Inleiding:
In januari 1993 wilden William en Jan 'ergens' in Europa in de sneeuw gaan lopen. Helaas lag er nergens (behalve in noordelijk Scandinavië) sneeuw op dat moment en daarom besloten ze op het laatste moment maar de trein naar Polen te nemen en daar zelf een tocht samen te stellen. Ze genoten daar van meer dan fantastisch gastvrijheid en.... sneeuw! Hieronder het verslag van die week.
Dag 1 |
(zaterdag 23 januari 1993) |
Het is half vijf 's avonds en het regent, dus dan
maar met de bus naar het station Hardinxveld. Op Dordrecht Duitse marken gehaald
en in Rotterdam in de stationsrestauratie bijna een uur op William zitten
wachten. De tijd gedood met lezen en koffie en appelgebak nuttigen. Om half
zeven, helemaal volgens afspraak, arriveert William ook en na een paar biertjes
gaan we om half acht naar Schiedam.
Om 20.16 uur stappen we in de rechtstreekse trein naar Moskou. We zitten in een
Poolse wagon, die redelijk luxueus is, alleen kunnen de stoelen niet 'plat'. De
volgende wagon is een Russische, maar die stinkt en de WC is heel goor; helemaal
conform de verwachtingen.
Al snel krijgen we honger en eten een broodje worst. Ook het biertestteam doet
z'n werk en alles bij elkaar vliegt de tijd. Na nog wat lezen en gameboyen
krijgen we om een uur of elf slaap en vlak na de grens rol ik mijn matje uit en
ga op de grond liggen slapen, terwijl William overdwars op de stoelen gaat
liggen.
Dag 2 |
(zondag 24 januari 1993) | 15 km |
Afgezien van twee kaartcontroles slapen we min of
meer aan één stuk door en worden om een uur of zeven wakker. We kleden ons aan
en al vrij snel naderen we de Poolse grens. We lopen even een rondje over het
perron en in de trein krijgen we een stempel in ons paspoort.
Zodra de trein weer rijdt gaan we op zoek naar een kop koffie, wat na enige tijd
zo waar lukt. Bij de koffie eten we uit Nederland meegebrachte ontbijtkoek en
als ik opsta stoot ik m'n koffie om. William springt van schrik opzij en stoot
daarbij de steun van het tafeltje om, zodat alles wat daarop staat ook op de
grond valt. De boter drijft dan letterlijk in de koffie. William gaat dan maar
nieuwe koffie halen en ik ruim de troep op.
Na nog wat gameboyen (nieuw record teteris: 149) naderen we ons doel: Poznan. We
stappen uit, wisselen wat geld, kopen nog een paar fotorolletjes en slenteren
wat door de stationshal. Op een gegeven moment verlaten we het station en barst
er een gigantisch noodweer los: veel regen en harde wind. William z'n paraplu
waait direct kapot en eindigt in de vuilnisbak. Na een paar kilometer lopen
stoppen we bij een benzinepomp voor een blikje cola en dan wordt het droog en
gaat de zon zelfs schijnen.
Even later stoppen we voor brood met cup-a-soup en na deze lekkere maaltijd vervolgen
we onze weg. We lopen nog steeds in de stad. Net voor er weer een gigantische
bui losbarst bereiken we een Novotel, waar we dan maar koffie met gebak nuttigen
tot het droog wordt. Als we verder lopen verlaten we vrij snel de bebouwde kom
en genieten we van (vooral) berkenbossen. Een gedetailleerde wandelkaart hebben
we overigens niet: we lopen een beetje op een grote kaart en een beetje op ons
gevoel.
Kampeerplekje eerste nacht. |
Om half vijf besluiten we de tent te gaan opzetten. Opnieuw komt er een grote
bui aan; dat wordt dus opschieten. Na een heerlijke rijstmaaltijd wordt het
buiten donker en daarom brengen we de tijd verder door in de tent met kletsen en
apfelcorn drinken. Als de fles leeg is besluiten we nog een kop oploskoffie te
zetten en bij de tweede kop gaat er iets fout: de brander (zo'n Oost-Duitse
geval; niet een mooie Whisperlite of zo) vliegt in brandt en alleen door snel en
goed te reageren voorkomen we dat de tent in de fik vliegt.
