda van
reisorganisatie Ciran. Zij liet ons foto's zien en vertelde verhalen over Iran
en ze maakte ons hierdoor bijzonder nieuwsgierig naar dit land en z'n bevolking.
Toen
Hanneke in het voorjaar van 2002 twee weken vakantie had zagen we onze kans dan
ook schoon en boekten. Een reis om nooit te vergeten, met vele hoogtepunten: Isfahan,
de wandelingen, maar vooral: de ontzettend gastvrije en vriendelijke
bevolking.
Wat de reis vooral zo bijzonder maakte was dat vrijwel al onze vooroordelen over
Iran zijn weggenomen. Natuurlijk begrepen wij ook wel dat Bush er naast zou
(kunnen) zitten met z'n ''as van het kwaad'', maar wij hadden niet verwacht dat
de rijkdom in Iran redelijk eerlijk verdeeld zou zijn (in ieder geval véél
eerlijker dan in de meeste andere landen, al dan niet in het Midden Oosten, waar
we ooit geweest zijn) of dat wildvreemde mensen openlijk met elkaar zouden discussiëren
over de fouten van hun leiders. En dat was dus wel zo... Voor alle
duidelijkheid: Iran is absoluut geen paradijs (al is het bijvoorbeeld maar omdat vrouwen nog
steeds niet de keuze hebben welke kleding ze wel of niet mogen dragen en er nog
steeds mensen gevangen gehouden worden vanwege hun opvattingen), maar het
land is, van wat wij ervan gezien hebben, zeker geen slecht land of een land met
een slechte bevolking! En omdat we voornamelijk zonder gids gereisd hebben
hoeven we dus ook niet bang te zijn dat ''men'' ons bepaalde dingen bewust niet
heeft laten zien.
Enfin, hieronder dan toch ons reisverslag. Wil je alles lezen, sla de indextabel over en lees daarna gewoon verder. Ben je alleen geïnteresseerd in een bepaald gebied of activiteit, kijk dan eerst even in de onderstaande indextabel.
heenreis | 28 april | |
Teheran | 29 april | |
wandeling omgeving Teheran | 30 april | (inclusief 1 foto) |
tweedaagse wandeling omgeving Yadz | 1 mei | (inclusief 3 foto's) |
Yadz | 3 mei | |
Shiraz | 5 mei | |
Isfahan | 6 mei | (inclusief 2 foto's) |
tweede tweedaagse wandeling (Alamut trekking) | 9 mei | (inclusief 5 foto's) |
Teheran (2) | 11 mei | |
terugreis | 12 mei |
terug naar index
Dag 1 |
(zondag 28 april 2002) | heenreis |
Na uitslapen, ontbijten, krant lezen en nog wat
laatste schoonmaakwerkzaamheden nemen we de trein van half één naar Schiphol. Als
we daar aankomen komt Marian ook aangelopen en na onze vliegtickets
opgehaald te hebben gaan we inchecken. Dit duurt vrij lang en verloopt erg
chaotisch. Snel halen we nog wat batterijen en voor Marian nog een paar sloffen
sigaretten en kunnen direct daarna aan boord van het vliegtuig gaan: het moment
waarop Hanneke en Marian hun hoofddoekjes om doen.
We zitten verspreid door het vliegtuig, maar omdat het maar vijf uur vliegen
naar Teheran is doen we niet echt moeite om naast elkaar te gaan zitten. Na wat
eten, drinken, lezen en muziek luisteren arriveren we plaatselijke tijd om half
twaalf (in Nederland is het dan tweeëneenhalf uur vroeger). We staan even in de
rij voor een stempel en zonder dat er verder ook maar een blik op onze bagage
wordt geworpen lopen we verder. Aziz herkent ons van verre en begroet ons zeer
joviaal. Hanneke en Marian krijgen een hand, iets waarvan wij dachten dat het
niet mocht (mannen mogen alleen een vrouw aanraken als hij er mee getrouwd is of
familielid) en ik krijg direct een paar zoenen op de wang, van deze voor mij
toch onbekende man. Geen probleem: dat is in de Arabische wereld heel gewoon.
We worden naar een hotel gebracht, waar we een groot appartement ter beschikking
zullen hebben. Onderweg vallen ons direct nog veel meer dingen op: de wegen zijn van
redelijk goede kwaliteit, het verkeer rijdt meer dan stevig door en Iraniërs zijn erg vriendelijke mensen. Geen slechte eerste indruk! Na een half uurtje
rijden zijn we er en ploffen we lekker op de bank; de hoofddoeken mogen af. Ons
appartement is inderdaad heel groot en van alle gemakken voorzien: er staan zelfs koude
drankjes in de koelkast. Uiteraard allemaal alcoholvrij.
Na nog even gezeten te hebben benutten we de douche en duiken daarna het bed in
om lekker te slapen.
terug naar index
Dag 2 |
(maandag 29 april 2002) | Teheran |
Om acht uur de wake-up-call en dat betekent dat
als je met Marian op stap bent je om half tien aan het ontbijt zit. Maakt niet
uit: het is vakantie. Neda, van onze reisorganisatie, komt ook nog even langs om
wat geld te wisselen en onder andere uit te leggen waar we lange jassen voor Hanneke
en Marian kunnen kopen. Vrouwen moeten niet alleen een hoofddoekje op, maar ook
een jas o.i.d. dragen die tot ruim over de billen valt.
We nemen een taxi naar de winkel en zijn weer meer dan een half uur onderweg,
Teheran is een verschrikkelijk grote stad, met heel veel verkeer wat pittig (en
dit is echt een eufemisme) doorrijdt, veel luchtvervuiling, geen echte armoede
en van maar net tot zeer zwaar gesluierde vrouwen.
Na twee winkels bezocht te hebben, hebben de dames beide een jas aangeschaft en
even later ook nog een nieuwe hoofddoek. Tijd om wat te gaan drinken. Dat valt
dus tegen: we kunnen nergens een theehuis of zoiets vinden en in een restaurant
kun je alleen eten; niet alleen iets drinken. Dan maar met de taxi naar de
bazaar en daar kopen we een paar flesjes drinken die we zittend op een randje
opdrinken. De Iraniërs zijn minder opdringerig dan voorspeld, maar wel wordt er
vrijwel constant welcome in Iran (of iets dergelijks) gezegd en ook zijn ze heel
nieuwsgierig waar we vandaan komen. Het woord Holland heb ik waarschijnlijk heel
mijn leven niet zo vaak gebruikt als deze twee weken.
