Inleiding:
In de nazomer van 2008 hebben Hanneke en Jan zeven weken door Canada en de Verenigde Staten gereisd. Het reisverslag van die reis is opgeknipt in een aantal delen. Wil je het hele verslag lezen, lees dan gewoon lekker verder. Wil je alleen bepaalde delen lezen kijk dan even in de onderstaande tabel en klik op de link.
(zondag 24 augustus 2008) |
De wekker loopt om kwart over vijf af en pas over meer dan 24 uur zullen we weer een bed zien. De reis naar Whitehorse neemt veel tijd in beslag. Niet alleen door de lange vlucht, maar vooral ook door de lange stop-overs in Londen en Vancouver. Verder zo'n typische reisdag: lezen, muziek luisteren en een beetje vervelen. IJsland is ook vanuit de lucht erg mooi.
Dag 2 |
(maandag 25 augustus 2008) |
Iets na middernacht landen we. Snel met de taxi naar ons hotel. Ondanks (of dankzij?) de jetlag slapen we nog redelijk.
We laten de bagage achter in het hotel om een paar uur later, met bagage, de bus naar Skagway te nemen.
Ontbijten, boodschappen doen en de oudste houten kathedraal ter wereld gezien.
Niet echt een spannende morgen. Het eerste stuk van de busrit zijn we de enige
passagiers, later komen er nog veel mensen bij. De Amerikaanse grens passeren we
zonder zelfs maar de paspoorten te hoeven laten zien.
In Skagway halen we de permits voor de trail, doen de allerlaatste inkopen (o.a. gas voor onze
brander en nog wat etenswaren) en regelen vervoer naar het startpunt van de
Chilkoottrail. Het is droog, maar zwaar bewolkt en hoger in de bergen regent
het.
Het beginpunt van de Chilkoot Trail. |
Bij het begin van de trail is een camping en daar zetten we de tent op. Er is
een ''berenkast'' waar ons eten en de toiletspullen in moeten. De bonen in
tomatensaus met worstjes gaan niet helemaal op, maar de vuilnisbak is ook al ''beer-proof'''.
Om acht uur liggen we doodmoe in bed.
Dag 3 |
(dinsdag 26 augustus 2008) | 19 km |
Onregelmatig geslapen, maar als we om zeven uur opstaan hebben we redelijk wat uur slapen achter de rug. 's Nachts regent het af en toe wat, maar overdag blijft het afgerond droog. Gelukkig wel, want dat maakt de tocht een stuk aantrekkelijker.
Veel groen aan deze kant van de pas. |
Het eerste gedeelte is stevig klimmen, maar verder vallen de hoogtemeters over het algemeen erg mee. We volgen min of meer de Taiya River. Weinig andere wandelaars, wel veel paddestoelen. Meer soorten dan dagen in een jaar. Het is dan ook erg vochtig. Soms ook erg modderig, maar over het algemeen is het pad zeer goed begaanbaar. Waar je de rivier of brede stromen over moet ligt een brug en op de natste gedeelten liggen plankieren. Die zijn alleen soms spekglad.
Op de natste stukken liggen meestal plankieren. |
Veel naaldbomen en watervallen. Het landschap is zoals ik me dat voor had
gesteld. Alles bij elkaar een vrij pittige en lange wandeling. Na zo'n acht uur
lopen, met slechts een paar korte pauzes tussendoor, komen we in Sheep-camp. Ook
hier berenboxen. De tent komt op een plankier te staan; net zoals in Tasmanië.
Verder staan er nog twee schuilhutjes, zodat je lekker binnen kunt zitten en
koken. We zijn zeker niet de enige wandelaars. Er mogen maximaal 50 personen per
dag starten, maar zo veel zijn er nu niet. De helft wordt nog wel gehaald,
terwijl het seizoen er al min of meer opzit. Ten tijde van de goldrush stonden
hier duizenden tenten.
Amerikaanse spaghetteria als avondeten. Laten we het erop houden dat ik blij ben
dat we ook een zak chips hebben meegenomen. De Baco smaakt wel lekker.
Dag 4 |
(woensdag 27 augustus 2008) | 14 km |
Ongeveer vijf dagen per zomer is het mooi weer op de pas en wij horen bij de gelukkigen. De boswachter had het gisteren al voorspeld. Ook had hij geadviseerd om om zes uur op te staan, maar dat advies sloegen we in de wind. Over het algemeen behoren wij tot de snellere lopers. We oefenen dan ook regelmatig zullen we maar zeggen ;-)
Die kleine blauwe vlekjes zijn wandelaars. |
De eerste paar kilometers gaat de klim niet zo hard. Net na de boomgrens gaat het écht steil. Ongeveer vierhonderd meter omhoog op één kilometer. Onvoorstelbaar dat hier destijds duizenden mensen omhoog gingen. En dan niet één keer, maar een paar keer. Ze moesten namelijk verplicht een heleboel bagage en voedsel meenemen voor ze de grens over en richting goudvelden verder mochten. Regelmatig zie je nog spullen of materialen liggen langs het pad die doen herinneren aan de grote goldrush van ruim 100 jaar geleden. Ook is dit het pad wat Dagobert Duck destijds heeft gelopen toen hij begon met zijn kapitaal op te bouwen.
