Inleiding:
Al jaren een wens: een meerdaagse wandeling met rugzak en tent te maken op de Jotunheimen. We hebben er wat uurtjes over zitten bomen (al dan niet na het squashen). Maar in de herfst van 1998 ging het dan toch lukken. René, Dave en Jan gingen naar Noorwegen. Hieronder volgt het reisverslag van die vakantie, waarin ze één van de mooiste tochten maakten die je je maar kunt voorstellen.
Dag 1 |
(zaterdag 29 augustus 1998) |
Hoera: vandaag gaat het gebeuren, maanden hebben we er naar uitgekeken, vaak
er over gesproken, maar nu dan toch: René, Dave en ik gaan naar de Jotunheimen.
Om een uur of half negen sta ik op en na brood te hebben gehaald en ontbijt help
ik Hanneke nog met stofzuigen en opruimen en zo rond een uur of tien loop ik
naar het station. René komt ook net aan en al snel zitten we in Den Haag. Na
een kwartiertje komt de intercity met Dave erin ook en al snel gaan we naar
Schiphol. Daar brengen we zo'n anderhalf uur door met koffie drinken, een lepel
zoeken (ik was de mijne vergeten), taxfree winkelen en niks doen. Enfin, om half
twee zaten we in het vliegtuig en na een rustige vlucht, met weinig eten, waren
we anderhalf uur later in Oslo.
Vrijwel direct daarna de bus naar het station en daar moesten we een uurtje
wachten op de trein. Ondertussen probeerden René en ik benzine te kopen, maar
dat lukte helaas niet. Oslo was nog weinig veranderd: druk, gezellig,
straatartiesten en mooi weer.
Met de trein naar Otta: vier en een half uur door een mooi landschap en de tijd
gaat best snel. In Otta staat de bus naar Lom al te wachten, maar ook hier geen
benzinepomp die open is. Dat betekent dus pas morgenmiddag naar de Jotunheimen
in plaats van 's morgens.
We lopen naar de camping, zetten de tent op en als snel daarna zitten we in het
gras met een flinke borrel. We drinken een flink slokje en een beetje licht in
ons hoofd van de ''aqua-speed'' gaan we om een uur of één naar bed.
Dag 2 |
(zondag 30 augustus 1998) | 15 km |
Vanmorgen lekker uitgeslapen en na het ontbijt alles ingepakt en opgeruimd.
Daarna lopen we richting busstation, waar we ook kunnen tanken. Zo'n twee uur
later zou de bus vertrekken en dus starten we de brander voor een kopje
oploskoffie. Er staan twee losse banken en met een kist als tafel zitten we
heerlijk in het zonnetje. We kaarten en de bus is er om half twee nog steeds
niet. Toch maar eens vragen wat er aan de hand is. Dan blijkt dat het een
seizoensbus is, die al twee weken niet meer rijdt. We overleggen even en nemen
dan een taxi naar Juvasshytta. Bij de afslag er naartoe zijn we al een flink
bedrag kwijt en dus besluiten we de laatste 15 kilometer te lopen.
Een non-stop halfverharde weg met af en toe een auto. Het eerste stuk lopen we
door een naaldbomenbos, maar na een uur raken we boven de boomgrens. Het
uitzicht wordt steeds mooier met gletsjers en kale bergen in de verte. Verder
wat wolken en regelmatig de zon. In één woord: super.
Dave heeft last van zijn lies, maar verder gaat alles naar wens. Af en toe een
korte stop, maar vanwege de koude wind pauzeren we niet echt lang. Smeltwater
van de gletsjer als drinkwater en heel erg genieten van de omgeving. Zo tegen
half zeven en na bijna 1300 meter te hebben geklommen zagen we Juvasshytta
liggen. Aan een meertje en bij een gletsjer.
Binnen een prima kop koffie gedronken en daarna de tent opgezet. Snel ''macaroni''
gegeten (de niet echt lekkere) en ondertussen vroor het flink.
Na de maaltijd terug naar de hut voor nog een (nu niet zo beste) kop koffie en
warmte. Dagboek geschreven, een paar potjes hartenjagen en toen lekker naar bed.
