Inleiding:
In het voorjaar van 2007 hebben Hanneke en Jan ruim een week op de Lycianway in Turkije gewandeld. Ze liepen het gedeelte van Kas naar Adrasan. Hieronder volgt het reisverslag van die bloedhete vakantie.
Dag 1 |
(zaterdag 28 april 2007) |
Na jaren wachten is het toch gelukt: we gaan in de meivakantie naar Turkije
om een flink stuk van de Lycianway te lopen. Hanneke had dit jaar anderhalve
week vrij en dat maakte de vliegtickets redelijk betaalbaar. Dit in
tegenstelling tot de ''normale'' meivakantie.
We vliegen pas tegen de avond, dus
overdag de rugzakken ingepakt, de nieuwe slaapkamer geverfd, dingen voor school
gedaan en een boekje lezen.
Zonder vertraging en met een overstap in Istanbul arriveren we om één uur 's
nachts in Antalya.
Dag 2 |
(zondag 29 april 2007) |
Op voorhand hadden we een hotelovernachting en vervoer er naar toe geregeld
via Internet want op een dergelijk tijdstip hebben we geen zin in ''gedoe'',
maar willen we zo snel mogelijk ons bedje in. Om twee uur is dat gelukt en om
negen uur staan we op. Even een (koude) douche en lekker ontbijten.
De bus naar Kas vinden gaat wat minder makkelijk. Lopen, vragen, zoeken, een
stukje met een minibus, weer allerlei kanten opgestuurd worden, maar tenslotte
dan toch een busje dat de goede kant opgaat. De overstap van 20 minuten is
precies lang genoeg om de brander van benzine te voorzien en even wat te eten.
Iets over drieën staan we dan toch op het beginpunt van onze wandeling. Onderweg
vielen er een paar buien, maar nu is het droog en de lucht blauw. Door de wind
is het niet te warm. Nog even een kopje koffie en dan lopen maar. Een man op het
terras heeft ons verteld hoe we de route kunnen oppikken. De Lycian way lijkt
redelijk bekend hier.
Kas is een leuk en toeristisch duikplaatsje. Via een rustige asfalt- en later
onverharde weg laten we het al snel achter ons. Uitzicht over baaien, niet te
veel hoogteverschillen en overal bloemen. We hebben de wandelsmaak weer snel te
pakken.
Bij de splitsing nemen we de bovenroute omdat de onderste wat gevaarlijk schijnt
te zijn als het nat is. Ook dit stuk is niet echt zwaar. We zien geen mens, maar
alleen een paar verlaten huisjes. Waterhalen lijkt toch wat problematischer te
zijn dan gedacht. Bij de eerste cisterne is het water erg vies en op het strand
zit niets. De wandeling er naar toe is wel erg mooi. Eerst naar beneden, dan
langs een open vlakte en dan weer omhoog om langs de bergrug verder te gaan.
Bizarre rotsformaties en een natuurlijke brug. We moeten nu dus wel verder en
omdat het al wat later is zetten we een wat hoger tempo in. Eerst een klein
pasje over en dan weer langzaam omlaag. Er staat twee uur voor dit stuk in het
boekje, maar wij doen het in een uur.
Vaak loop je vlak langs de kust. |
Bij de verlaten huisjes kamperen een paar andere wandelaars, maar wij gaan bij
de cisterne staan. Het water daaruit moet wel eerst gekookt worden, maar als je
warme choco drinkt of boerenkool wilt eten maakt dat toch niet uit. En om het
zweet af te spoelen, iets dat we nog voor het eten doen, voldoet het ook prima.
Alles bij elkaar eten we om kwart voor acht; nog net voor het donker. Nog een
oploskoffie en een beetje whisky. Tijd voor een lange nacht; de laatste weken
heb ik niet veel geslapen.
Dag 3 |
(maandag 30 april 2007) |
De tent staat redelijk in de schaduw van de berg dus vandaar dat we het tot
een uur of acht uithouden in de slaapzak. Koud is het niet geweest en overdag
zal het zeer warm worden.
We steken een pasje over en al snel één van de hoogtepunten van deze
wandelreis: we zien een landschildpad. Het zal niet bij die ene blijven
overigens.
Een echte landschildpad; onze eerste in het wild. |
Aan de andere kant komt weer de zee en daar blijven we min of meer langs lopen.
Soms wat hoger en soms wat lager. Veel bloemen, maar de meeste soorten herkennen
we niet. Wel de oleander en de olijf. Ook de nodige dieren: vlinders,
smaragdhagedissen, krekels en een enkele slang. De langste is meer dan een
meter.