We slenteren uren door de bazaar en krijgen onder andere nog een rondleiding van,
alweer, een aardige Iraniër door een moskee. Na nog meer slenteren pakken we een
taxi naar ons hotel en een uur later en circa vijf Euro armer arriveren we daar.
Lekker zitten, hoofddoeken af en wat drinken. Buiten is het zo'n dertig graden,
dus de koude drankjes smaken erg goed. Lekker hoor zo'n luxe appartement: er
staat zelfs een waterkoker en oploskoffie en theezakjes.
Na een middagdutje lopen we naar een plein ergens in de buurt en slenteren ook
daar een tijdje rond. Het is erg druk in de steegjes en er wordt van alles
verkocht, maar men is duidelijk (nog?) niet ingesteld op toeristen: niemand valt
ons lastig of is opdringerig om ons iets aan te smeren.
We eten een redelijk smakende kipmaaltijd in een restaurant, wat wel wat
wegheeft van een soort kantine, en na nog een
kopje oploskoffie lopen we terug naar het hotel waar we onze spullen vast
inpakken en na nog een glaasje appelsap gaan we weer lekker slapen.
terug naar index
Dag 3 |
(dinsdag 30 april 2002) | wandeling omgeving Teheran |
Om half negen zitten we aan het ontbijt en even later arriveert Aziz en nog
even later Neda. Vandaag gaan we een dag wandelen met Aziz en daarna gaat ons
programma er heel anders uitzien dan verwacht: er zijn wat problemen met het
verkrijgen van vlieg- en treintickets en de nomaden zijn, vanwege de vele regen
van de afgelopen tijd, nog niet gearriveerd in het gebied waar we zouden gaan
wandelen. Maakt niet uit: voor ons is alles nieuw. Een groot gedeelte van de
reis zullen we met z'n drieën reizen, waarbij we zelf ter plaatse zullen bepalen
of we met een taxi of met de bus zullen gaan.
Eerst gaan we echter dus een dag wandelen in de bergen. Per taxi rijden we naar
een dorpje in de buurt en dan: omhoog maar. Onverhard, over een smal pad met
redelijk wat huizen en heel veel theehuizen, die door muildieren bevoorraad
worden. Dit gebied is een populair wandelgebied voor de Iraniërs, vandaar al die
theehuisjes. Het is vrij warm en als Aziz, die zelf onder andere de Mount
Everest heeft beklommen, voorstelt om te pauzeren in zo'n theehuis hebben we
vanzelfsprekend geen bezwaar. Lekker in de schaduw zitten, met overal water om
je heen (vanwege het vele smeltwater is water hier echt geen probleem) en een
kopje thee in je handen: het lijkt wel vakantie!
Traditioneel en toch modern: jonge vrouwen met hoofddoek en op sportschoenen roken een waterpijp. |
De rest van de klim is ook vrij pittig en we lopen een paar uur verder tot we
bij een restaurant komen. Hier lunchen we en dan lopen we weer naar beneden. Dit
gaat een stuk sneller en grotendeels over dezelfde route als de heenweg. Ook nu
weer langs een paar watervallen, over een paar gammele bruggetjes en een drietal
ladders om tenslotte tegen vier uur weer beneden, maar wel aan de andere kant
van het dorpje waar we gestart waren,
te arriveren.
Met een taxi gaan we terug naar het hotel, eten even wat en toen met z'n vieren
naar het vliegveld om naar Yadz te vliegen. Mannen en vrouwen moeten door een
aparte ingang; er zou eens gefouilleerd moeten worden...
Na een vlucht van ruim een half uur nemen we een taxi naar het hotel. Yadz is
een veel groenere stad dan Teheran en ook het verkeer rijdt veel rustiger: ze
stoppen hier zelfs voor rood licht! Ons hotel ligt midden in de, nu gesloten, bazaar
en heeft een hele leuke binnenplaats waar we heerlijk zitten, drinken en
eten om tegen een uur of elf naar bed te gaan. Helaas heeft de kamer geen
airconditioning en twee losse, vrij kleine bedden: ook hier is men
duidelijk nog niet echt ingesteld op toeristen.
terug naar index
Dag 4 |
(woensdag 1 mei 2002) | tweedaagse wandeling omgeving Yadz |
Om kwart over zeven staan we op, pakken de laatste
spullen in en om acht uur zitten we lekker buiten aan het ontbijt. Een gedeelte
van de bagage laten we achter en de rest gaat in een taxi. Tussendoor nog
wat foerage ingekocht en aan het einde van de stad wisselen we van taxi: je hebt
namelijk binnen en buiten de bebouwde kom taxi's in Iran. In een taxi gelden
overigens ook geen regels over welke vrouw naast welke man mag zitten, terwijl
in het dagelijkse leven een man nooit een vreemde vrouw zal aanraken. Heel veel
regels zijn sowieso niet helemaal duidelijk voor westerlingen; we proberen maar
een beetje aan de veilige kant te blijven. Kijk je bijvoorbeeld naar de hoofddoekjes
dan zie je dat sommige vrouwen voor minder dan de helft hun haren
bedekken. Verder zien we ook heel veel stelletjes hand in hand lopen, mannen in T-shirt, vrouwen met blote voeten en nagellak op slippers en meer van dat soort
dingen, waarvan je hoort en leest dat het niet gebeurd in Iran. Verder valt ook
vandaag weer op dat er eigenlijk geen echte armoede is (in tegenstelling tot
bijvoorbeeld Egypte en Marokko), de wegen over het algemeen van goede kwaliteit
zijn, ook vrouwen auto en scooter rijden en dat kinderarbeid zeer sporadisch
voorkomt en verder wordt er openlijk over politiek gepraat (er worden zelfs
grapjes over de politieke leiders gemaakt). Kortom: Iran is heel anders dan ons
in het westen altijd wordt voorgespiegeld. Sterker nog: m.i. hebben ze heel veel
dingen veel beter voor elkaar dan heel veel andere landen op deze wereld!
Met de tweede taxi rijden we zo'n anderhalf uur om dan in een klein dorpje te
arriveren. Daar worden we eerst bij mensen thuis uitgenodigd door een oudere
vrouw die ons direct van watermeloen, nootjes en thee voorziet. Lekker en
gastvrij en de kaart uit Rotterdam wordt in grote dank aanvaard.