Dag 3 |
(maandag 31 augustus 1998) | (30 km) |
Vannacht had het flink gevroren, maar de zon scheen 's morgens dus al snel
was het ijs van de tent. Op ons gemak ontbeten en alles ingepakt om te gaan
lopen. Na 100 meter stopten we: Dave had heel erg last van z'n lies en kon
absoluut niet verder lopen. Bij een kop koffie bespraken we wat nu te doen. De
beste oplossing leek een dag rust voor Dave en ondertussen zouden René en ik
proberen tijgerbalsem te kopen.
Dave bracht z'n dag rustig door en René en ik liepen in twee uur en een
kwartier 15 kilometer (1300 meter omlaag). Daar boodschappen gedaan en liften
naar Lom, naar een apotheek. Vrijwel gelijk met ons liftte een meisje. Gezien
het vrijwel ontbreken van verkeer besloten we aan een paar Nederlanders te
vragen mee te mogen rijden. Geen probleem. Wel waren we erg verbaasd dat zo
ongeveer het eerste wat we in Lom zagen dat meisje weer was.
Na tijgerbalsem gekocht te hebben vrijwel direct weer terug en na een kleine
tien minuten stopte er een auto. Die bracht ons weer terug naar de berg. Zij
bleek vanmorgen vlak na ons de berg te zijn afgereden en wij concludeerden dat
zij dus dat meisje had mee genomen.
De berg op ging in een supertempo. Een paar kilometer voor het einde sloeg het
weer heel erg om: zwaar bewolkt en in de verte veel regen. Gelukkig kregen wij
slechts een enkel spatje te verduren. Alleen de wind was erg guur.
In twee uur en drie kwartier (!) waren we boven, waar Dave al op ons wachtte.
Eerst een kop thee (de koffie was erg oud volgens Dave) en daarna kaarten. Na de
heerlijke maaltijd, waarbij we van zeer dichtbij een hermelijn zagen, weer terug
naar de hut voor koffie en kaarten. Dat hielden we tot een uur of elf vol en
gingen toen slapen.
Kaartje van het gebied waar we gelopen hebben. |
Dag 4 |
(dinsdag 1 september 1998) | 15 km |
Het was erg mistig (of waren het wolken?) vanmorgen, maar met Dave z'n lies
ging het een stuk beter, dus braken we op, ontbeten en gingen richting
Spiterstulen. Voor mij een ''bekende'' route, maar weer heel erg mooi. Het zicht
was wel niet zo goed, maar de route was prima te volgen. Het eerste stuk was
vrij vlak met af en toe een klein sneeuwveld waar we overheen moesten. Gelukkig
was de waterval waar Hanneke en ik de vorige keer zoveel moeite voor moesten
doen om die over te steken, nu niet zo hoog. We konden er nu makkelijk overheen.
Daarna weer flink klauteren met een hele lange afdaling. Even konden we
Spiterstulen zien liggen en tijdens de afdaling trok de bewolking steeds meer
op. Toen we onder waren scheen zelfs de zon. Voor we aan de koffie zaten eerst
nog een lange, steile afdaling.
Na de welverdiende pauze eerst een stuk over de onverharde weg. De zon deed
inmiddels flink z'n best, dus het was echt onbeschrijflijk mooi (zie foto's en dia's). Daarna een flinke klim, om boven een lekkere pauze met cup-a-soup te
houden. Gezet van water uit een beekje. Verder maar weer. Over flinke keien,
maar redelijk horizontaal.
Om een uur of zes hadden we het gehad en op een prachtig plekje, met uitzicht op
besneeuwde bergtoppen, zetten we de tent op. Na de boerenkool met worst en
oploskoffie snel de tent in vanwege de koude wind. In de tent nog een potje
kaarten en daarna slapen.
René geniet van de avondzon. |
Dag 5 |
(woensdag 2 september 1998) | 15 km |
We hadden verwacht vroeg te starten, maar pas over negenen waren we
wakker. De lucht was helemaal blauw, dus snel de tent uit. Ontbijten,
wereldomroep luisteren, inpakken en wegwezen. Opnieuw weer grote steen velden met
gletsjers op de achtergrond. Bij een stel meertjes kwamen we een paar
tegenliggers tegen, maar verder geen teken van mensen.
Na een kleine, erg zware, afdaling waren we in het dal. Kaal, heuvelachtig met
heel veel kleuren. Opnieuw: schitterend. Lopen is sowieso een feest, maar hier
is het een megaparty.
Glitterheim zagen we ruim van te voren liggen en snel liepen we er heen.
