IJsland 2004

(Op dit moment staat er één foto  op deze pagina, binnenkort (??) worden er meer  toegevoegd).

Inleiding:

In de zomer van 2004 reisden Hanneke en Jan opnieuw af naar IJsland; het favoriete vakantieland van Jan (in 1996 zijn ze eerder samen naar IJsland geweest en Jan ging, samen met Dave en René ook nog eens in 2001). Hanneke en Jan maakten deze keer een meerdaagse trekking van Askja, via Myvatn, naar Husavik. En verder wandelden en reisden ze nog wat rond; al dan niet in gebieden waar ze nog niet eerder geweest waren. Hieronder volgt het reisverslag van die vakantie.

Dag 1

(donderdag 8 juli 2004)

Weer zo'n klassieke eerste vakantiedag: vroeg op, de laatste huishoudelijke dingetjes, ruim een uur van te voren op Schiphol en een vlucht van Easyjet mét vertraging (maar ja: voor 22 Euro (exclusief tax) per persoon naar London; wat verwacht je dan?). 
We moeten op Stansted onze rugzakken ophalen, door de douane, opnieuw door de douane (maar nu om Engeland weer uit te mogen) en twee uur later gaat onze vlucht naar Keflavik. Daar zijn we lokale tijd om een uur of twee. Halfbewolkt en niet te warm. IJsland op z'n best.
Met de bus naar Reykjavik en inchecken op de camping. We lopen naar de stad, regelen bustickets voor de volgende dag en moeten direct onze plannen wijzigen: de bus over de binnenweg rijdt maar drie keer per week en dus zitten we ruim anderhalve dag ''vast'' op de Landmannalauger. Niet bepaald de lelijkste plaats op aarde hebben we in 1996 en 2001 al geconstateerd. (Zie aldaar voor een paar foto's van dat gebied).
Naar het centrum, boodschappen doen, een kopje espresso drinken en terug naar de camping. Veel kilometers gelopen. Reykjavik heeft zo'n 125.000 inwoners (bijna de helft van de IJslandse bevolking), maar is ongelooflijk ruim opgezet. En opnieuw schrikken we ons rot van de prijzen. Met dank aan Icelandexpress kun je nu goedkoop naar IJsland toe, maar verder is en blijft het een schreeuwend duur land. Wel een ongelofelijk mooi land!
Na een fikse (om)wandeling zijn we terug op de camping. Witte bonen in tomatensaus met worstjes en aardbeienyoghurt na. Erg lekker. En na deze maaltijd lezen we nog een tijdschrift en gaan vroeg slapen. Twee uur tijdverschil merk je blijkbaar toch.

Dag 2

(vrijdag 9 juli 2004)

De zaklamp is onnodig mee: het wordt 's nachts niet donker. Om kwart voor zes staan we op. Normaal zijn we altijd binnen een uur op pad, maar omdat het de eerste dag van de vakantie is trekken we er (en natuurlijk onnodig) een kwartier extra voor uit om de bus te halen. Die bus brengt ons naar het busstation en met, achteraf dezelfde, bus reizen we een uurtje later door naar de Landmannalauger. Een prachtige rit en toch val je af en toe in slaap in zo'n bus. Eerst door lava met mos, dan landbouwgebied en dan de onverharde weg. Langs de Hekla, met fotostop, en na  zo'n vier uur arriveren we bij het beginpunt van wat nog steeds, naar mijn bescheiden mening, de mooiste wandeling is die je je kunt voorstellen. Daar kan zelfs geen Jotunheimen, Groenland of Australië tegenop.
We eten een paar boterhammen, laten heel wat bagage (eten, kleding, tijdschriften enzovoorts) achter en gaan dan lopen. Eerst glaslava en dan hét bekende plaatje van de Landmannalauger. Ondanks dat ik hier nu voor de derde keer ben blijf ik dia's maken. Het is overigens deze keer vrij bewolkt, maar vrij warm. Opnieuw lopen we hier dus in korte broek en T-shirt.
Langs kokende zwavelpotjes, door lavavelden, zelfs over een paar grote sneeuwvelden en redelijk wat klimmen. Het is maar tien kilometer naar de hut, maar toch een redelijk pittige tocht. Ik weet overigens nog steeds niet wat ik het meest bijzonder vind aan deze wandeling: de afwisseling in de landschappen of de bizarre kleuren.
Bij de hut zetten we de tent op. Gelukkig staan er wat ''stenen muurtjes'' zodat we redelijk beschut staan. Het waait namelijk vrij hard. Na een kop oploskoffie is het tijd voor spaghetaria. Altijd lekker; hoewel we deze smaak, die we uit Luxemburg hebben meegenomen, niet de lekkerste uit de serie is. Naast ons koken mensen op een gasbrandertje en dan weet ik weer waarom wij een benzinebrandertje hebben meegenomen: wij hebben onze koffie en thee al op voor het water naast ons kookt. Koud en wind: geen goede combinatie met gasbranders.
Om half tien gaan we naar bed, maar voor die tijd beklimmen we nog een topje in de buurt. Wat een uitzicht!