Tenslotte lukt het toch nog om een tweede kop koffie te zetten en na nog een
rookworst gegeten te hebben kruipen we de slaapzak in en gaan we slapen.
Dag 3 |
(maandag 25 januari 1993) | 20 km |
Rond half acht staan we op en een uurtje later
lopen we alweer door het Poolse landschap. Al vrij snel vinden we een kraan en
vullen we onze veldflessen. Als we daarmee bezig zijn begint het zowaar te
sneeuwen. Het is weliswaar een kleine bui, maar toch. De rest van de dag blijft
het wisselvallig: sneeuw, regen, hagel, zonneschijn en harde wind.
De route voert gedeeltelijk door bossen en gedeeltelijk door de bebouwde kom.
Onderweg kopen we in een winkeltje koekjes en krijgen zowaar 50 zloty's (circa
zes Nederlandse centen) korting bij gebrek aan kleine biljetten.
Tot een uur of één gebeurt er weinig bijzonders of het moet zijn dat we erg
aan het zwerven geslagen zijn en geen idee meer hebben waar we zijn. Als we
later bij een restaurant komen waar we een kop koffie drinken, ontdekken we
eindelijk weer waar we zijn. We schrijven nog wat ansichtkaarten voor het
thuisfront en hijsen de rugzakken weer op en verlaten het dorpje. Net buiten het
dorp krijgen we een ongevraagde lift van een Pool, met wie we alleen door middel
van ons woordenboekje kunnen 'communiceren'. Na een half uurtje stappen we uit
het superkleine autootje en gaan weer een stuk lopen. Het waait gigantisch hard,
en doordat we door een open landbouwgebied lopen merken we dat heel goed.
Na een korte pauze in een hooischuur besluiten we bij een boerderij te vragen of
we de tent mogen opzetten. Dat mag dus niet. Misschien omdat ze ons niet
begrijpen? We nemen dan de bus maar naar Sroda en als we daar aankomen is het
bijna donker. Goede raad is duur. Hoewel... de hotelkamer die we besluiten te
nemen (na veel zoeken en vragen overigens, want niemand spreekt Engels of Duits)
kost zo'n vijftien gulden.
Na nog een kop koffie (lees: slootwater) in het dorp te hebben gedronken gaan we
terug naar de hotelkamer en starten daar de benzinebrander. Na een heerlijke
macaronimaaltijd, de afwas en tanden poetsen duiken we de slaapzak in en binnen
een paar minuten weten we niet meer waar we zijn.
Dag 4 |
(dinsdag 26 januari 1993) | 25 km |
Niets zo veranderlijk als het weer in Polen: als
we om zeven uur opstaan is heel de wereld wit. Dus toch in de sneeuw lopen!
Jammer dat ik een beetje last van diaree heb. Het ontbijt bestaat daarom uit
thee en hartkeks.
Na de boel te hebben ingepakt verlaten we het hotel en lopen richting Wrezsnia.
Gelukkig hebben we de wind redelijk in de rug, want het waait gigantisch hard. Tezamen
met de sneeuw maakt dit tot een erg zware etappe. Onderweg stoppen we twee keer
in een bushokje om thee te zetten, maar verder lopen we aardig door. Zo rond
half vier zitten er 24 kilometer op en arriveren we in Wrezsnia.
In één of ander openbaar gebouw (gemeentehuis?) worden we binnen geroepen door
een vrouw. Ze spreekt geen woord over de grens, maar met behulp van een collega
krijgen we koffie en worden verder aan ons lot overgelaten. Na verloop van tijd
besluiten we dan maar weer te gaan en in het centrum kopen we brood en
alcoholvrij bier. Guldens wisselen bij de bank lukt niet, dus het is maar goed
dat we marken mee hebben genomen. Daarna naar de kroeg voor bier en een
hamburger.
