Vanwege de Mond- en KlauwZeer problematiek besluiten Hanneke en Jan op het allerlaatste moment hun wandeling in Nederland om te zetten in een last-minute naar Milaan. Na even zoeken vinden ze een gebied op de kaart waar je mooi schijnt te kunnen wandelen: de Ligurgische kust. En inderdaad: de zelfsamengestelde route (gewoon een aantal korte routes aan elkaar knopen) is meer dan de moeite waard. Hieronder het verslag van die meerdaagse wandeling met rugzak.
Dag 1 |
(28 april 2001) |
Eigenlijk hadden we, mede vanwege de financiën, gepland een stuk van het Pelgrimspad te gaan wandelen, maar vanwege de MKZ waren alle natuurgebieden in Nederland afgesloten. Vrijdagmiddag dan maar op zoek naar een last-minute (thank God for the Internet; Marillion zong het al). Het werd Milaan en dus 's avonds snel naar Donner (een hele grote boekenwinkel in Rotterdam) voor een wandelkaart. En ook dat lukt nog.
Zaterdagmorgen stonden we dus om zeven uur op en
om tien uur vertrokken we vanaf Schiphol. Na twee uur vliegen en een zeer
slechte maaltijd arriveerden we op Milaan Malpenza. Met de bus naar het centrum
gegaan en na 20 minuten wachten per stoptrein naar La Spezia, waar we om kwart
over zes arriveerden.
Na even zoeken vonden we een benzinepomp, zodat we onze brander konden volgooien
en heel snel vonden we de route die we wilden gaan lopen. De kaart was erg
duidelijk en het pad rood/wit gemarkeerd. Wel was het vrij warm en steeg het pad
zeer snel. Zweten dus.
Weinig kampeerplekjes alleen; pas tegen acht uur stonden we en dan ook nog in de
'haarspeld' van een haarspeldbocht. Snel eten gekookt voor het donker werd en na
oploskoffie en een slokje apfelcorn doken we de slaapzak in.
Dag 2 |
(29 april 2001) |
Zo rond half negen stonden we op en na ontbijt en
spullen inpakken hijsen we de rugzakken weer op. Het was nog niet al te warm,
maar dat zou het later op de dag wel worden.
Bij het eerst volgende dorpje raakten we de route kwijt, maar via een wat
grotere weg, die we wel op de kaart konden terug vinden, kwamen we op het
hoogste punt van de heuvel het bekende rood/wit weer tegen. Jammer dat er geen
routeboekje bestaat van die gemarkeerde wandeling. Vervolgens langzaam afzakken
naar Riomaggiori. Alleen het laatste stuk was erg pittig en we waren dan ook erg
blij met het restaurant dat onderaan zat. Riomaggiori maakt deel uit van
Cinqueterre: vijf dorpjes die tot voor zeer kort alleen per ezel en boot
bereikbaar waren. Inmiddels ook per auto en trein en erg toeristisch.
Het stuk naar Manarole, het volgende van de vijf dorpjes, was vanwege een
aardverschuiving afgesloten, dus noodgedwongen legden we dat stukje per
overvolle trein af. Het vervolg van de route was erg druk; te druk: soms was het
echt file lopen. Wel erg pittig: lang geleden dat we zoveel traptreden op een
dag gelopen hebben. Een groot voordeel van een toeristisch gebied is de volop
aanwezige horeca. Je komt nooit zonder drinken te zitten.
In Monterosso hoopten we op een camping. Helaas. Dan maar weer verder lopen. En
ook nu vonden we geen plekje voor de tent. Hanneke ging helemaal kapot en we
besloten tenslotte de tent maar op het pad te zetten. Gelukkig was de tent van
Dave en Karin (de onze was afgelopen herfst 'overleden' in Engeland) niet al te
groot. Eerst boerenkool eten en nadat we uitgegeten waren bouwden we de tent op, dronken nog wat koffie en thee en gingen vroeg slapen.
Dag 3 |
(30 april 2001) |
Toen we om kwart over acht opstonden hadden al
heel wat wandelaars onze tent zien staan, maar ook nu weer deed niemand daar
moeilijk over. Hoewel het iets minder warm was dan de dag ervoor, was het toch
nog vrij warm om te wandelen. Vooral klimmen, en daar begonnen we direct mee,
betekende flink zweten. Gelukkig was het stuk daarna vrij vlak en hadden we ook
wat meer puf en tijd om van de omgeving te genieten. Links de Middellandse Zee
met z'n rotskusten en rechts de beboste bergen.
Na nog een stevige afdaling bereikten we Levanto. Tijd voor een Fanta. We
verlieten het dorpje over een onverharde weg en negeerden het bordje 'verboden
in te lopen'. Na een aantal (lange) tunnels (zaklamp aan!) snapten we waarom dat
bordje daar hing: de weg was ingestort en hield dus op. Met wat pijn en moeite
konden we deze hindernis nemen, maar de volgende tunnel stond blank. Dan maar
een bospad bovenlangs. We kwamen op een zeer steile asfaltweg uit en na een hele
lange klim en direct aansluitende afdaling bereikten we Bonassola. Eerst maar
eens lunchen met foccacio en parmaham.