Dag 3

(zaterdag 10 juli 2004)

Om half acht worden we de tent uitgebrand. Strakblauwe lucht en zon. Later zal het overigens wel bewolkter worden en tegen de avond zelfs een zeer individuele mini-mot-spat-regendruppel. Voor die tijd hebben we eerst nog een wandeling naar een ijsgrot gemaakt. Zo'n drie kwartier bij de hut vandaan en het heen en weer lopen meer dan waard. Heel spectaculair, vooral dat stuk ijs waar het licht op schijnt. Benieuwd of het ook overkomt op dia... Binnenkort gaan we overigens een digitale camera kopen en dat is dan toch wel erg handig op zulke momenten.
Bij de hut drinken we nog een kop koffie en dan lopen we de route van gisteren weer terug. Ik loop dat stuk nu dus voor de vierde keer (en alle vier die keren met mooi weer) en als het aan mij zou liggen dan zou ik hier volgend jaar gerust weer willen gaan wandelen. Ik geef het op om het landschap en de kleuren te beschrijven, maar kon het ook deze keer weer niet laten een paar dia's te maken.

Landmannalauger 2004 En als je deze foto ziet snap je misschien waarom we hier zo graag wandelen.

Om een uur of drie zijn we weer terug bij de hut beneden. We zetten de tent op op de camping en gaan dan de hete bron in. We zijn niet de enigen. Het water is soms gloeiend heet en soms koud; dat krijg je met die natuurlijke stromingen. Na een half uurtje stappen we er uit en halen een paar koeken in de winkel (lees: oude schoolbus) en zetten een kop koffie. Tijd om te relaxen en een paar tijdschriften te lezen. We hebben zoveel AD-magazines meegenomen dat we  waarschijnlijk op de terugweg nog steeds wat te lezen hebben.
We eten weer spaghetarria en na het eten spelen we nog een spelletje. Toch liggen we ook vandaag weer vroeg in bed. Jammer alleen dat een aantal campinggasten tot een uur of drie 's nachts aan het zingen is.

Dag 4

(zondag 11 juli 2004)

We nemen, na het ontbijt met hartkeks, om half negen de bus. Buiten ons gaan er nog twee Nederlandse meisjes en een Duits echtpaar mee. Die laatste stappen halverwege uit en verder komt er niemand bij. Ondanks de hoge prijs niet echt een rendabel ritje voor de busmaatschappij denk ik.
De busrit duurt tot een uur of zeven 's avonds en gaat over de Sprengeisandur. Een rit door een leeg en desolaat landschap. Een incidenteel wit, paars of groen plantje en een zwart steen/lavaveld. De bewolking en zeer incidentele motregen maken dat het nog depressiever oogt. Genieten dus! Af en toe een stop, lunchen (met hartkeks) bij een hut en camping in dit totale niets. Wie kwam op het idee om hier een camping te beginnen vraag ik me dan af?
Richting Myvatn komt er wat meer groen in het landschap en ook klaart het weer iets op. Voor we er zijn nog twee keer bij een waterval stoppen. Vooral de basaltlava maakt het fotogeniek.
We herkennen de camping nog van de vorige keer en al snel staat de tent. Deze keer niet tussen de touwlava, maar op een ''gewoon grasveld''. Eerst uitzoeken wat we meenemen op onze hike de komende dagen. Dan eten koken: witte bonen in tomatensaus met spek en worstjes. Niet origineel, wel lekker. En na nog een kop koffie (''echte'' koffie deze keer; in IJsland kun je echt overal koffie kopen (en soms is tie, in benzinestations of op sommige campings bijvoorbeeld, zelfs gratis).
Na nog een laatste slokje port, gekocht op London en erg lekker van smaak, duiken we de tent in om te slapen. Beide matjes blijken inmiddels lek te zijn.

Dag 5

(maandag 12 juli 2004)