Aan de andere kant van de pas een heel ander landschap. |
Bovenop de pas ligt de grens tussen Amerika en Canada maar er is, in
tegenstelling tot wat in de reisgids stond, niemand om ons paspoort in te zien.
Aan de andere kant van de pas is een heel ander landschap zichtbaar. Het is er
gemiddeld een stuk droger. Wel veel sneeuwvelden. Uit de wind en in de zon bijna
alpenweiden en veel bloemen. Ook is het veel vlakker. Heerlijk wandelen.
We lopen inderdaad vrij snel en zijn voor drie uur in Happy Camp. Een prachtig
gelegen kampeerplek met een hut om te zitten. De meeste mensen blijven hier.
Doorlopen heeft niet veel zin, want dan wordt de tocht van morgen erg kort.
Daarnaast heeft de volgende kampeerplaats geen schuilhut, terwijl dat erg
prettig is. Echt warm is het niet.
Koffie zetten, eten koken, nog meer koffie zetten en kletsen met de andere
wandelaars. Om acht uur liggen we weer in onze slaapzak.
Dag 5 |
(donderdag 28 augustus 2008) | 14 km |
's Nachts zijn de wolken binnen gedreven en als we opstaan is alles vochtig en mistig. Het duurt een paar uur voor we laag genoeg zitten en de zon tevoorschijn komt, maar regen zien we ook vandaag niet.
Mist levert weer heel andere plaatjes op. |
Een makkelijke wandeling
deze dag. Voornamelijk dalen. Langs meer of rivier. Er komen steeds meer bomen
en struiken. Aan sommige groeien bosbessen en die smaken prima.
Na een paar kilometer komen we bij Lindeman City. Ooit een grote stad, maar na
de goldrush nu alleen nog een kampeerplekje. Wel één met een shelter en een
houtkachel. Die is er verderop bij onze kampeerplek bij Bareloon Lake niet, dus houden we
een lange pauze. Pas om een uur of vier lopen we de laatste anderhalf uur. Het
lijkt of we de enige mensen op de wereld zijn. Het pad is zeer goed begaanbaar
en onderweg staan opvallend veel bankjes. Niet dat we die nodig hebben
overigens.
Overal zie je sporen van de goldrush. |
Op de kampeerplaats zijn niet zo heel veel mensen. Helaas ook geen beerbox, dus
de rugzak met alle eten en toiletartikelen moet in de paal worden gehesen.
Verder is het kampeerplekje er één om in te lijsten. Aan een meer en met
uitzicht op, al dan niet besneeuwde, bergtoppen. Meestal kamperen we op minder
mooie plekjes.
Rode spaghetteria, de nodige oploskoffie en een Baco voor het slapen gaan.
Een mooi kampeerplekje. |
De rugzak gaat in de berenhang. |
Dag 6 |
(vrijdag 29 augustus 2008) | 12 km |
We starten weer zo ongeveer als laatste. Vreemd, want het is pas zeven uur als we opstaan en de meeste wandelaars gaan met de trein van 14.00 uur terug en het is voor hen zo'n twee uur lopen. Wij nemen de andere route: richting autoweg. Na een klein stukje bos gaan we langs de spoorlijn lopen. Eerst nog even in regenpak, maar al snel is de lucht blauw. Er hangen overigens genoeg buien.
Wandelen langs de spoorlijn is toch wat saaier. |
Langs de spoorlijn is het wel wat saaier lopen. Vlak en open, maar het gaat wel
snel. Tot onze verbazing passeren er meerdere (werk)treinen. Binnen drie uur
staan we bij de weg. Bijna geen verkeer, maar net voor er een grote bui losbarst
hebben we een lift. De Japanner die net na ons komt heeft ook geluk en past ook
nog achterin de auto.
Bij de grens is de douane verbaasd dat we de vorige keer geen stempel en groen
formulier in ons paspoort hebben gekregen. Wij ook. Enfin, alles komt goed en
met een stempel van een stoomtrein rijden we richting Skagway.
Skagway |
Even zoeken naar een hotel met tweepersoonskamer en zonder geluidsoverlast, maar
dat lukt tenslotte ook. De keuze eerst eten of douchen is niet moeilijk: we kunnen pas
over een uur de kamer op. Dan maar eerst ons vetgehalte aanvullen. Na de eerste
souvenirshops en espresso gaan we uitpakken en douchen.