Drie generaties vrouwen op het platteland van Iran. |
Daarna wordt het toch echt tijd om op pad te gaan. Mijn rugzak is erg zwaar,
want lichtgewicht voedsel kennen ze waarschijnlijk niet in Iran en Aziz
verwacht, gezien de hoeveelheden, waarschijnlijk drie weken in plaats van drie
dagen weg te blijven. We lopen langs een snelstromend watertje en blijven dat de
rest van de dag volgen. De beek komt rechtstreeks van de gletsjers boven van de
berg af en stroomt steeds sneller. Scheelt in ieder geval water sjouwen. We
klimmen langzaam door een kaal en stenig gebied met hier en daar wat (prikkel)
struiken. Gelukkig is het niet al te warm, maar toch zijn Hanneke en Marian blij
als we wat verder weg zijn en volgens Aziz de hoofddoekjes af mogen en de jas
uit. Die jassen zijn bedoeld om de vrouwelijke vormen van het lichaam wat te
verbergen, maar als je sommige jonge Iranese vrouwen soms hun lichamen ziet
bewegen, dan wekt dat eerder de lusten op, dan dat ze geremd worden (om het maar
eens plastisch uit te drukken). De vrouwen zijn trouwens vaak heel erg knap,
maar dit terzijde.
Ook het landschap is om van te genieten en dat doen we dan ook volop. We lunchen
ergens onderweg en na deze pauze gaan we veel steiler klimmen. Marian heeft het
erg zwaar en ergens halverwege de helling besluiten we de tent op te zetten. Het
is door de vele (grote) stenen lastig een plekje voor twee tentjes te vinden
(Aziz slaapt gewoon onder de blote hemel), maar na even zoeken lukt het toch.
Aziz heeft alleen absoluut geen talent om tenten op te zetten en als we hem
eindelijk zo ver hebben de tweede tent te gaan opzetten breken we de eerste
vrijwel helemaal weer af om hem alsnog redelijk goed op te zetten.
Een plek vinden voor de tent is niet eenvoudig in zo'n stenig gebied. |
Het is inmiddels half zes geworden en we gaan lekker uit de wind zitten en een paar kopjes thee zetten. Suiker doe je niet in je kopje, maar klem je tussen je tanden en zo slurp je, het liefst vanaf je schoteltje waarop je wat thee uit je kopje giet, de thee naar binnen. Na ons avondeten, wat net als de lunch uit bruine bonen en kip uit blik bestaat (als je net zo'n zeurpiet als ik met eten bent en de kok daar rekening mee houdt, dan eet je soms meerdere keren hetzelfde), drinken we nog een paar kopjes thee. Aziz stookt ondertussen een kampvuurtje, maar omdat er alleen wat kleine struikjes groeien brandt alles snel op, zodat we om een uur of half negen de tent maar in gaan om te gaan slapen.
terug naar index
Dag 5 |
(donderdag 2 mei 2002) |
Na zo'n twaalf uur slaap staan we op en eten wat.
Het Iranese brood vinden we niet echt lekker en omdat Aziz het boven een
vuurtje wat opwarmt smaakt het erg rokerig. Met worteltjesjam, een typisch Iranees
iets, wordt het er niet beter op, maar gelukkig is er ook voldoende
fetakaas.
Na alles afgebroken en opgeruimd te hebben hijsen we de rugzakken weer op en
vervolgen onze weg naar de top. Het is een erg steile klim en Marian gaat weer
helemaal kapot. Jammer hoor, want daardoor geniet ze veel minder van de
wandeling en de vergezichten dan wij doen.
Geweldig om hier te wandelen. |
Enfin, na zo'n tweeëneenhalf uur
klimmen zijn we boven en houden we een lekkere lange pauze in het zonnetje, uit
de wind. Aan de andere kant, de noordkant, van de berg ligt heel veel sneeuw en
we moeten dan ook heel wat grote sneeuwvelden oversteken. Naar beneden gaat
echter een stuk sneller dan omhoog, dus schieten we wel heel hard op.
Tussendoor schuilen we heel even onder een paar overhangende rotsen voor een
flinke hagelbui, die volgt op een gigantisch onweer. We hadden gehoopt het droog
te houden, maar dat is dus niet gelukt. Gelukkig wordt de lucht al snel weer
blauw en dalen we af naar een dorpje. Je kan goed zien dat er hier geen gebrek
is aan (smelt)water: er groeien heel veel planten, fruitbomen en er wordt graan
verbouwd.
Bij één van de huisjes gaan we naar binnen. Lekker op een kleed zitten, thee
drinken, lunchen (het is al vier uur, maar dat maakt niet uit) en relaxen.
Marian gaat zelfs wat slapen en wij gaan met z'n drieën naar de supermarkt: een
piepklein winkeltje, wat propvol (etens)waren ligt, waarvan vast één en ander
over de datum is. Na nog wat gedronken te hebben brengen we de boodschappen weg
en gaan nog een flinke bergwandeling maken. Jammer dat het onderweg hard begint
te regenen.
Tegen de tijd dat het donker is zijn we terug en na een uurtje wachten volgt het
diner van ons gastgezin: rijst met een groen prutje, wat erg lekker smaakt. Als
toetje eten we yoghurt, iets wat hier eigenlijk een voorgerecht is. En
vanzelfsprekend heel veel van dat dunne brood. Na nog een kopje thee duiken we
weer lekker de slaapzak in.
terug naar index
Dag 6 |
(vrijdag 3 mei 2002) | Yadz |
Een ieder brengt de nacht door in een andere
kamer, behalve Hanneke en ik; wij zijn immers ''getrouwd''?! En om niets te
hoeven uitleggen: ik ben 23 jaar oud en we zijn net twee maanden getrouwd. Samen wonen, geen
kinderen als je getrouwd c.q. 33 (mijn echte leeftijd) bent is iets wat de
mensen hier niet echt begrijpen, vandaar deze oplossing.
Om acht uur ontbijten we met het bekende brood, feta, komkommer en thee en om
half negen zitten we in de minibus naar Yadz. We rijden een hele andere route
dan eergisteren: eerst door een berggebied met groene vallei en dan door een
woestijn.
In het hotel laten we Marian achter, die is nog steeds niet helemaal opgeknapt,
en gaan met z'n drieën naar de torens van stilte. Nou ja: stilte? Het is
vrijdag, een vrije dag in de Islamitische wereld en de plaatselijke jeugd en
minder jeugdige scheuren daar rond op brommertjes die vooral herrie maken.