De wekker loopt om half zeven af. Ondanks de regen van vannacht is de tent vrijwel droog. Het zal vandaag overigens steeds mooier weer worden en pas later op de avond keert de bewolking terug.
We lopen de camping af en met heel veel andere toeristen maken we een dagtocht naar Askja. Eén groot verschil ten opzichte van de anderen: wij gaan lopend terug; onze rugzakken gaan dus ook mee. Een rit van een paar uur met af en toe een stop en een redelijk spraakzame gids die duidelijk lol in z'n werk heeft. Eén van de stops is bij een canyon en het kan haast niet anders of Gaudi is hier ook geweest: het gesteente lijkt spreken op de voor hem zo karakteristieke lijnen in z'n bekende werken. 
Ook leuk: de plek waar Armstrong en de rest van de bemanning hun maanvlucht hebben voorbereid. Puimsteen en bizarre rotsformaties. Op de achtergrond de 'Koningin van de IJslandse bergen' en Askja. Askja is overigens een grote ring van vulkanen met binnenin ergens het diepste meer van IJsland en Viti. De ring is op de kaart overigens nog duidelijker terug te zien dan in het echt. Omdat wij vanaf de parkeerplaats willen gaan wandelen lopen we snel heen en weer naar het kratermeer en na geluncht te hebben gaan we op stap.
Veel lava, maar helaas weinig touwlava. Zwaar lopen daarom en als je valt, wat Hanneke een keer doet, haal je gelijk je handen open en is je broek kapot. We lopen naar de rand van de bergen en daar staat weer een wegwijzer. Met dank aan internet (via de nieuwsgroep nl.wandel en een behulpzame Duitse wandelaar zijn we aan deze wandeling gekomen) weten we dan dat we de bergketen moeten blijven volgen tot bij een volgende wegwijzer en dat daarvandaan de route met palen is gemarkeerd.
We besluiten wat meer over de sneeuw- en minder over de lavavelden te gaan lopen. Dat gaat een stuk sneller en is een stuk makkelijker. En zowaar zien we op een gegeven moment de palen die we moeten volgen. De wegwijzer hebben we overigens nooit meer gezien. Door de vele sneeuw zijn een aantal palen niet meer of amper zichtbaar; ze zijn ondergesneeuwd. Gelukkig ontdekt Hanneke net op tijd dat we bijna verkeerd waren gelopen.
We lopen kilometers over sneeuwvelden en hebben nu geen keus: we zitten erg hoog. Als we de top over zijn zien we bevestigd dat over sneeuw lopen beslist niet helemaal risicoloos is: er zit een ondersneeuwse rivier. Wel hele mooie foto's met die spleten!
De afdaling is lang en over het algemeen niet steil. Wel heel erg IJslands: kale, lege vlaktes met bizarre rotsformaties, gletsjers en tafelbergen om ons heen. Je snapt direct dat er hier heel veel sagen zijn die zich hier afspelen.
Beneden bij de afdaling moeten de teva's aan: een vrij brede rivierdoorsteek. Een fors nadeel van de sneeuw. De rivier staat overigens niet eens op de kaart. Die kaart is trouwens erg oud en de jeeptracks en de hutten staan er nog niet eens op. Gelukkig dat we (gedeeltelijk) de ingekleurde route van die Duitser hebben gekregen.
Nog een kilometertje verder zit een onbemande hut. Eerst nog even een andere rivier over. Hanneke met teva's en Jan springend. Dan is het tijd voor oploskoffie. De hut is klein, brandschoon en van alle gemakken voorzien. Uit het gastenboek blijkt dat er meer dagen zonder dan met gasten zijn en ook dat die vaak nog per jeep komen. De jeeptrack loopt overigens naar de volgende hut, dus morgen hebben we een makkie met de route bepalen.
We besluiten wel in de tent te slapen, maar verder zitten we in de hut en koken daar ook ons eten. Tegen de tijd dat we nog een kop oploskoffie hebben is het bijna elf uur. Tijd om naar bed te gaan.

Dag 6

(dinsdag 13 juli 2004)

Na een lange nacht staan we erg laat op. Blijkbaar waren we erg moe, want pas om een uur of elf lopen we weer verder. Het is prachtig wandelweer, met alleen vrij veel wind. De korte broek gaat al snel aan.  
Een lange makkelijke en vrijwel vlakke etappe vandaag. Wel iets langer dan op de kaart lijkt, maar weer minder lang dan de wegwijzer halverwege ons zegt. Daar staat namelijk op dat het nog acht kilometer is, maar wij lopen het resterende stuk binnen anderhalf uur en zo snel loop je hier nu ook weer niet. We lopen over een gigantische grindvlakte met in de verte twee tafelbergen. De rivier, waar we vanmorgen weer overheen moesten, blijft heel lang links van ons, maar omdat we gelezen hadden dat je onderweg geen water zou tegenkomen zijn al onze veldflessen gevuld. Bij de eerste pauze gieten we de helft maar leeg.
Zowel bij onze eerste als bij onze tweede stop komt ons een 4*4-auto tegemoet, maar verder zien we geen mens vandaag. 
Inmiddels hebben we het grind verlaten en lopen we over oude lavavelden. Gelukkig een stuk makkelijker te belopen dan die van gisteren. De markering ontbreekt, maar we volgen de hele dag de jeeptrack. Rond half vijf zitten de ruim 20 kilometer er op en zijn we bij de hut van Botni. De zandstormen in de verte zijn dan ook voorbij. Lekker zitten en wat eten en drinken. En net als we ons eten (yep; alweer spaghetaria en oploskoffie na) op hebben arriveren er twee jeeps (of landrovers?) met twee kinderrijke gezinnen. Zij blijven slapen in de hut. We hebben overigens weinig last van ze en hopelijk (en waarschijnlijk) is het omgekeerde ook het geval. Wel hebben wij samen één van de twee tafels in gebruik om het kaartspel van Catan te spelen en port met taaie (de zak zat al drie dagen halfvol in mijn rugzak) chips te nuttigen.
Om een uur of tien gaan we de tent opzetten en blijven er ook maar gelijk in om te gaan slapen.