Na deze hartversterking lopen we het dorp uit en bellen ergens aan om te vragen
of we onze tent mogen opzetten. Hoewel ook hier de vrouw geen woord over de
grens spreekt vindt ze het goed. Als de tent staat worden we binnen geroepen en
krijgen we kawa (Pools voor koffie) met een soort donuts. Lekker! Met behulp van
ons woordenboekje, tekeningen maken en handen- en voetenwerk communiceren we
wat.
Om een uur of zeven gaan we naar de tent en koken de rijst in de tent. Een half
uurtje later slapen we.
Kampeerplekje derde nacht. |
Dag 5 |
(woensdag 27 januari 1993) | 20 km |
Als we om zeven uur wakker worden en naar de tent
kijken snap ik waarom zelfs ik, in een donzen slaapzak, koude voeten heb: de
binnen- en buitentent zitten aan elkaar vast gevroren. Na de thee en ontbijt
stappen we naar buiten in een dik pak sneeuw. De tent oprollen en inpakken gaat
door de koude handen een stuk lastiger dan anders. Als we bijna weggaan krijgen
we nog een kop koffie met brood aangeboden. De kleine klompjes die we als
afscheid overhandigen worden in grote dank aanvaard en even later verlaten we
deze aardige vrouw en haar drie dochtertjes.
Doordat de wind is gaan liggen en het zonnetje schijnt is het vandaag een stuk
aangenamer om te wandelen dan gisteren. Het is zulk lekker weer dat onze eet- en
koffiepauzes niet in een bushokje plaats vinden. Ook vandaag zien we echter geen
ondoordringbare wouden, maar voornamelijk ondergesneeuwde landbouwgronden.
Ergens onderweg in de sneeuw. |
Na zo'n slordige 20 kilometer stappen we Witkowo binnen, alwaar we eerst de
plaatselijke kroeg bezoeken. Ze draaien er leuke muziek, hebben prima kawa, maar
geen toilet. En aangezien we er daar nodig één van moeten bezoeken stappen we
snel op en gaan naar een restaurantje. Hier hebben ze gelukkig wel een toilet en
eten we een lekkere hap (schnitzel?).
Als we hier weggaan zien we een bord 'hotel' en besluiten daar te overnachten.
Iemand wijst ons de weg, maar het blijkt dat er geen plaats meer is. De man die
ons de weg wees gebaart ons te volgen. En wat ik William al voorspelde gebeurd:
we volgen hem naar zijn huis. Hij bakt direct vlees voor ons, zet koffie en we
mogen gebruik maken van het ligbad. Na even twijfelen doen we ook dit maar en
onder het genot van een kop thee proberen we daarna wat te communiceren.
Inmiddels arriveert er een vrouw, maar dat is niet de echtgenote van de man,
want die komt nog weer later. Voor die echter arriveert halen we een fles Poolse
wodka (50%) en drinken die op z'n Pools: een glas in één teug achteroverslaan
en daarna een slok sinas nemen. Het wordt steeds gezelliger en op een gegeven
moment komt er zelfs een Pools-Duits woordenboek tevoorschijn. Tussen de borrels
door moeten we nog even naar de keuken vanwege een geestelijke die op bezoek
komt, maar daarna hijsen we weer vrolijk verder. Als de wodka op is kunnen we
zelfs met elkaar over politiek praten en we verstaan elkaar nog ook (of denken
dat in ieder geval). Om half tien is de drank op zijn we allemaal min of
meer aangeschoten. We krijgen daarna nog meer dan verrukkelijke champignons en
vis te eten en om een uur of tien krijgen we een bed toegewezen en slapen
heerlijk in.
Dag 6 |
(donderdag 28 januari 1993) | 20 km |
William in de sneeuw. |
Om zes uur staan we op en na thee met brood zeggen
we onze Poolse vriend, die wat last van een kater heeft, gedag en trekken verder
de wijde witte wereld in. Als we weggaan is het nog donker, maar om half acht
wordt het licht. Ook vandaag houden we, vanwege het weer, de pauzes weer in
bushokjes.
Op een gegeven moment lopen we weer in de bossen en die zijn door de sneeuw
extra mooi. En als we dan ook nog een restaurant vinden, zijn we helemaal
tevreden. Na deze onderbreking lopen we al snel Gniezna in, waar we zowaar een
echte stoomtrein zagen.