Vandaag (ver)dwalen we wel een aantal keer. Het pad is over het algemeen goed
gemarkeerd, maar soms gaat het mis. De eerste keer lopen we een paar honderd
meter mis, de tweede een paar kilometer en de derde helemaal. Die laatste twee
zijn eigenlijk op hetzelfde punt. Er staat daar een Turkse mijnheer met een auto
en die geeft ons water. Water uit de bron is voor de geiten vindt hij. Een halve
liter met z'n tweeën is alleen echt niet veel met deze temperaturen. Volgens
zeggen is het mogelijk de onverharde weg te nemen naar Kilich. Niet dus. Bij het
verlaten huis is ook al geen water, dus dan maar terug. Toch maar water voor de
geiten geput. Op het andere pad verdwalen we en met veel slingeren, klimmen,
struinen, gebruik maken van het kompas en wat geluk komen we op een breder pad
en even later is dat zelfs gemarkeerd. We blijven de onverharde weg volgen en zo
rond half zes zijn we vlakbij Kilich.
Water gehaald, tent opgezet en dan is het mooi geweest voor vandaag. De tent
staat vlakbij een kameel. Wassen bij een put, hout sprokkelen voor een klein
kampvuurtje en tot een uur of tien zitten we buiten.
Dag 4 |
(dinsdag 1 mei 2007) |
Een paar honderd geiten lopen 's morgens rond de tent. Tijd om op te staan.
Na de laatste Nederlandse boterhammen opgegeten te hebben dalen we langzaam af.
Het landschap is wat ruiger en de kust is voorlopig niet meer in beeld. Af en
toe passeren we wat ruïnes en dergelijke. Na twee uurtjes komen we langs een
restaurant. Tijd voor een tweede ontbijt. Brood, zelfgemaakte aardbeienjam,
feta, tomaten en olijven. Duurder dan verwacht, maar wel erg lekker.
Naar Ucagiz is het een paar uur lopen, maar over het algemeen erg makkelijk.
Veel vlaktes en de paden die omhoog gaan zijn wat minder keiig dan de meeste
andere tot nu toe. Komt de naam Turkije overigens van al die keien?
Niet alleen natuur, maar ook cultuur. |
De laatste paar kilometer zijn langs de kust en over ''kruip-door-sluip-door''
rotsen. Een koude cola maakt veel goed. Hoewel het minder warm is dan gisteren
zweten we toch flink. Het is al halverwege de middag en we besluiten hier ook
wat te eten. Kebab en patat. Erg vet.
We verlaten het dorp en denken nog twee uur te lopen. Het worden er vier.
Nergens kunnen we water vinden, terwijl er volgens de kaart en het boekje wel
zou moeten zijn. De route is gelukkig niet zo heel zwaar en er zijn weinig
hoogteverschillen. Bij een baai besluiten we te stoppen en net voor het donker
de tent op te zetten. Zowaar vinden we een poel met water. Er zwemmen kikkers en
vissen in, maar als je het kookt is het vast drinkbaar. Veel thee zetten dus.
Echt honger hebben we niet, dus eten we alleen maar brood.
Hout voor een kampvuur ligt er genoeg en het is dat het tegen tien uur een paar
spatjes begint te regenen, want anders waren we misschien nog veel langer buiten
gebleven. Bijna elf uur wandelen is niet niks.
Dag 5 |
(woensdag 2 mei 2007) |
Het is wat bewolkt, maar de paar buitjes van vannacht zijn weg. De iPod heeft
kuren, dus foto's overpompen mislukt. Hopelijk hebben we geheugenkaartjes genoeg.
Na het ontbijt hebben we nog ruim een liter drink- en een liter water om te
koken bij ons. Dat moet voldoende zijn. Het is immers licht bewolkt en pas na de
middag zal dat veranderen.
De eerste kilometers lopen min of meer vlak langs de zee. Helder water en
eilandjes. Dan flink klimmen. Niet echt zwaar. Een paar kilometer asfaltweg en
dan door een kloof omhoog. Er lijkt soms geen pad te zijn, maar het valt mee.
Lunchen met hartkeks en een kop thee en verder maar weer. Niet veel hoogtemeters
tot Gurses. We drinken meer flessen leeg dan de boerin had ingeschat.
Af en toe een steile klim. |
Het boekje is nu niet helemaal duidelijk en we kunnen de route naar Myra niet
vinden. We besluiten dan een paar kilometer met de bus te gaan en daar de route
weer op te pikken. Na twee kilometer zien we vanuit de bus een routepaal. Enfin, vanuit Demre
lopen we naar Myra. Snel een foto van de kerstman en Sint Nicolaas. Die laatste
is geen kitsch.