Dag 7

(woensdag 14 juli 2004)

De wind neemt sterk af, alleen gaat het 's nachts wel regenen. Niet zo heel erg hard overigens, maar toch hebben we weer een klein plasje in de tent. Vreemd: hij is geseald en ook kunnen we niet echt ontdekken waar het water de tent binnenkomt.
Na ontbijt in de hut, waarbij de IJslanders hun gasbrander aan ons uitlenen om ons benzine te besparen (aldus hun eigen woorden), trekken we de regenpakken aan en gaan weer verder richting Myvatn.
Het motregent vrijwel de hele dag, maar tot de tent staat worden we niet echt nat. De wind blaast ons droog en ik denk dat we in principe best zonder regenpak hadden kunnen lopen. Die jassen zijn echter ook perfect tegen de wind.
We lopen eerst een stuk over de jeeptrack door een heel groen en waterrijk gebied. Schapen, bloemen en, echt ongelogen, miljoenen kleine witte vliegjes. Gelukkig steken ze niet. Aan het einde van dit groen gaan we pal noord, richting de linker tafelberg struinen. Oude lava en weinig hoogteverschillen. Loopt makkelijker dan ingeschat. Op dit lava zitten heel veel verschillende soorten korstmossen.
Na een paar kilometer komen we, zoals gepland, op een andere jeeptrack uit en gaan dit volgen. Een makkelijk begaanbaar pad en de lava heeft plaats gemaakt voor grind. We komen zowaar twee keer dezelfde jeep en twee 'tegenwandelaars' tegen. Even ervaringen uitwisselen over water, rivieroversteken, richtingen en overnachtingplaatsen en weer verder lopen. Bij de rivier die we met een dam oversteken halen we water, want dat zal daarna voorlopig niet meer lukken.
We lopen nog een goed uur verder over de grindvlakte met -heuvels en vinden dan een redelijk beschut plekje voor de tent. Toch maar weer grote stenen op de haringen leggen. We zijn de vorige reis wel eens weggewaaid in IJsland. Je herkent overigens direct de ervaren IJslandkampeerder: die zal altijd stenen op z'n haringen leggen. De wind kan hier soms zo maar hard aantrekken (zoals nu) of draaien. De grond is echter vrij los en haringen waaien er daarom soms zo uit. Vandaar die stenen.
Net als de oploskoffie gezet is begint het te gieten. Tijd om de tent in te gaan. Alles bij elkaar valt er dan weinig te doen, hoewel Hanneke weer touwtjes gaat knopen. Eigenlijk is ze te oud voor de doelgroep van Scoobydoo's, maar ze amuseert zich prima.
Eten koken in de voortent en na nog een kop oploskoffie vroeg slapen. Al vrij snel gaat de wind liggen en stopt de regen. 

Dag 8

(donderdag 15 juli 2004)

Als we om een uur of acht opstaan is de tent krukdroog en de lucht strakblauw. Perfect wandelweer! Na het ontbijt en als alles is ingepakt start ik in korte broek en T-shirt.
Een makkelijke etappe vandaag. Eerst kilometers door de grindbak met kleine hoogteverschillen en dan vlak lopen door een grasachtig gebied. Veel schapen, vogels en muggen. Uitzicht op Myvatn (IJslands voor muggenmeer) en de, al dan niet besneeuwde, heuvels daarachter. Na zo'n twee uur komen we bij het meer en de asfaltweg 1. De belangrijkste doorgaande weg van het eiland, maar er is zo weinig verkeer dat we besluiten ook de laatste tien kilometer naar de camping maar te gaan lopen.
Bizarre landschappen maken de tocht extra aantrekkelijk. Grote vulkaankraters, lava in de meest vreemde vormen en de kleine groene vulkanen in het meer. De camera heeft het er maar druk mee. 
Net voor de camping een soort snackbar. Vrij koude patat met een cheeseburger, maar o wat smaakt dat lekker na zo'n wandeling.
In de supermarkt doen we niet alleen boodschappen, maar ook krijgen we nuttige informatie voor de vervolgwandeling van de in de supermarkt gevestigde touristinformation. Op de camping de tent opgezet, spullen uitgepakt en douchen. Erg lekker, hoewel het warme water natuurlijk sterk naar zwavel ruikt. De avond brengen we door met eten (noodles, chips en koekjes) en drinken (koffie en sinas) en lezen. Kortom: niet veel gedaan en vroeg naar bed.