Ergens onderweg in de sneeuw. |
In het centrum patat met een hamburger gegeten en als we even later langs de
drukke weg naar Poznan lopen komen we langs een winkeltje waar ze BAV (Bavaria
Malt) verkopen. In die tijd ons favoriete drankje, dus natuurlijk kopen we een
flesje.
De motivatie om verder te lopen is flink gedaald (het gebied is gewoon niet zo
heel erg mooi om veel dagen te lopen) en daarom wijzigen we de plannen: we gaan
met de bus naar Poznan, slapen een nacht in een hotel en gaan een dag eerder
naar huis. Zo gezegd, zo gedaan en na eerst nog in de verkeerde bus te zijn
gestapt, brengt de juiste bus ons in een uurtje naar Poznan. Daar vinden we al
snel een hotel en de kwaliteit daarvan valt niet eens tegen.
In het hotel zetten we onze laatste oploskoffie, hangen de tent te drogen en
koken rijst a la alles wat er nog in de rugzak zit. Na deze voedzame maaltijd gaan
we nog even de stad in om winkels te kijken. Als ook dat ons verveelt gaan we op
zoek naar een leuke kroeg en na heel lang zoeken vinden we er één. Leuke
muziek en goed bier (voor ongeveer een gulden per halve liter). Om een uur of
negen gaan we terug naar het hotel en slapen lekker in.
In een Pools café. |
Dag 7 |
(vrijdag 29 januari 1993) |
Om half acht staan we al op en op ons gemakkie
maken we ontbijt klaar en ruimen alles op. Nadat dit gebeurd is lopen we naar
het station en laten onze rugzakken in het bagagedepot achter.
De volgende etappe brengt ons naar een bak koffie en na deze bak zullen er de
rest van de dag nog vele volgen. De dag brengen we voornamelijk door met
slenteren langs allerlei wazige winkeltjes (waar ze onder andere heel veel
Always maandverband kopen). Ook eten en drinken we heel veel en leren dat een
cocktailbar in Polen iets heel anders is dan in Nederland... Verder biljarten we
nog een tijdje, maar eigenlijk vervelen we ons een beetje deze dag.
Om vijf uur lopen we naar het station en halen onze rugzakken op. Dat blijkt
zoveel te kosten dat we maar net genoeg geld bij ons hebben en dus geen geld
meer over hebben om eten of drinken in de trein te kopen. Om dat te compenseren
zetten we maar een kop thee op het perron. Verder maar een beetje gameboyen.
Om vijf over zeven stappen we in de trein en verlaten 'Bokkiewokkiestan'. Zodra
we de Poolse grens over zijn rollen we ieder een matje uit in een 'eigen'
zes-persoons coupe en vallen al snel in slaap.
Dag 8 |
(zaterdag 30 januari 1993) |
Iets minder goed geslapen dan op de heenweg, maar
al met al de meeste tijd tot zeven uur in dromenland doorgebracht. Na ons
ontbijt van koekjes met water brengen we de meeste tijd weer met de gameboy
door.
In Nederland zijn de conducteurs zowaar drietalig; een verademing dat je de
mensen weer kunt verstaan en zij jou ook.
In Schiedam stappen we uit, drinken een bak echte koffie (dus niet net als in
Polen, waar men koffiebonen in kokend water gooit) en gaan daarna naar
Rotterdam. Helaas zijn er 's morgens om kwart over elf nog geen honkiburgers te
koop, dus dan maar een hamburger in de snackbar.
Na nog een afsluitende koffie met appelgebak in de stationsrestauratie zijn we
weer waar we begonnen waren en gaat William met de metro en ik met de trein
richting huis.
En zo was ook deze vakantie voorbij. Qua landschap beslist niet de mooiste wandeling ooit gelopen, maar door de vele bijzondere ontmoetingen en de manier waarop de reis gepland en verlopen is, toch een hele bijzondere tocht, die altijd een speciaal plekje in mijn hart zal hebben.
Terug naar hikes in Europa.
Terug naar (wandel) vakanties.