Misschien wel iets te snel, want we gunden ons niet eens de tijd om de trui uit
te trekken. Nog een klein stukje door een beekje (over stenen, dat wel) en
toen waren we er. Een lange pauze met sinas, koffie en notengebak.
En dit was slechts een voorproefje op de Indian Summer... |
Na nog een flinke klim en een stukje dalen werd het tijd voor een
kampeerplekje. Vlakbij een beekje vonden we een vlak stukje waar de tent prima
stond. Alweer een schitterend uitzicht op besneeuwde bergtoppen.
Voor de rijst nog een borrel en liedjes zingen en na de oploskoffie maar weer de
tent in. Kaarten, borrelnootjes eten en nog een laatste slokje linie aquavit.
Dag 6 |
(donderdag 3 september 1998) | 20 km |
Zowaar niet al te laat opgestaan (kwart over acht), maar wel weer een
strakblauwe lucht. Het was zelfs zulk mooi weer dat om half tien de korte broek
aanging en dat zou de hele dag zo blijven. Pas 's avonds zagen we een paar
wolkjes.
Al snel weer op pad en langzaam daalden we. Voor ons een prachtig meer met
groen water. Het leek de Middellandse Zee wel. De komende kilometers liepen
dicht langs het meer en waren niet al te zwaar. Een redelijk begaanbaar pad en
niet al te veel hoogteverschillen. Als we uit de wind zaten waren ook de pauzes
perfect en de camera maakte overuren.
En als je dorst hebt, moet je drinken. |
Via een touwbrug kruisten we een kloof en ook aan het einde van het meer was
weer een brug. Daarna ging het steil omhoog en via een hoogvlakte (mooi, maar
erg winderig) kwamen we bij een volgend meer. Ook hier weer: erg mooi en veel dia's
maken.
De laatste kilometers waren erg zwaar: eerst steil omhoog en daarna weer steil
omhoog. Alles bij elkaar waren we rond een uur of vier in Gjendesheim en daar
gingen we op zoek naar een camping. Die was er wel, maar het was een waardeloze,
zonder wasmachine. Dan maar weer een stukje terug voor een wildkampeerplekje.
Daarna in de hut douchen (heerlijk) en eten (heel veel, niet echt warm, maar
door de honger erg lekker). Nog een kopje koffie gedronken, Hanneke gebeld (die
vroeg om hier een keer samen heen te gaan, nou zo'n belofte is hier natuurlijk
geen probleem) en dagboek schrijven. Verder brachten we de avond door met fanta
drinken en kaarten. Vrij laat gingen we naar de tent om een paar uur te gaan
slapen.
Dag 7 |
(vrijdag 4 september 1998) | 15 km |
Vanmorgen stonden we redelijk vroeg op en tijdens het ontbijt luisterden we
naar de wereldomroep. Bij de Belg was Stef Bos op de radio met 'wat een wonder'.
Daarna de weersverwachting voor Scandinavië: prachtig weer. En dat klopt,
hoewel het vandaag redelijk bewolkt zou zijn. Enfin, de omgeving hier is ook een
wonder en na alles ingepakt te hebben liepen we naar de hut om eerst wat kleren
te wassen. Die aan de rugzak gehangen om te drogen en op stap maar weer.
Vandaag de 'Koningsetappe' naar Merubu. Een superbekende wandeling, bekend
geworden door Peer Gynt. Een route die iedere Noor gelopen moet hebben zegt men
(te vergelijken met het schaatsen van de Elfstedentocht in Nederland). En daar
wij consequent in het Noors worden aangesproken denkt iedereen dat ook wij Noren
zijn.
Eerst een pittige klim omhoog en via een winderig hoog lopend pad zien we op een
gegeven moment het meest bekende beeld van de Jotunheimen: twee meren met 350 meter hoogteverschil, gescheiden door een smalle kloof.
Ruim 350 meter hoogteverschil tussen de twee meren. |
Heel veel foto's gemaakt en daarna de afdaling naar de 'scheidingswand' tussen de twee meren. Supersteil en doodeng. Blij beneden te zijn maken we een kop soep en eten wat hartkeks. Hoewel ik de wandeling best eng vond was het uitzicht meer dan de moeite waard en de etappe een echte aanrader.
|
En ook de rest van die etappe was weer schitterend. |
Verder lopen, met veel dagjesmensen als tegenligger. (Je kunt met een bootje
heen en dan teruglopen (of omgekeerd)). Langs nog een meertje en tenslotte via
een lange en steile afdaling naar de hut toe. Daar waren we tegen een uur of
vijf en namen we eerst een kop koffie met heerlijke koek.