Dag 9

(vrijdag 16 juli 2004)

Een koude grijze rustdag. Hoewel we een dag overblijven op de camping in Myvatn maken we na het ontbijt toch een flinke wandeling. In totaal zijn we zo'n drie uur onderweg. Zonder rugzak deze keer. Onze bestemming is Namafjall. Eén van de bekendste en grootste zwavel/fosfaat gebieden van IJsland. Kokende modder, bizarre kleuren, rookpluimen, gierende stoom en allerlei andere rare natuurverschijnselen maken dit tot een volgend hoogtepunt van onze reis. 
Tegen lunchtijd zijn we terug in het dorp. Eindelijk pinnen. Overigens kun je in IJsland echt alles en overal met je creditcard betalen en tot in de kleinste winkel en voor het kleinste bedrag (bijvoorbeeld twee kopjes koffie) is dat heel gebruikelijk. Na koffie en chocoladecake halen we worstjes voor op brood en na de lunch kunnen we de schone was ophalen en gaan we boodschappen voor de komende dagen doen.
Op de camping is de appeltaart nu eindelijk niet uitverkocht, dus ook 's middags hebben we wat bij de koffie. Verder niet veel gedaan: wat gelezen, gegeten, spullen voor morgen herpakt en uitgerust.
Ons avondeten bestaat uit pizza en na een dubbele espresso met appelgebak en slagroom in een ander restaurantje lopen we weer naar onze tent. Het heeft heel even flink geregend, maar nu is het weer droog.

Dag 10

(zaterdag 17 juli 2004)

De wekker is gezet: om kwart voor negen gaat de bus naar Husavik en wij willen wat spullen meegeven die we toch niet nodig hebben de komende dagen. Het is in IJsland vrij gebruikelijk en redelijk goedkoop om spullen vooruit te sturen.
Om negen uur gaat ook de supermarkt open, maar vers brood is er nog niet, dus dat hadden we dus net zo goed gisteren kunnen kopen. Enfin, een uurtje later hebben we ontbeten, is alles ingepakt en hijsen we de rugzakken weer op voor de volgende trekking: we willen in vijf dagen naar Husavik lopen.
Achter de camping loopt een wandelpad naar Krafla, maar het duurt even voor we dat gevonden hebben. Als we er eenmaal op lopen blijkt het goed gemarkeerd met witte paaltjes te zijn en makkelijk te belopen. eerst wat over groene heuvels en dan vier kilometer lavaveld. Zelfs dat is prima gemarkeerd en te belopen. Net voor Krafla een absoluut hoogtepunt: een aantal natuurlijke tunnels van lava. De bovenlaag is destijds zo snel afgekoeld dat het hard is geworden terwijl de rest van de lava er gewoon onderdoor vloeide. Heel bijzonder en erg in trek bij de vele wandelaars.
Krafla is weer zo'n 'kleurenveld' met kokende modderpotjes. Jammer dat de mist ineens zo opzet, waardoor je niet meer kunt zien wat mist en wat rook is. Hanneke heeft ook nog beslagen brillenglazen; zij ziet echt niets meer. Na nog even naar het 'verse' (uit 1984) lava te hebben gekeken en langs Viti, een kratermeer, te hebben gelopen volgen we een jeeptrack de absolute leegte in. Een flink stuk achter ons loopt nog een wandelaar, maar anders zouden we echt het gevoel hebben dat we de enige mensen waren.
Volgens onze kaart houdt de jeeptrack vrij snel op, maar we kunnen hem kilometers lang blijven volgen. Loopt wel zo lekker. Veel grindwoestijn, af en toe heuvels en de hele dag een grijze lucht. Gelukkig is de mist vrij snel weer opgetrokken. Op een gegeven moment gaat de track de voor ons verkeerde kant op en gaan we struinen. We moeten naar een groot meer (de enige plek in dit gebied waar je drinkwater kunt vinden) en met behulp van kaart, kompas en bergen oriënteren we ons. Zware kilometers: puinhellingen, een droog gevallen waterval, 'eilandjes met groen hoppen' en veel hoogteverschillen. Eén voordeel: net zo mooi als zwaar.
Rond half zeven staan we bij Eilifsvotn. Een geweldige kampeerplek aan het meer. Eerst alle warme kleren aantrekken tegen de kou en dan koffie zetten en eten koken. Spaghetaria ai funghi. Een misser: de helft gooien we weg. Gelukkig hebben we heel veel koekjes en dergelijke bij ons deze keer.