Bovenop de torens van stilte werden tot niet zo lang geleden de overledenen van
de Zorastiërs gelegd. Hun doden mochten namelijk niet in aanraking komen
met de aarde, vuur of water. De vogels vraten de lijken op en de botten werden
in de toren gegooid. Tegenwoordig worden de lichamen in water- en luchtdichte
kisten gelegd.
Met de taxi die al die tijd op ons heeft staan wachten rijden we terug naar de
stad, op zoek naar postzegels voor de ansichtkaarten die we op het vliegveld van
Teheran gekocht hebben. Ansichtkaarten zijn in Iran vrijwel nergens te koop was
ons verteld en dat bleek beslist waar te zijn: in twee weken tijd zijn we alleen
op het vliegveld en in Isfahan kaarten tegen gekomen. Het postkantoor was
eigenlijk gesloten, maar voor twee Nederlandse toeristen maken ze graag een
uitzondering. En dat geldt ook voor het restaurant wat Aziz heeft uitgekozen:
ook dat is gesloten, Aziz vertelt echter aan de eigenaar dat wij helemaal uit
Nederland komen en meteen gaat de deur open. Gastvrijheid kent hier geen
grenzen!
Na de lunch, kebab met rijst en yoghurt, pakken we weer een taxi naar het hotel
om wat te relaxen en even uit de warme zon te gaan. Aziz gaat om een uur of vijf
naar het vliegveld; terug naar Teheran en wij lopen, samen met Marian, later nog
een rondje door de stad. Bij de grote moskee worden we direct binnen gevraagd en
krijgen we een rondleiding van iemand die alleen Farsi (de taal in Iran)
spreekt. En natuurlijk mogen we ook nu weer foto's maken van alles, inclusief de
meest heilige plaatsen. Na afloop zijn Hannekes schoenen onvindbaar, maar
gelukkig is er sprake van een misverstand en even later zijn ze terecht.
We dineren in het hotel met een hele vreemde soep, kebab, rijst en heel apart,
maar wel lekker ijs. Na het eten gaan we weer naar bed.
terug naar index
Dag 7 |
(zaterdag 4 mei 2002) |
Ook vandaag staan we rond een uur of acht op en na
het ontbijt, brood met jam en thee, gaan Hanneke en ik de stad in. Ook nu voelt
Marian zich niet helemaal lekker en besluit nog een paar uur te gaan slapen.
Zo'n drieëneenhalf uur lopen we door allerlei straatjes, over de niet al te
leuke bazaar en bekijken allerlei moskeeën, windtorens, mensen die hun beroep
uitoefenen en allerlei bijzondere gebouwen. En tussendoor maar zeggen dat we uit
Nederland komen. Grappig hoe vaak je hier wordt aangesproken op straat. Zonder
allerlei bijbedoelingen wordt je in Iran constant welkom geheten. Men is
duidelijk nog geen toerisme gewend en heel, heel erg vriendelijk. Regelmatig
gebaren mensen dat we vooral een foto moeten maken van ze; iets wat we dan maar
doen om niemand teleur te stellen. Tegen alle regels eet ik een ijsje op straat;
ik heb een sterke maag, dus durf het risico wel te nemen. Ook dit ijs smaakt
weer heel apart, maar is wel lekker.
Met de middag zijn we terug, beladen met koekjes en nootjes voor de lange
busreis naar Shiraz. Hanneke en Marian eten nog een salade en dan gaan we met de
taxi naar het busstation.
Om twee uur gaat de bus en instappen mag niet zo maar. Ook je eigen plekje
kiezen is er niet bij, maar na een hoop georganiseer door de chauffeur en zijn
bijrijder zijn we tenslotte toch onderweg. De busrit duurt tot bijna half elf,
met maar één stop. In totaal hebben we dan zo'n 500 kilometer afgelegd voor
ongeveer twee Euro per persoon. Eén van de redenen waarom we er zo lang over
doen is een heuse zandstorm, die het zicht belemmert tot slechts enkele meters.
Verder rijden we vooral door een bergachtige gebied, maar de eerlijkheid gebiedt
me te zeggen dat ik de tijd vooral doorbreng met lezen en, als het donker wordt,
slapen, zodat ik niet echt veel heb gezien van het uitzicht. Wel valt ook nu
weer op dat dit land een ontstellend aantal kamikazepiloten heeft en dat licht
op een auto, ook als het donker is, toch niet door iedereen even noodzakelijk
wordt gevonden.
In Shiraz nemen we een taxi naar ons hotel en na de bagage op de kamer gelegd te
hebben gaan we even verderop naar een soort hamburgerrestaurant. Ook nu is het
weer een voordeel om toerist te zijn: het is een gedrang van jewelste (het is
blijkbaar een populaire ontmoetingsplaats van de plaatselijk jeugd) en iedereen
probeert voor te dringen, maar wij hebben in no-time eten. Na deze culinaire
uitspatting gaan we terug naar het hotel om te douchen en te slapen.
terug naar index
Dag 8 |
(zondag 5 mei 2002) | Shiraz |
In ons hotel is er zo waar ontbijtbuffet, maar dat
zorgt niet voor andere ingrediënten: brood, boter, jam, honing, gekookte eieren,
sju, tomaten, feta, komkommer en thee of koffie. Marian is nog steeds
niet helemaal in orde, dus Hanneke en ik gaan weer samen op pad. We lopen naar
het centrum, langs allerlei (vage) winkeltjes en de burcht. Ook vandaag is het
weer vrij warm, dus proberen we zoveel mogelijk in de schaduw te lopen. De bazaar
is gelukkig overdekt en daar slenteren we geruime tijd rond. Ook hier weer een
bazaar die zich richt op de plaatselijke bevolking en absoluut niet op
toeristen. Tussendoor brengen we een bezoek aan de Sultani Vakil Mosque, met z'n
indrukwekkende zuilengang.
Vervolgens gaan we even kijken of Marian al een beetje is opgeknapt, wat
gelukkig het geval is, zodat we met z'n drieën verder gaan. Eerst maar eens
lunchen. We vinden een klein restaurantje in een kelder, waar we in totaal voor
nog geen vier Euro alledrie lekker eten en drinken, te midden van heel veel Iraniërs. Vervolgens lopen we nog wat door de stad en bezoeken een aantal
prachtige moskeeën; rijk versierd met allerlei tegels, in voornamelijk
blauwtinten. Slechts bij één bezoek moeten Marian en Hanneke een chador aan,
wat lastig dragen blijkt in de praktijk: ze hebben de neiging constant van je af
te glijden.