Net buiten het hek zetten we de tent op, koken en eten macaroni, doet René de
afwas en gaan we in de hut weer een kop koffie met koek nuttigen. Verder de
nodige potjes kaarten en niet te laat gaan we naar bed.
René heeft deze dag ook uitgebreid beschreven: klik door naar: de Bessegen-route om dit verslag te kunnen lezen!
Dag 8 |
(zaterdag 5 september 1998) | 15 km |
Opnieuw een blauwe lucht. En dat zou tot een uur of vier zo blijven, maar
daarna werd het grijs. Het bleef overigens wel droog. Toen we begonnen met lopen
was het erg aangenaam en vrijwel de hele dag liepen we in korte broek. De
wandeling begon met een vreselijk steile klim en vrijwel de hele dag bleven we
stijgen. Het uitzicht maakte een hoop goed, maar de kilometers van gisteren
voelden we goed in onze benen.
Ook vandaag weer de nodigde hartkeks en soep onderweg. Echt bijzondere dingen
maakten we niet mee vandaag. Wel genoten we weer van de besneeuwde bergen, de
kleurtjes in het landschap en het 'groene' water.
Aan het einde van de middag kwamen we, na een lange maar makkelijke afdaling,
bij een onbemande hut en daar zetten we de tent op. Water halen in de beek en
heerlijke rijst koken. Eten, en oploskoffie na. Daarna snel de tent in, waar
Dave nog een verrassing voor ons in petto had: een flesje beerenburg. En tijdens
het hartenjagen genoten we daar best van!
En iedere dag dagboek schrijven. |
Dag 9 |
(zondag 6 september 1998) | 15 km |
Om kwart voor acht opgestaan onder een grijze (maar geen regen) lucht en weer het bekende ritueel: ontbijten, wereldomroep luisteren, inpakken en op pad. Vandaag een relatief makkelijke etappe: weinig hoogteverschillen en over het algemeen een goed begaanbaar pad. Ook het weer bleef redelijk: vrij veel bewolking, maar wel droog. Dat gaf wel (eindelijk) andere dia's en foto's: bergtoppen in nevelen gehuld en veel verschillende grijstinten.
Het grijze weer van deze dag levert wel heel andere plaatjes op. |
Vandaag veel meren op de route. Water voor koffie en soep is dus geen
probleem. Ook zien we enkele watervallen. Dat is eigenlijk voor het eerst deze
vakantie, maar brengt ons wel op het idee om de route (alweer) te veranderen.
Ons eindpunt voor vandaag blijft wel hetzelfde: Leirvassbu. Daar zijn we om half
drie en nuttigen prima koffie met gebak. De rest van de middag brengen we
kaartend door en tussendoor zetten we ook de tent nog even op. Het motregent dan
een beetje, maar dat mag de pret niet drukken.
Ons avondeten in de hut is meer dan goed: soep vooraf, aardappel met
kaasschotel, rollade en diverse groenten als hoofdgerecht en chocoladepudding in
vanillesaus als toetje. Verder heel veel koffie na. Kortom: erg goed!
Ook kopen we nog alledrie een kaart van de Jotunheimen en verder weer de avond
doorbrengen met kaarten en koffie drinken.
Dag 10 |
(maandag 7 september 1998) | 17 km |
Vanmorgen iets bijzonders: het motregende een beetje. Weliswaar tot en met de
eerste pauze een beetje (een regenjas was eigenlijk niet eens nodig), maar
helemaal droog hebben we deze vakantie dus niet gelopen. 's Middags werd het
echter weer mooi weer.
Voor die tijd hadden we natuurlijk al ontbeten en ingepakt. Daarna via een
onverharde weg een kilometer of zeven afgelegd. We zaten erg hoog en daarom
liepen we vrij veel tussen sneeuwvelden. Snel daarna een lastige afdaling (de
stenen waren glad) bij een stuwmeer. Daarna begon echter onze ''eigen
koningsetappe'':
een paar uur lopen door een dal met de meest ongelooflijke herfstkleuren. Bij
Glitterheim was het mooi, maar dit sloeg echt alles. Indian Summer zoals in de
boekjes beschreven staat. Dit met je eigen ogen te zien is een voorrecht. In een
paar uur schoot ik bijna een diarolletje vol; omgerekend één dia per
driehonderd meter.