Dag 11

(zondag 18 juli 2004)

Na bijna elf uur geslapen te hebben staan we om een uur of negen op. De lucht is weer grijs zonder regendreiging. We hebben er zelfs een naam voor bedacht: IJslands grijs. Later op de dag wordt het vrijwel onbewolkt. Een beetje raar weer vandaag: soms warm, soms koud (wind) en soms daar tussenin. Gedragen kleding varieert van fleece tot T-shirt met korte broek.
Na een klein klimmetje volgen kilometers grindwoestijn. Onze 'medewandelaar' zien we vrij snel naar het oosten afbuigen. Ongetwijfeld richting Dettifoss. Wij hebben die waterval echter al eens eerder gezien en vanwege tijdgebrek kiezen we er voor naar het noorden te lopen om zo Husavik in vijf dagen te bereiken. Na de grindwoestijn lopen we aan de andere kant van de schildvulkaan. Op de kaart is te zien waarom zoiets een schildvulkaan heet; in het echt zie je het niet echt terug in het landschap.
Veel stenen, droge rivierbeddingen en groen. Een stuk zwaarder lopen, maar ook nu weer heel mooi. Na de lunch, brood met een blikje tonijn en voor de eerste keer deze reis een warm drankje (het is heerlijk pauze weer; tijd om de brander te starten), kruisen we al snel de onverharde weg. Die gaan we niet volgen: we willen langs de rivier gaan lopen. We moeten daarvoor eerst nog een paar kilometer noordoostelijk. Na een tijdje gaat het mis: we lopen ons volkomen vast. Zijrivieren staan niet op de kaart, maar zijn veel te breed, diep en snelstromend om te kunnen doorsteken. Verder nog heel veel ondoordringbare bosjes (berkjes) en zo lopen we heel wat kilometers extra. Wel heel erg mooie kilometers! Vooral langs de beek- en rivierbeddingen groeien de mooiste bloemen en planten en daarboven schijnt een heerlijk zonnetje. Maar toch: jammer dat we telkens een stuk terug moeten. Verder heel veel muggen. Gelukkig steken ze niet, want anders zouden we volgens mij bijna letterlijk doodgestoken zijn.
We besluiten wat meer richting weg te gaan lopen en ons plan om de rivier te gaan volgen maar te laten varen. Wel duurt het nog even (zul je altijd zien) voor we drinkwater hebben gevonden. Als we dat eenmaal hebben staat de tent binnen een paar minuten. Prachtig plekje: wijds uitzicht, naast een snelstromend beekje, vlak, om ons heen wat heuvels en ook nu weer in de zon. Als er een bankje zou hebben gestaan was het perfect. Maar ja, een bankje in the middle of nowhere? Dat zie je zelfs in IJsland niet.
Vandaag spaghetaria bolognese. Mijn favoriet en met plakjes peperoni extra lekker. En na deze culinaire uitspatting gaan we vrij snel de tent in; het koelt aardig af. 

Dag 12

(maandag 19 juli 2004)

Weer lang in bed gelegen, maar toch ook een paar uur wakker. Blijkbaar begin ik uitgerust te raken. De lucht is weer IJslands grijs, maar tot de lunch blijft het droog. Daarna begint het, volkomen tegen onze verwachting in, te miezeren, motregenen en af en toe gewoon regenen. Niet echt superhard maar wel hard genoeg om dan het complete regenpak aan te trekken.
De eerste paar kilometers is vooral struinen door hoog gras en lage beplanting. Gamachsen hadden wel handig geweest, want de broeken worden tot net onder de knieën nat. Gelukkig komen we binnen een uur op de onverharde weg en gaan die volgen. Er rijden wat meer auto's dan verwacht: iedere paar minuten moeten we wel even aan de kant. Het landschap is hier ook wat saaier: groen en glooiend, maar op de één of andere manier ''pakt'' het ons niet. De vogels (wulpen) en schapen zorgen nog voor de meeste afwisseling.
Op een gegeven moment passeren we een splitsing en de weg wordt dan iets harder en vlakker. Na soep met hartkeks lopen we nog een paar kilometer verder en bij de splitsing naar Asbyrgi slaan wij linksaf. Volgens de kaart moet er dan later een weg naar rechts komen, maar die weg komt niet. Gelukkig is een stuk verderop wel een jeeptrack wat ons ook op de asfaltweg brengt. In regenpak lopen we op die rustige weg en tot onze stomme verbazing zien we een bordje restaurant. Eigenlijk alleen bedoeld voor gasten die er ook slapen, maar we krijgen gelukkig toch koffie, thee en brood. Heel veel van elk. Brood met vis, ei, kaas, tomaat of vleeswaren. We eten en drinken onze buikjes rond en warmen weer helemaal op. Verwarming kost in IJsland niets; als men het warm heeft zet men niet de kachel lager, maar men zet het raam open. In IJsland is het daarom vaak erg warm binnen. Na een uurtje pauze betalen we en stappen weer op. Het is dan bijna droog. We lopen nog een uurtje over de zeer rustige asfaltweg, met rechts uitzicht op de delta, voor we een plekje voor de tent zoeken. Het miezert gestaag, maar gelukkig weten we nu eindelijk waar de tent lekt en ook hoe we daarmee om moeten gaan zonder dat er spullen nat worden. Lang blijft het overigens niet regenen, dus onze voorzorgsmaatregelen zijn gelukkig enigszins overbodig.
Echt veel honger hebben we niet meer, dus maken we wat minder noodles klaar en na nog een blikje fruit en oploskoffie blader en lees ik wat in onze liedboekjes voor we maar weer vroeg gaan slapen.