Met een taxi gaan we naar de Eram tuinen, maar die vinden we erg tegen vallen:
het oogt allemaal een beetje verlopen en in no-time staan we weer buiten. We
lopen een klein stukje naar een ''restaurant-achtig-iets'' en zijn dan
anderhalve Euro kwijt aan drie blikjes limonade; wel een verschil met vanmorgen:
toen betaalden we ongeveer vijftien cent voor twee flesjes sinas. Ook tussen de
prijzen van de taxi's zitten soms flinke verschillen: soms betaal je 20000 rial
(circa anderhalve Euro) en soms een tiende deel hiervan. Meters kennen ze
overigens niet, en prijzen vooraf afspreken meestal ook niet: je betaalt bij het
uitstappen de prijs die gevraagd wordt, tenzij je denkt dat dat veel te veel is;
dan geef je gewoon het bedrag waarvan je denkt dat het reëel is. Hoe het ook
zij: Iran is over het algemeen spotgoedkoop voor toeristen en onze uitgaven
vallen bijzonder mee, iets wat we beslist niet gewend zijn.
Ons volgende bezoek is dat aan het mausoleum van de dichter Hafez. Leuk om te
zien en er is een prima theehuisje waar we wat drinken en falude (een zoetig
soort, spaghettivormig citroenijs) eten. Best lekker. Jammer dat er niet veel
meer van dit soort tentjes in Iran te vinden zijn, want dat zou het pauzeren een
stuk aangenamer maken. Mogelijk dat dit nog wel komt als er meer toeristen naar
Iran komen.
We nemen een taxi richting bazaar en wandelen daar nog wat rond. We zien een
paar mooie blauwe tegels (als onderzetter en souvenir), maar kunnen het niet
eens worden over de prijs. Dan maar niet.
Zo tegen half acht zoeken en vinden we een eettentje, waar we kip met chips eten
en wandelen daarna terug naar ons hotel. Even de schone was ophalen (de was
laten doen kost hier net zoveel als in de rest van de wereld; is dus erg duur
voor Iranese begrippen) en een taxi voor morgen regelen. En daarna: lekker
douchen, drinken, dagboek schrijven en naar bed.
terug naar index
Dag 9 |
(maandag 6 mei 2002) | Persopolis en Isfahan |
Om acht uur staan we op en een uurtje later zitten
we in de taxi richting Isfahan. Na telefonisch overleg met Neda de vorige avond
bleek dat we een goede prijs hadden bedongen voor deze rit: voor zo'n veertig
Euro worden we ruim vierhonderd kilometer met twee tussenstops (Persopolis en
Pasargadae) vervoerd.
In een uurtje rijden we naar Persopolis. Deze ruïne is zeer indrukwekkend;
vooral de prachtig bewerkte stenen trappen, waarbij zelfs de kleinste details
nog zichtbaar zijn. Er is ook een museum, maar dat vinden we een stuk minder
interessant. Gelukkig is er wel een restaurant waar we even wat drinken voor we
verder door het complex zwerven. In totaal brengen we zo'n twee uur door in
Persopolis om daarna weer in de redelijk nieuwe taxi van Iranese makelij te
stappen. We hebben een chauffeur die erg hard rijdt, maar wel heel veilig. Niet
helemaal de doorsnee rijstijl hier. De meeste auto's die hier rijden zijn van Iranese
of Koreaanse makelij. Ook zie je redelijk veel, al dan niet erg oude, Peugeots.
Grote afwezigen zijn Duitse auto's: VW-busjes, Kevers, Mercedessen of BMW's: je
ziet ze vrijwel niet.
Na weer een uur rijden arriveren we bij de ruïnes van Pasargadae, maar die
vinden we veel minder mooi en interessant dan Persopolis. In redelijk korte
tijd, met tussendoor telkens een kort ritje in de taxi naar het volgende
gedeelte, hebben we het dan ook wel gezien.
We rijden nog een paar uur door een bergachtig gebied, met af en toe een kudde
schapen en/of geiten langs de kant van de weg. We zien nu ook af en toe wat
armere gebieden en wijken, maar geen echte sloppenwijken. Ook wat dat betreft
lijkt Iran de zaak aardig op de rails te hebben.
Om een uur of vijf arriveren we bij ons, vrij chique, hotel in Isfahan. We gaan
eerst maar eens op zoek naar eten, want tot nu toe hebben we alleen nog maar
ontbeten. Na, alweer, kip lopen we richting het grote plein, waar we wat
rondkijken. Er zijn hier zowaar een flink aantal souvenirshops en het is dan
gelijk een stuk minder leuk als mensen je aanspreken: je moet weer opletten of
ze je zien als een ''wandelende portemonnee'' of ''gewoon'' aardig zijn. We
lopen nog lange tijd rond door de stad en besluiten een taxi te nemen, maar het
wordt een lift van twee aardige Iraniërs. Taxi's zijn namelijk niet altijd als
zodanig herkenbaar, dus je steekt gewoon je hand op bij iedere auto die
langskomt.
We lopen langs de rivier; de place to be in Isfahan. Op een eilandje zit een
theehuisje, waar we lekker wat drinken en flaneren daarna weer vrolijk mee met
de rest van de bevolking. Marian gaat alvast naar het hotel en wij lopen nog
even terug naar het grote plein, wat 's avonds heel mooi verlicht is. Met een
taxi gaan we terug naar het hotel, waar we op CNN zien dat Pim Fortuyn dood is
geschoten. Vreemd: je bent in een land wat (inmiddels m.i. ten onrechte) bekend
staat als de as van het kwaad en in Nederland, een land wat bekend staat als
één van de beste landen ter wereld om in te wonen, wordt een politicus
doodgeschoten....
terug naar index
Dag 10 |
(dinsdag 7 mei 2002) |
Ook deze morgen zitten we weer om negen uur aan het ontbijt en opnieuw besluit Marian wat langer in bed te blijven. Hanneke en ik nemen een taxi naar de Masjed-e-jome moskee, maar omdat de chauffeur geen Engels spreekt duurt het wel even voor we er zijn. Maakt niet uit: we zien nu stukken van de stad waar we anders nooit geweest zouden zijn. Als we de moskee tenslotte toch bereikt hebben dwalen we wat in en rond de moskee en nemen daarna weer een taxi naar het theehuisje van gisterenavond, want om half één hebben we daar met Marian afgesproken. We brengen geruime tijd door in de schaduw en in de wind en lopen dan op ons gemak richting het grote plein, waar we eerst de Masjed-e-emam moskee bezoeken. Dit gebouw wordt gerekend tot één van de mooiste Islamitische bouwwerken ter wereld en, voor zover als wij dat kunnen beoordelen, volkomen terecht. Wat een gebouw, wat een kleurenpracht (met vooral witte, blauwe en gele geglazuurde tegels). Het maakt een geweldige indruk op ons en we hebben veel geluk: het is er zeer rustig als wij er binnen zijn en mede daarom brengen we meer dan een uur door in dit imponerende gebouw. Wat mij betreft is dit, samen met de kathedraal van Gaudi in Barcelona en misschien wel het mooiste gebouw wat ik ooit gezien heb.