De mooiste kleuren (en in het echt altijd mooier dan op Internet). |
Na een paar uur waren we het dal min of meer uit en liepen we tussen de lage
bomen en bosbessenstruiken. De hut Skogadalsboen was niet ver meer en daar
wilden we stoppen. We hadden het even gehad en kamperen kostte een hoop geld. Na
een lange pauze liepen Dave en ik een rondje en vonden vlakbij een prachtig (en
gratis) plekje. Snel daar de tent opgezet en toen macaroni gegeten en
oploskoffie na. De koffie in de hut was echt smerig. Daarna terug naar de hut om
dagboek te schrijven en te kaarten. Op ons en de hutbaas na is de hut leeg en heeft ook geen
elektriciteit (dus kaarten bij kaarslicht) en ook loopt er geen weg heen.
Ook vanavond vroeg naar bed.
Dag 11 |
(dinsdag 8 september 1998) | 22 km |
De laatste wandeldag. Starten met een grijze lucht en die zou de hele dag bij ons blijven. Vandaag dus geen zon en (vrijwel) geen regen. Wel vroeg opgestaan, hartkeks met pindakaas, naar de wereldomroep luisteren en vroeg op pad. Dat pad bestaat het eerste stuk uit een lastig begaanbare mix van keien, modder en ''bruggetjes'' (lees: berkenstammetjes) en stijgt langzaam.
René op een 'berkenbrug'. |
Na zo'n twee uur staan we op onze laatste top en gaat het langzaam naar
beneden over een redelijk begaanbaar pad. In een verlaten minidorp lunchen we
(hartkeks en cup-a-soup) en daarna lopen we door een zompig gedeelte. Op een
gegeven moment zakt Dave tot z'n lies weg, maar hij heeft geen bezwaar als ik
een foto maak. We krijgen hem met moeite eruit.
Vlak daarna de waterval Vettifossen, met een vrije val van zo'n 250 meter. Van
bovenaf kunnen we het prachtig zien en gaan dan via een ongelooflijk steil, maar
wel goed te belopen pad, naar het dal. Ook hier een korte pauze in een verlaten
dorp.
Daarna over een, eerst onverharde en later geasfalteerde weg tot we na een paar
kilometer op een camping komen. Deze was vrijwel verlaten en niet echt leuk. Wel
konden we eindelijk weer lekker douchen en daarna kregen we een lift van drie andere
campinggasten naar Övreardal. Achterin een busje kwamen we in de stad en
daar haalden we geld, deden boodschappen voor de volgende dag en gingen
tenslotte een snackbar annex café binnen. Daar aten we ongelooflijk lekkere
hamburgers met patat. Alles twee keer. Na nog wat gedronken en gekaart te hebben
liepen we terug naar de tent. Vier kilometer later waren we er en trakteerde
Dave op apfelcorn, omdat hij over anderhalf uur jarig zou zijn. Vlak voor 12 uur
ging hij tanden poetsen en snel versierden René en ik de tent met vlaggetjes en
ballonnen. Natuurlijk zongen we hem ook toe en gaven hem cadeaus: borrelhapjes en
beerenburg. Die bewaarden we voor later: de volgende dag moesten we weer vroeg
op.
Dag 12 |
(woensdag 9 september 1998) | 5 km |
Om een uur of zes staan we op en in het donker breken we op en pakken we
alles in om daarna naar de bushalte te lopen. De lucht is erg grijs, maar we
houden het wel droog. We wachten een tijdje op de bus en om vijf over half negen
is die er. Snel ingestapt en dan een rit van zo'n zes uur. Vooral met lezen,
eten en drinken brengen we de tijd door.
In Oslo de bagage in een kluis gedaan (past precies: drie rugzakken in één
kluis). Daarna gaan winkelen. We slenteren een beetje door het centrum (de
hoofdstraat is nu erg saai, zo zonder straatartiesten) en kijken vooral in cd-
en boekenwinkels. Zowaar een paar cd's gekocht en verder nog wat andere
dingetjes voor het thuisfront aangeschaft. Tussendoor nog een koffie met
appelgebak genuttigd en zo om een uur of half zeven eten we wat bij McDonald.