Dag 13

(dinsdag 20 juli 2004)

Als we om negen uur, na een nacht van weer weinig slapen, opstaan is de tent kurkdroog. Lekker buiten ontbijten en inpakken. Ook nu zullen we weer verder gaan over de asfaltweg. Ook niet veel verkeer trouwens. Sneller dan gepland zijn we in Lon waar geen benzinepomp (lees: koffie en/of lekkers) meer zit. Ook de weg loopt daar nu iets anders en gaat met een grote brug over het water en dan langs de klif omhoog. Geen puffins, wel veel schijnaanvallen van Noordse sterns. Bovenop de klif gaat het asfalt al snel weer over in onverhard. Met gigantische machines zijn ze een nieuwe weg aan het aanleggen.
Tijdens de lunch begint het te regenen en een paar uur lang blijft het nat. Jammer. Na zo'n twee uur komen we bij een heel klein gehucht met een klein museum. We drogen binnen wat op en krijgen een privé rondleiding in dit voormalige huis, waar in het verleden drie gezinnen in hebben gewoond. Alles bij elkaar een leuker museum dan gedacht.
Als we verder lopen is het zowaar weer droog. Ook lopen we weer op asfalt en zien we de zee goed liggen. Na een uurtje houden we het voor gezien en bij een snelstromend beekje zetten we de tent op. Buiten eten, IJslandse spaghetaria, en later de tent in om een spelletje triominos te spelen. Na afloop hebben we zo'n honger dat we nog voor het slapen een pakje hartkeks leegeten.

Dag 14

(woensdag 21 juli 2004)

Eindelijk weer eens een nacht lang en goed geslapen. Zo'n tien uur min of meer aan één stuk. Lekker hoor. De lucht is grijs bij het opstaan, maar we houden het min of meer droog deze laatste wandeldag. Het is nog iets minder dan 20 kilometer asfalt stampen naar Husavik. Niet het mooiste gedeelte van onze wandeling: we blijven wat verder van de zee vandaan en ook is er iets meer verkeer dan de andere dagen. Achteraf hadden we misschien toch de jeeptrack bij Lon moeten nemen. Vanwege mogelijk (drink)water tekort hebben we er gisteren voor gekozen dat niet te doen en deze hoofdweg te volgen.
Zo rond half twee lopen we Husavik binnen. Flink uitgebreid sinds ons vorige bezoek en, met dank aan de 80.000 (!) walvisbezoekers, nu een belangrijke toeristische trekpleister.
Bij een benzinepomp verenigen we onze bagage weer met elkaar (lees: laten we de rugzakken ook achter) en eten we patat met een hamburger en drinken we gratis koffie. De resterende tijd brengen we grotendeels door in het walviscentrum. Leuk en informatief. Verder nog wat boodschappen gedaan. Zo'n dertig gulden kwijt voor worstjes, bonen, yoghurt, chips en cola. Het lijkt wel of het met de dag duurder wordt hier. Nog even een espresso met gebak (ook al onbetaalbaar, maar wel lekker) en dan met al onze bagage in een uurtje met de volle bus naar Akureyri.
Een mooie rit en het wordt ook nog prachtig weer. Tent opgezet op de stadscamping en benzine wezen tanken. Onze colemanfuel was zo goed als op en op spiritus brandt onze MSR-brander helaas niet. Dan lekker eten en de rest van de avond brengen we door met lezen, gratis koffie drinken, chips eten, een ijsje in de supermarkt halen en vooral: douchen! Dat kan overigens niet op de camping, maar in de sporthal direct naast de camping.

Dag 15

(donderdag 22 juli 2004)

Uitgeslapen en onder een strakblauwe lucht voor de tent met verse broodjes ontbeten. Later op de dag zullen we zelfs op een terrasje zitten; het is heerlijk zomerweer vandaag.
We brengen onze dag zeer relaxt door: een beetje winkelen (de stad heeft zo'n 16.000 inwoners, maar is buiten de omgeving van Reykjavik de grootste stad van het land), lunchen in de prachtige botanische tuinen (en doen daar weer genoeg ideeën op voor onze eigen tuin), eten en drinken nog eens wat, bezoeken een grote supermarkt, lezen wat en doen eigenlijk niet zo heel veel bijzonders. Gewoon even lekker bijkomen van de wandeling. 
Wel 'scoren' we allebei een buitensportshirt. (En nee René en Dave: geen Haglofs, maar een Lowe; ik ben nu vast minder merkentrouw dan jullie dachten). Door de uitverkoop en taxfree zowaar een stuk goedkoper dan in Nederland.
Rond een uur of half zes gaan we weer naar de camping. Daar verder lezen, eten, drinken en een spelletje doen. Ook nu weer pasta als maaltijd. Met een blikje tonijn en een pakje roomkaas er doorheen; lekker hoor. Ook nog een toetje, een kop koffie en chips met cola en rond een uur of elf vinden we het tijd om naar bed te gaan.