Na weer een steile klim en een makkelijk te belopen bospad arriveerden we in
Framura. Na even zoeken vonden we de weg naar de camping en een uurtje later
waren we er. Eerst wat drinken, daarna de tent opzetten en ... douchen! Heerlijk
het zweet van je afspoelen, want gezweten hebben we de afgelopen dagen. Nou ja:
heerlijk? De douche is wel heel erg koud en dus een beetje afzien.
's Avonds macaroni gegeten en na de koffie en borrel gaan we weer vroeg slapen.
Dag 4 |
(1 mei 2001) |
Als je vroeg gaat slapen ben je meestal ook
weer vroeg wakker. Dit geldt alleen niet altijd voor Hanneke, want terwijl ik
buiten een tijdschriftje lees, blijft zij nog heel lang verder slapen. Ontbijten
doen we vandaag met versgebakken broodjes uit de kampwinkel; zittend in het
zonnetje. Echt Italië. Onze eerste klim als we net op weg zijn is dat ook. Gelukkig volgt daarna een redelijk vlak en makkelijk begaanbaar pad, zodat je wat meer tijd en adem overhoudt om om je heen te kijken en met elkaar te kletsen. Deivamarina ligt eigenlijk op twee verschillende hoogtes en van het ene naar het andere gedeelte is het flink dalen. Gelukkig hebben ze koude Fanta onderin. De route naar Moneglia is er weer één 'uit het boekje': even zoeken naar de route, stevig klimmen en na even vlak lopen weer een pittige afdaling. Links de Middellandse Zee en rechts de beboste bergen. Mooi, maar zwaar lopen. Een lange pauze met broodjes en, alweer, Fanta maken veel goed. Na een Moneglia lopen we, waarschijnlijk, onze steilste klim van deze hike. Weliswaar over asfalt, maar het zweet gutst langs ons lichaam. In het bos bovenop missen we een aantal paden. Allereerst zitten we op de top van Comunaglia op 432 meter en even later staan we zelfs op Mount Moneglia op een hoogte van 521 meter hoogte. We snappen niet precies hoe dat komt, maar vinden gelukkig wel een route naar beneden. De kilometerslange afdaling brengt ons tenslotte in Casarzu. Onderweg passeren we een schitterend kampeerplekje, maar helaas hebben we geen water genoeg bij ons om te kunnen stoppen. We eindigen toch op een camping. Ruim veertig gulden voor een ministukje gras en een douche... Gelukkig deze keer wel een warme. Opnieuw een pastamaaltijd uit een zakje en koffie in de bar na. Jammer genoeg smaakte die niet echt best; iets wat je niet zou verwachten in het land van de espresso. Na nog een laatste Fanta gaan we weer lekker naar bed. |
|
Hanneke tussen de bloemen. | |
Hanneke
geniet van het prachtige uitzicht. |
Dag 5 |
(2 mei 2001) |
Na een lange nacht gingen we pas laat op
stap. Via de bebouwde kom kwamen we in het centrum van Sestri Levant. Daar een terrasje
gepakt en een nieuwe kaart gekocht. De oude waren we 'afgelopen'. Na
deze lange pauze liepen we door een lange, drukke tunnel en daarna kilometers
saai lopen. Eerst over een kiezelstrand (zwaar lopen) en daarna kilometers door
de bebouwde kom. Niet echt leuk en heel erg warm. Gelukkig was de rest van de
dag de route weer wel heel erg mooi.
Na een klein stukje steil klimmen ging het bospad geleidelijk omhoog naar een
heel mooi kerkje. Even rond gekeken en heel veel water bij de daar aanwezige
kraan gedronken.
Via een rustige asfaltweg, door een zeer verspreid liggend dorpje met heel veel
olijfbomen, vervolgden we onze route. In Zoagli hadden we nog steeds geen
kampeerplekje gevonden, dus omhoog maar weer. Gelukkig vonden we een mooi
(illegaal?) plekje tussen de olijfbomen. Water haalden we bij een paar huizen
verderop. Mogelijkerwijs dat de bewoners geen kraan hadden, want onze
veldflessen werden gevuld met flessenwater.
Ons kampeerplekje lag dan wel in een olijfbomenboomgaard, maar was toch wat
minder mooi dan gedacht: we lagen erg scheef en de kerkklok sloeg ieder half uur
en was toch wel heel erg dichtbij.
Ons avondeten bestond uit risotto en, om het extra lekker te maken, salami. En
na de traditionele kop oploskoffie en apfelcorn werd het tijd om de tent in te
gaan.
Dag 6 |
(3 mei 2001) |
Nog een reden van het slechte slapen
deze nacht: onweer. Weliswaar wat verder weg, maar toch genoeg licht en lawaai
om regelmatig wakker te worden en niet te kunnen slapen.