Masjed-e-emam moskee in Isfahan. |
Na een broodje hamburger c.q. kip gaan we naar de grote bazaar, waarbij het
vandaag wel lukt om een paar geglazuurde tegeltjes te kopen. Marian gaat
vervolgens terug naar het hotel en wij lopen nog wat rond om met een ijsje op
het grote plein te eindigen. Ook nu worden we (natuurlijk) weer aangesproken,
alleen eindigt dit gesprek in een uitnodiging om mee naar huis te gaan. En zo
begint één van de hoogtepunten van deze reis. Met dezelfde taxi als vanmorgen
(!) rijden we naar de ouders van Bahareh, wat lente betekent. Ze is getrouw met
Farid (wat alleen betekent), maar zijn nog in de eerste fase van hun huwelijk,
wat inhoudt dat ze nog niet bij elkaar wonen. Bahareh loopt het laatste stukje
snel vooruit om te waarschuwen dat ze deze keer niet alleen haar echtgenoot,
maar ook twee gasten meebrengt.
We worden bijzonder hartelijk geheten door haar moeder, haar zusje en twee
broertjes. Haar vader komt later thuis. We doen onze schoenen uit en gaan
zitten. De inrichting van het huis is niet helemaal Nederlands, maar toch veel
minder anders dan verwacht. Er staan bijvoorbeeld gewoon stoelen, een tafel en
banken en er hangen schilderijen aan de muur. Twee van de grote verschillen met
Nederland zijn de Perzische tapijten die op de grond liggen en het Franse
hurktoilet, waar een paar slippers klaar staan, zodat je niet op je sokken naar
de WC hoeft. Toiletpapier kennen ze niet (wel in de meeste hotels overigens): er
hangt een slang.
Direct bij binnenkomst krijgen we watermeloen aangeboden en we praten heel veel
met elkaar, waarbij Bahareh vrijwel perfect Engels spreekt en vooral de vele
vragen van haar moeder en onze antwoorden daarop vertaalt. Ze zijn vooral
benieuwd naar het gewone leven in Nederland: hoe laat staan we op, wat eten we
zo al, hoe ziet ons onderwijssysteem er uit en dat soort dingen. We leren in
korte tijd heel veel van elkaars cultuur en de tijd vliegt.
Op bezoek bij een Iranese familie. |
Vanzelfsprekend
worden we ook uitgenodigd om mee te eten, maar we hebben met Marian afgesproken
uiterlijk om tien uur terug in het hotel te zijn. En omdat we de
volgende dag vroeg in de middag Isfahan verlaten kunnen we dus ook niet een dag later komen.
Bijzonder jammer. Wel krijgen we nog een kopje soep en heel veel thee en na het
maken van de nodige foto's en het uitwisselen van adressen nemen we afscheid van
elkaar. Ook nu blijken de ansichtkaarten van Nederland en Rotterdam die we
hebben meegenomen om uit te delen een gouden idee: we zullen ze in het vervolg
op al onze reizen gaan meenemen. Met z'n vieren nemen we tenslotte een taxi naar
ons hotel.
Marian voelt er ook wel wat voor om nog ergens wat te gaan eten en dus gaan we
met z'n vijven naar een pizzeria. We eten allemaal dezelfde pizza (er wordt aan
mij gevraagd welke ik wil en we eten gewoon allemaal ongevraagd die pizza) en
kletsen gezellig verder. Helaas moeten onze gastheer- en vrouw de volgende
morgen allebei weer om half zes op, dus na de maaltijd nemen we afscheid.
Vrienden: bedankt voor alles!
Wij drinken nog een kopje oploskoffie in de hotelbar om alles even te laten
bezinken en gaan dan naar de kamer, waar Neda ons eindelijk weet te bereiken. De
plannen zijn namelijk weer gewijzigd: de pas waar we zouden gaan wandelen is
ondergesneeuwd, dus gaan we ergens anders wandelen. Maakt niet uit: het zal daar
vast ook heel mooi wezen. En met die gedachte gaan we over twaalven naar bed.
terug naar index
Dag 11 |
(woensdag 8 mei 2002) |
Om half negen wekt Marian ons en een half uur
later zitten we aan het ontbijt. Vervolgens lezen we in
onze reisgids dat ook de andere moskee aan het grote plein een bezoek meer dan
waard is en dus besluiten we daar eerst maar eens heen te gaan. We lopen er
heen, kopen entreekaartjes en daarna: genieten! Wat een prachtige mozaïeken, wat
een prachtig diffuus licht, gewoon: wat mooi! Een aardige Iranees vertelt ons
nog één en ander over de moskee en zorgt zelfs voor een sleutel, zodat we
onder andere beneden in de moskee kunnen kijken. Heel vroeger zaten daar
namelijk de 100 vrouwen van de sjah te bidden. Ze kwamen door een tunnel vanaf
het paleis en op die manier kreeg nooit iemand een blik van de vrouwen te zien.
Onze ''gids'' zorgde er ook nog voor dat we de helft van ons entreegeld terugkregen. Waarom? Geen idee. Waarschijnlijk vond hij het gewoon leuk dat wij
vanuit het verre Nederland helemaal naar Iran waren gekomen en heel erg onder de
indruk waren van dit imponerende gebouw en zijn verhaal, maar echt zeker weten
doen we het niet.