Dag 16

(vrijdag 23 juli 2004)

Ruimschoots voor de wekker afloopt staan we op: de zon brandt ons de tent uit. We ontbijten in ons T-shirtje voor de tent; het is de warmste ochtend van de hele vakantie. Nog even langs de bakker en met de bus van half tien naar Reykjavik. Een rit tot vier uur 's middags. Weer veel gevarieerde landschappen: baaien, fjorden, lavavelden, heuvels en af en toe weilanden met beesten en/of hooi. Niet ieder hek is een hindernis voor de dieren. Weinig dorpjes en ook weinig stops.
Net voor de zes kilometer lange tunnel begint het te gieten en dat blijft het nog wel even doen ook. In de stromende regen lopen we naar de camping. Eindelijk een echte test voor mijn bijna één jaar oude regenjas. Die blijkt, wat ook wel mag voor zo'n bedrag, volkomen waterdicht te zijn. Op de camping staat iedereen onder het afdak te wachten tot het droog wordt en sommige, waaronder wij, bouwen hun tent daar op om die daarna nog op een hoger gelegen plekje te zetten. De camping staat aardig blank. 
Na een uurtje wordt het, toch nog redelijk onverwacht, droog. Iedereen gaat direct aan de slag met spullen opruimen, tent opzetten, eten koken en allerlei andere zaken waarbij het gewenst is dat het niet meer regent.
Na nog een bezoekje aan de supermarkt en het nuttigen van een biertje en ingemaakte haring (niet echt lekker) en wat lezen van folders en gratis Engelstalige kranten liggen we om middernacht te slapen. Het is hier een stuk donkerder dan in Noordelijk IJsland, maar nog steeds is de zaklamp overbodig.

Dag 17

(zaterdag 24 juli 2004)

De zon  brandt ons ook vandaag de tent uit. Het is weliswaar iets minder warm dan gisteren in Akureyri, maar de hele dag houden we een blauwe lucht en zon. Qua weer de mooiste dag van de vakantie. We zijn vrij vroeg in de stad en er is nog weinig te beleven, dus na een espresso op een zonnig terrasje besluiten we eerst naar de vulcanoshow te gaan. De locatie is een beetje sjofel, de eigenaar een aardige, oude en wat verstrooide professor, de prijs lager dan in de folder staat en de film is niet echt bijzonder. Veel onzinnige informatie (hier ontmoette ik een Nederlands echtpaar dat voor de tweede keer op bezoek is in IJsland), maar ook een aantal mooie beelden van vulkaanuitbarstingen. Als we alles mogen geloven zullen er binnen enkele jaren een aantal uitbarstingen bij Myvatn volgen. Alles bij elkaar: een best aardige attractie voor een regenachtige dag, maar beslist geen must.
En verder slenteren we wat door winkelstraten, eten en drinken weer eens wat, lopen nog even dat prachtige stadhuis binnen om de 3d-kaart van IJsland te bekijken en gaan dan ook nog even naar het grote winkelcentrum. Reykjavik heeft ook deze keer niet ons hart gestolen; dit meer dan in tegenstelling tot IJsland als wandelland.
Ons laatste diner van deze reis nuttigen we bij de Pizzahut; zo langzamerhand in mijn top drie van meest bezochte restaurants. (In Rotterdam is er nu eenmaal veel keus en wij gaan meestal naar een voor ons onbekend restaurant als we uiteten gaan). Prima pizza en mega-grote bananasplit. De espresso halen we ergens anders: de keuken gaat vroeg dicht vanavond. 
Vroeg naar bed om te proberen nog een paar uur te slapen.  

Dag 18

(zondag 25 juli 2004)

Een warme, klamme nacht. De tent is deze vakantie niet zo nat de rugzak ingegaan als deze morgen. En dat dus niet van de regen. Om vijf uur nemen we de flightbus naar Keflavik. Een snelle vlucht naar Stansted, daar drie uur wachten. Met een kleine vertraging (het blijft toch Easyjet; maar ja wat wil je voor een retourtje van net 20 Euro) landden we op Schiphol. Nog even met de trein en tram en rond kwart voor zeven zijn we weer lekker thuis. Tijd om de rugzak leeg te maken en weer genieten van het thuis-gevoel!

Terug naar hikes in Europa.

Terug naar (wandel) vakanties.