Daarna halen we de rugzakken op en lopen richting camping. Dat kost wat moeite
(veel grote, drukke en niet over te steken wegen), maar na een spoorweg te
hebben overgestoken lijkt het dan toch te gaan lukken. Vrij snel daarna stopt er
een auto en die biedt aan ons naar de camping te brengen. Daar zeggen we geen
nee tegen en in een, door ons zweet en adem, beslagen auto arriveren we op de
camping. Die blijkt gesloten te zijn, maar dat vormt voor ons geen beletsel om
de tent op te zetten. Het damestoilet is zowaar open, alleen douchen kunnen we
niet.
's Avonds met een beerenburg erbij nog wat zitten bomen en weer op tijd naar
bed.
Dag 13 |
(donderdag 10 september 1998) |
Na een nacht met ongelooflijk veel regen stonden we droog op en, afgezien van
een korte bui, hielden we het overdag droog. Om een uur of half tien namen we de
bus naar de stad en op het station ontbeten we met koffie en een broodje. Met
een andere bus naar het kasteel waar we na even zoeken binnen waren. We liepen
er redelijk snel doorheen en liepen daarna richting winkels. Opnieuw twee cd's
gekocht voor heel weinig geld. Lopend naar de boot die ons naar de Fram bracht.
Hier even rondgelopen, een hotdog gegeten, het scheepvaartmuseum bezocht (waar
zelfs geen kaartjescontroleur was) en toen naar de Kontiki toe. Opnieuw een
stukje gelopen naar het vikingmuseum en toen per bus naar het centrum.
Niets gekocht, maar wel koffie gedronken. Met de tram naar het Vigelandpark.
Helaas kreeg Dave hoofdpijn, maar dat was na een uurtje over. Natuurlijk
bezochten we het museum en wandelden door het schitterende park. Zelfs na vijf
keer Oslo blijft het Vigelandpark een hoogtepunt.
In de pizzahut aten we ons afscheidsmaal en dat smaakte prima. Dave krijgt z'n
verjaardagscadeau van Karin: een (schoon) shirt met opdruk.
Met de bus naar de camping was niet helemaal de kortste route: we hadden eerst
de bus de verkeerde kant op en kwamen daar pas bij het eindpunt achter.
Enfin, na nog een afzakkertje doken we voor de laatste keer deze reis de
(stinkende) slaapzak in.
Dag 14 |
(vrijdag 11 september 1998) |
Natuurlijk stonden we (veel) te vroeg op en hadden dus alle tijd om alles op
te breken en in te pakken. De rugzakken waren aardig leeg en beslist niet ''loop-lekker''
ingepakt. Met de bus naar het station en daarvandaan met de fly-bus naar het
vliegveld. Snel ingecheckt, Linie aquavit voor thuis gekocht en verder maar
wachten tot het tijd was. Met koffie en hartenjagen lukte dat prima: we zaten
vijf minuten voor tijd in het vliegtuig. Precies op tijd vertrokken we naar
Schiphol.
Ook volgens de bemanning zagen we er blijkbaar Noors uit, want ze spraken ons in
het Engels aan. We waren te bruin in ons gezicht om Nederlanders te zijn. We
hadden blijkbaar ook erg veel medelijden opgewekt, want wij kregen wel drie
broodjes en de andere passagiers maar één. Mede dankzij de kranten en de rustige
vlucht ging de tijd redelijk snel en waren we anderhalf uur later in Amsterdam.
Na de douane en na de rugzakken te hebben gehaald namen we de trein naar Leiden
en stapten daar over. Die tweede trein was precies op tijd (vrij naar Harrie
Jekkers); dit in tegenstelling tot die eerste. Vlak voor Schiedam namen we
afscheid van Dave en in Schiedam van René. Tsja, wat zeg je dan na zo'n reis?
Eigenlijk maar twee dingen: bedankt en tot de
GR20 op Corsica!
Na zo'n geweldige vakantie is er dan nog maar één finishing touch: weer lekker
thuis komen!
En zo komt ook aan deze impressie een einde. Hopelijk heeft u er net zo van genoten als wij van de wandeling hebben.
Voor meer informatie over deze hike: meel Dave, René of Jan.
Terug naar hikes in Europa.
Terug naar (wandel)
vakanties.