Marian gaat vervolgens naar het welbekende theehuisje en wij nemen een taxi naar
een andere moskee die volgens de reisgids ook erg de moeite waard is. Wij vinden
hem echter tegenvallen: hij is redelijk vervallen, maar wordt wel gerestaureerd
op dit moment. Na dit bezoek pikken we Marian op en lopen we naar ons hotel,
waar we op onze chauffeur wachten. Die komt ruim twee uur later dan de bedoeling
was, omdat hij pech onderweg heeft gehad. Hij probeert de verloren tijd in te
halen door ongelooflijk hard en agressief te rijden. Geen aangename rit dus:
snijden, levensgevaarlijke inhaalmanoeuvres (ken je die Atari-racespelletjes
nog; zo iets maar dan in het echt en met 100 kilometer per uur) en meer van
dat soort gekkenwerk. Zelfs de bekeuring die hij daarvoor onderweg krijgt helpt
niet. Jammer! Kortom: we zijn heel blij en opgelucht als we heelhuids Teheran
bereiken. Daar staat een jeep op ons te wachten, met daarin drie mensen: Fahime,
Begnan (een rustige, goede en veilige chauffeur; een verademing na de vorige
rit) en een chauffeur die de jeep
terug zal rijden. Fahime en Begnan zullen ons namelijk gaan vergezellen op onze
wandeling.
Ook deze rit duurt overigens een paar uur en het begint met een brede asfaltweg,
maar eindigt met een jeeptrack. Pas over twaalven komen we in een dorpje, waar
de weg ophoudt. Het hele dorp slaapt en daarom zoeken we een plekje onder de corridor
van een huis en rollen daar onze matjes en slaapzakken
uit. Tijd voor een kopje thee. We zijn trouwens erg benieuwd hoe de eigenaars
zullen reageren als er in eens zes wildvreemde mensen onder hun corridor
liggen...
terug naar index
Dag 12 |
(donderdag 9 mei 2002) | tweedaagse wandeling |
De eigenaars keken toch niet zo vreemd op: we zouden oorspronkelijk binnen slapen, maar omdat we zo laat arriveerden waren ze al naar bed gegaan. We staan om een uur of acht op en tegen half tien hebben we ontbeten, is alles opgeruimd en zijn de twee muildieren beladen en gaan we op stap; onze eerste schreden op de Alamut trekking. In eerste instantie lopen we over een onverharde weg, maar al snel gaan we echt de bergen in. Marian gaat dan ook op een muildier (samen met onder andere een kip die af een toe z'n kop uit de doos steekt) zitten en het echte klimmen begint.
En zelfs de kip gaat mee op de ezel. |
Heel steil en heel mooi. Jammer dat het af en toe regent en nog later zelfs giet. Het pad slingert omhoog en in totaal klimmen we zo'n 800 meter door een vrij kaal en ruig gebied met heel veel verschillende bloemen, waaronder heel veel Vinca's.
Een steile klim; Marian neemt liever de ezel omhoog. |
In een dorpje met een paar lemen hutjes houden we stil voor een lunch. In zo'n
hut, waar de kachel op ezelpoep wordt gestookt en in een dorpje zonder elektriciteit
of telefoon en het lijkt of de tijd heel lang heeft stilgestaan. Na zo'n
anderhalf uur, waarin we de maag vullen met thee, brood (ook hier weer: dun,
plat en hard), vis uit blik, komkommer en meer van dat soort dingen gaan we weer
op weg met twee andere muildieren. Het regent flink, maar al snel gaat dat over
in bewolking en dichte mist, zodat we niet zo veel meer zien. Gelukkig wordt het
redelijk snel weer helder en zien we steeds meer besneeuwde toppen, waarvan
sommige meer dan 4000 meter hoog, om ons heen liggen. Een machtig schouwspel.
Ook wij moeten af en toe een sneeuwveld oversteken en gelukkig kunnen de dieren
meestal omlopen. Als dat namelijk niet lukt zakken ze tot hun middel in de
sneeuw: niet echt prettig. Vanzelfsprekend is Marian dan natuurlijk al
afgestapt.
Bovenop de berg, op zo'n 3000 meter en net voor de top ligt er te veel sneeuw
voor de muildieren en nemen we afscheid van ze en van hun begeleider. De
rugzakken pakken we zelf weer op; maakt het toch een stukje echter lijkt het wel. En hoe
het landschap er dan uitziet? Majestueus; anders kan ik het niet omschrijven.
Overal om ons heen hoge bergen, sneeuw en vergezichten. Dit uitzicht en daardoor
deze wandeling, behoort tot de mooiste ooit door ons gezien. Mede door hoe ik me
voelde toen ik daar zo op de top stond mag deze wandeling voor mij persoonlijk
tot de mooiste vijf aller tijden gerekend worden (tenminste: tot nu toe
natuurlijk; wie weet wat er nog volgt).
En als ik deze foto zie weet ik weer waarom wandelen zo'n fantastische hobby is! |
In harde wind lopen we naar het dal, waar we tegen zessen en na een redelijk
makkelijk, maar toch erg steile afdaling in een vergelijkbaar dorpje als
afgelopen middag arriveren. De (sport)school wordt voor ons opengemaakt en
binnen kunnen we eten koken en slapen. Stel je bij die school overigens vooral
niet te veel voor: een klein stoffig lokaal, met kapotte ramen en drie stoelen,
vijf banken en een kapot bureau. Of het gebouw overigens nog als school of
alleen als sportschool wordt gebruikt hebben we niet echt kunnen achterhalen,
maar gezien de posters die ophingen en de dingen die op het bord geschreven
stonden wordt er, denk ik, geen les meer in gegeven.
Een oud vrouwtje brengt ons even later nog wat brood, melk, kaas en een gevulde
olielamp. Geweldig: de mensen bezitten hier vrijwel niets, maar wat ze hebben
delen ze nog met hun gasten. Wat kunnen wij westerlingen soms nog een hoop
leren....
Na de heerlijke soep van Begnan gaan we vroeg slapen; vertier kent het dorpje
niet.
terug naar index
Dag 13 |
(vrijdag 10 mei 2002) |
Om een uur of acht staan we op en na alles opgeruimd te hebben en te hebben ontbeten verlaten we om half tien de school en het dorpje. Het is prachtig weer geworden en om ons heen zien we de besneeuwde bergtoppen liggen. We snappen nu ook heel goed waarom onze oorspronkelijke route gewijzigd is: daar ligt gigantisch veel sneeuw en je kunt zien dat er mogelijk een aantal lawines zullen ontstaan. Ons pad gaat langzaam omlaag, wat heel lekker loopt. We kruisen een paar keer een stroompje en door de vele regen en smeltwater is alles erg groen. We zien ook heel veel bekende bloemen: irissen, sleutelbloemen, tulpen, blauwe druifjes, munt en nog veel meer planten die thuis in de tuin staan, maar hier gewoon in het wild groeien en bloeien.