Iets over achten stonden we op en na het ontbijt pakten we alles weer in en
vervolgde de route 5c. Omwille van een kerkje maakten we een kleine omweg en
vervolgden daarna de route over een schitterend bospad. Gelukkig met niet al te
veel hoogteverschillen, want ook nu liep de temperatuur weer op tot zo'n 20-25
graden. Op een gegeven moment arriveerden we bij een kapel en ontdekten toen dat
we verkeerd waren gelopen. Blijkbaar is route 5c geen doorgaande wandeling langs
de kust, zoals wij al die tijd dachten, maar een meerdaagse rondwandeling. Dan
maar weer helemaal terug naar de kerk.
Daar een andere weg genomen, die ons naar Rapallo bracht, waar we cola met
appeltaart op een bankje in de schaduw nuttigden. Ook naar S. Margherita
namen we niet helemaal de juiste route, maar een veel te drukke asfaltweg. Een afschuwelijk
bekakte badplaats dat S. Margherita, met veel te dure broodjes en limonade in
een restaurant.
Gelukkig liepen we de rest van de dag wel goed. Prachtige bospaden, af en toe
een felle klim of afdaling en heel veel zien: bloeiende bloemen, hagedissen (we
hebben er nog nooit zoveel gezien als deze week) of vergezichten; al dan niet
richting Middellandse Zee.
Net na S. Fruttuoso, een 'dorpje' wat alleen te voet of per boot te bereiken is,
maar wel twee restaurants heeft, vinden we een plekje voor de tent. De toppen
van de heuvels hangen inmiddels in de wolken, dus hoog tijd om te stoppen. En al
die tijd vraag ik me één ding af: wie o wie begon dat tweede restaurant
in S. Fruttuoso??
We zetten de tent op en ik loop in bijna een half uur terug naar het dorpje om
onze veldflessen te vullen, zodat we ons wat kunnen wassen en eten koken. En dat
alles om te kunnen genieten van het mooiste moment van iedere wandeldag: het
moment dat je de benzinebrander uitdraait en de pan begint leeg te eten. Da's
pas leven!
Dag 7 |
(4 mei 2001) |
Na ontbijt klaar maken (lees: thee zetten en brood
smeren) duiken we weer snel de tent in, want het begint te regenen. Na een half
uurtje wachten wordt het droog. Snel alles ingepakt en de rugzakken omgehesen.
We vervolgen onze klim, maar het is nu een stuk minder warm dan gisteren. Min of
meer langs een waterval lopend lopen we de wolken in en bereiken de top. Bovenop
is het erg koud, dus trekken we onze jassen voor het eerst deze vakantie
aan.
Via een heel relaxt pad vervolgen we de route tot we aan de laatste afdaling
beginnen. Ook die is niet echt zwaar en zo lopen we Camoglia binnen. Via een
kruisweg, waarbij we onder de wolken raken en de zon zelfs doorbreekt, komen we
in het dorpje aan.
Hanneke gaat ondertussen nog flink onderuit en haalt haar knie open. Ziet er
bloederig uit. Het valt mee met de pijn en kan ze nog verder lopen. Gelukkig is
het niet al te ver meer naar het station.
Voor we de trein naar Genova pakken drinken we nog een kop koffie in een
restaurant om de tijd een beetje te doden, maar tenslotte arriveren we toch in
Genova. Daar blijkt geen camping te zijn, dus besluiten we maar door te reizen
naar Milaan.
De trein heeft redelijk wat vertraging en in de stad moeten we eerst met twee metro's,
een heel lang stuk met de bus en een paar kilometer lopen, voor we iets over
zessen op de stadscamping van Milaan arriveren. De stadscamping ligt overigens
wel een heel eind buiten de stad...
Na tent opzetten gaan we eerst lekker douchen. Daarna begint het te regenen en
besluiten we in het restaurant net buiten de camping te gaan eten. Dat is net
open, maar alles bij elkaar arriveren er toch nog redelijk wat gasten die avond.
Het eten smaakt overigens redelijk goed en als we alles op hebben gaan we naar
de tent.
Dag 8 |
(5 mei 2001) |
Na een nacht van zeer weinig slapen (herrie van de
disco (we snappen nu het bordje bij de ingang van de camping: de disco is tot
vier uur open) en noodweer) staan we vroeg op. Alles is nat geworden: slaapzakken,
matjes,
kleding enzovoorts. In de mokken staat meer dan vijf centimeter water. Gelukkig is het
inmiddels droog en dat zou het vrijwel de gehele dag blijven. Sterker nog: later
wordt het zelf redelijk zonnig.
We breken alles af, gaan naar de stad en dumpen de rugzakken in het bagagedepot
op het station. De rest van de dag brengen we door met de stad bekijken. Wij
vonden Milaan niet echt geweldig. Wel heel leuk en letterlijk en figuurlijk een
hoogtepunt: het bezoek bovenop het dak van de Dom. Moet je zeker doen als je in
Milaan bent!
Tegen de avond gaan we naar de luchthaven en na een rustige vlucht en treinrit
zijn we om kwart over twaalf weer thuis. Alweer een (wandel)ervaring rijker.
Terug naar hikes in Europa.
Terug naar (wandel) vakanties.