Verder shoppen, treinkaartjes voor morgen regelen en na een heerlijke maaltijd
(verrassend: Hanneke neemt steak en ik salade; meestal nemen mannen vlees en
vrouwen groente) lekker naar bed.
Dag 7 |
(zaterdag 30 augustus 2008) |
Om kwart over zeven staan we op, want we nemen de trein van acht uur. Niet helemaal naar Lake Bennett, maar slechts zo'n 14 mijl. Daar is een flagstop en start een heel bekende dagtocht naar Laughton Glacier. In totaal stappen er zes mensen uit. We hebben tijd genoeg, want de trein terug gaat pas om kwart over drie.
Laughton Glacier |
De eerste drie mijl naar de hut zijn wel heel erg makkelijk. Een zeer begaanbaar
pad met amper hoogteverschillen. Dan rechtsaf langs de rivier omhoog richting
gletsjer. Geen echt pad, maar nog steeds goed begaanbaar. Uitzicht op de
gletsjer en redelijk zonnig. Over de morenen en sneeuw. Steeds dichterbij en
oppassen dat je niet uitglijdt. Grote scheuren en smeltwater.
Op een gegeven moment vinden we het mooi geweest en gaan we terug. Worstjes en
soep warmen bij de hut. We doen rustig aan en zijn ruim op tijd terug bij de
trein.
De trein naar Skagway. |
Een spectaculaire rit van een uurtje brengt ons terug in Skagway. Veel winkels gaan dicht om vijf uur. Dan maar vroeg eten. De bediening heeft gelukkig minder haast dan gisteren. Terug op de hotelkamer nog wat lezen, douchen en naar bed.
Dag 8 |
(zondag 31 augustus 2008) |
Een uitgebreid ontbijtbuffet en nog een wandeling van twee uur rond het meer. Meer wandelaars dan verwacht. Een stukje klimmen, maar verder een makkelijk pad. Wel weer erg mooi.
Wandeling rond het meer. |
Terug in de stad met z'n vele toeristen en juweliers. Skagway staat wereldwijd
16e als meest bezochte cruiseschepenstad. Dat zegt iets over het type toeristen.
Behalve een enkele wandelaar dus veel oudere, dikkere en rijkere Amerikanen.
Om half twee gaat onze bus, maar we houden geen tijd over. Ik kan het toch niet
laten en koop een wagon van de Yukon-Whitepass-Railway voor op m'n eigen
modelbaan.
Onderweg naar Whitehorse. |
Aan de Canadese kant van de pas is het heerlijk weer. Ondanks de blauwe meren, de dito lucht, de groene, rode en gele bomen en de witte bergtoppen vallen we af en toe in slaap. Eigenlijk vreemd met zo'n mooi en kleurrijk uitzicht. De bus rijdt langzaam, stopt voor een ijsje en pas over zessen (inclusief een uur tijdverschil) zijn we in Whitehorse. Op ons verzoek stopt de bus bij de camping. Heerlijk weer om te kamperen. Hout voor kampvuur moet je zelf zagen. Dan stoken we het maar doormidden. Na de macaroni met tonijn en Philidelphia en een toetje steken we het vuur aan. Een lange avond en de Baco gaat op.
Dag 9 |
(maandag 1 september 2008) |
Uitslapen en na het ontbijt een lange wandeldag. Eerst langs de langste zalmtrap ter wereld. We zijn net een week te laat, maar zien nog wel wat zalmen achter het glas. Leuk gedaan op deze manier. Als de zalmen hier zijn dan hebben ze al zo'n 2000 kilometer afgelegd om een paar honderd kilometer verderop eieren te leggen en vervolgens dood te gaan.
Zalmtrap |
We vervolgen de wandeling langs het meer en vervolgens een stuk langs de Yukonkloof. We zijn zo ongeveer de enige wandelaars op het pad. De andere kant van het meer is iets minder aantrekkelijk. Te veel asfalt. Het pad loopt tenslotte achterlangs de camping en de Klondike; een gerestaureerde radarboot. We hebben teveel honger om er te gaan kijken.
Radarboot Klondike |
In het centrum lunchen en op zoek
naar een supermarkt. De Walmart heeft haast geen gewone boodschappen, dus gaan
we naar de concurrent. Uit eten is bijna net zo duur als zelf koken.
Terug naar de camping via de andere kant van het water. Er zijn voldoende
wandel- en fietsmogelijkheden hier. Macaroni koken, kampvuur stoken en dan is
het weer tijd om naar bed te gaan.
Klik hier om te lezen hoe deze reis verder is verlopen.
Terug naar hikes buiten Europa.
Terug naar (overige) vakanties.
Terug naar de startpagina.