Het uitzicht blijft geweldig. |
Af en toe trekt er een mistflard of wolk over waardoor we soms veel minder zien
en nog later op de dag gaat het zelfs over in non-stop mist. Jammer, want ons
uitzicht wordt daardoor natuurlijk erg beperkt, maar het schijnt heel gebruikelijk
te zijn dat het mist in dit gebied. Af en toe lopen we door een klein dorpje;
zonder wegen, telefoon of elektriciteit. De bruggen zijn overigens volkomen in
dezelfde stijl: het is elke keer weer spannend of ze niet zullen instorten.
Na nog een pittige klim, waarbij Marian weer helemaal stuk gaat, stoppen we voor
onze lunch (vis, kip en doperwtjes uit blik, brood, komkommer en thee) en gaan
dan weer min of meer langzaam naar beneden. Jammer van de mist, want het
landschap is weer meer dan de moeite waard: diepe ravijnen, watervallen, hoge
bergen en groene bloemrijke bergweitjes. De laatste paar kilometer, in zeer
dichte mist, over een onverharde weg, brengen ons bij een theehuis wat echt
volkomen in de middle of nowhere staat. Je vraagt je af waar het van bestaat:
het ligt aan het einde van een onverharde doodlopende weg. We zullen hier
blijven slapen, maar eerst krijgen we brood, gebakken eieren, yoghurt en thee.
Zonsondergang in Iran. |
Later op de avond komt er een groep militairen binnen, maar afgezien van het toch maar weer dragen van de hoofddoekjes door de dames, heeft dit geen gevolgen voor ons. En als we na de soep onze slaapzakken inkruipen wordt het direct stil. Klasse hoor! De mannen blijven overigens ook slapen, maar afgezien van wat snurken hebben we verder totaal geen last van ze gehad.
terug naar index
Dag 14 |
(zaterdag 11 mei 2002) | Teheran |
Als we opstaan wordt het mooi weer dus ontbijten
we buiten op de veranda. Ondertussen arriveert er een bus die meer dan een half
uur op ons moet wachten en niemand die boos wordt of in de stress schiet. Als ze
zich in het verkeer ook zo zouden gedragen en alle (kleding)voorschriften voor
vrouwen zouden afschaffen zou Iran bijna een ideaal land zijn. Zou je overigens
eens in Nederland moeten proberen: een bus een half uur laten wachten omdat een
drietal toeristen zonodig nog moet ontbijten...
Het eerste gedeelte van de busrit gaat over een onverharde weg en door een
prachtig ruig bergachtig gebied. Later gaat de weg over in asfalt en rijden we
door een gebied waar onder andere rijst en kiwi's worden verbouwd.
In een stad stappen we over in een taxi. Jammer dat de bank een stuk minder
prettig zit dan gedacht. Aan de andere kant: Begnan en Fahime zitten samen op
één voorstoel, dus we mogen niet klagen. Het is een paar honderd kilometer
naar Teheran, maar we zijn uren onderweg. De weg kronkelt namelijk dwars door de
bergen, tot zo'n 2500 meter, terwijl we gestart waren bij de Kaspische Zee en
ook heeft de chauffeur, zeer tegen z'n zin, de opdracht gekregen rustig te
rijden. Tussendoor houden we een stop in één van de vele restaurants onderweg
voor rijst met kip en verder genieten we vooral van het uitzicht en slapen we af
en toe een beetje. Het is overigens erg druk op de weg en er zitten heel veel
picknickers langs de kant van de weg. Iran beleefd weer één van z'n vele
feestdagen.
Aan de rand van Teheran, waar op dat moment een gigantische onweersbui losbarst,
wisselen we natuurlijk weer van taxi en rijden we naar de flat van Fahime:
natuurlijk mogen we van haar niet in een hotel slapen, maar zijn we haar gasten;
wat kunnen wij Nederlanders nog een hoop leren van Iraniërs. Bij haar thuis
krijgen we direct koffie, thee, nootjes, watermeloen en wordt even later ook de
rest van onze bagage gebracht. De flat is vrij modern ingericht, en zou in
Nederland niet eens echt uit de toom vallen. Natuurlijk mogen we ook gebruik
maken van de douche en wordt ons later op de avond een warme maaltijd
voorgeschoteld door onze bijzondere gastvrouw. Ze is 50 jaar, vrijgezel, loopt
in een legging (en is één van de vrouwen die dat ook kan), draag regelmatig
geen hoofddoek (een baseballpet volstaat blijkbaar ook), verft haar haar, rookt,
heeft haar eigen reisbureau voor ecotoerisme (zie ook http://www.frontzite.com/ircta/index.html)
en doet nog veel meer dingen die niet echt gebruikelijk zijn voor Iranese vrouwen, maar vooral: een schat van een mens!
Zo tegen een uur of half elf rollen we de slaapzakken uit en proberen nog wat
slaap te pakken.
terug naar index
Dag 15 |
(zondag 12 mei 2002) | terugreis |
Weinig slapen, want om de één of andere reden slaap ik zo'n laatste nacht
van de vakantie altijd erg slecht; waarschijnlijk bang me te verslapen of zo.
Enfin; om iets voor drie staan we op en even later komt Begnan om ons naar het
vliegveld te brengen. Gasten laat je namelijk niet met een taxi naar het
vliegveld brengen, ook niet als je daardoor om half drie je bed uit moet.
Hij brengt ons, na eerst bot gevangen te hebben bij een
agent en vervolgens met, waarschijnlijk, diens superieur gesproken te hebben,
ons tot vlak voor de ingang; iets wat officieel helemaal niet mag. Na afscheid
te hebben genomen van deze, alweer, onvoorstelbaar aardige Iraniër brengen we nog bijna drie uur door op het vliegveld. We eten
wat, drinken wat, kopen nog een kookboekje en houden zo waar een hoop geld over.
Op de geplande tijd van kwart over zes stijgen we op en na een rustige vlucht
arriveren we zo'n vijf uur later op Schiphol. Lekker weer terug in ons koude
kikkerlandje. De hoofddoeken kunnen weer af.
terug naar index
En zo kwam er een einde aan één van de meest bijzondere reizen die we ooit gemaakt hebben en die ons een heleboel heeft geleerd over Iran en de vele (volkomen foute) vooroordelen die we hadden. (C)Iran bedankt; het was geweldig!
Terug naar hikes buiten Europa.
Terug naar (overige) vakanties.
Terug naar (wandel) vakanties.