We pikken de route op en lopen de waarschijnlijk minst aantrekkelijke kilometers
van de Lycianway. Kassen en een lelijke droge rivierbedding. Tot slot een steile
klim naar Kutluca. Daar is de route wel de moeite waard. Bij het dorpje zit een
put en is het half zeven, dus tijd om te stoppen. Tent opzetten, wassen, hout
sprokkelen en eten koken. Bij het kampvuur een zak chips, kersenaanmaaklimonade
en whisky. En toch al om tien uur naar bed.
Dag 6 |
(donderdag 3 mei 2007) |
De zon doet z'n best ons uit de tent te branden en krijgt tenslotte z'n zin. Jammer, want we lagen best lekker. Dan maar ontbijten en wandelen. Een warme klim naar Belören. Een heel klein dorpje dat (nog?) geen cola verkoopt. We zijn nog geen uur onderweg en de veldflessen zitten nog bijna vol, dus dan maar door naar de kerkruïne van Alakilise. Veel dalen en een stuk door een dennenbos. Het heeft wel iets weg van de Ardennen met overal geiten en vriendelijke herders.
Het onderkomen van één van de herders. |
Dan begint de echte klim. Zo'n drie uur omhoog en flink zweten. De paadjes zijn
smal, rollende stenen en over het algemeen goed gemarkeerd en steil. Ik ga zelfs
twee keer onderuit; gelukkig geen ernstige verwondingen.
De laatste drie kwartier lopen we min of meer vlak langs de helling. In de
schaduw, dus niet al te warm meer. Af en toe wat omgewaaide dennen maken het nog
iets zwaarder. Verder veel bloemen: anemonen, boshyacinten en doronicum. En dan
ineens een grasvallei. Een droomplekje om te stoppen. Overal hout voor kampvuur
dus voor het eten al fikkie. Slechts één nadeel: het drinkwater. Via een
aftandse ladder moet je een paar meter diep een put in. Daarin ligt nog veel ijs
en er drijven de nodige ''troepjes'' in het water. Enfin, vanmiddag tapten we
water met watervlooien en we zijn nog steeds niet ziek.
De benzinebrander heeft kuren en het slot van het liedje is dat we spaghetaria
en oploskoffie op houtvuur koken. Leuk voor de foto's, slecht voor de pannen.
Zelfs in de afwasmachine zullen ze niet schoon worden. (Noot: dat
bleek heel erg mee te vallen).
Koken op houtvuur. |
Dag 7 |
(vrijdag 4 mei 2007) |
De lichtste en minst warme wandeldag tot nu toe. Twee Duitsers doen min of
meer haasje-over met ons. We halen elkaar diverse keren in. Ook attendeerden zij
ons op een andere bron vlakbij de kampeerplek, zodat we niet nog een keer de put
in hoeven voor smeltwater. Water is sowieso niet zo'n probleem vandaag: we lopen
langs veel bronnen en omdat het wat minder dorstig weer is drinken we ook nog
minder.
De eerste uren lopen we redelijk vlak. Soms een steile klim of afdaling, maar
echt moeilijk is het niet. De berghellingen zijn vrij kaal. De rode tulpjes
komen dan extra goed uit. Als we dalen gaat het vaak over steenslag. Lastig,
maar we blijven overeind. Soms een stukje onverharde weg en iedereen wijst ons
vriendelijk de weg. Meestal is de markering voldoende, maar ook vandaag hebben
we weer een paar keer flink moeten dwalen en zoeken.
Genieten van het uitzicht. |
Zo ongeveer elk uur pauzeren we even en om een uur of vier stoppen we. Hanneke
is het zat voor vandaag. Snel houtvuur aan, want de benzine is afgerond op en we
hebben trek in warme choco en thee met een stroopwafel. Kan het Nederlandser?
Ook vandaag staan we weer bij een bron, want met name de laatste kilometers
hebben we flink gezweten en dat willen we afspoelen.
Afgelopen nacht sliepen we op zo'n 1800 meter hoogte en nu zo'n 1200 meter
lager. Dat scheelt toch een paar graden. Afgelopen nacht was de eerste keer deze
reis dat de donzen slaapzak dicht geritst was. Deze nacht was het een stuk
warmer. Bij het kampvuur gingen pas laat de broekspijpen aan de broek. De dikke
fleece sjouwen we voor niets mee deze reis.
Dag 8 |
(zaterdag 5 mei 2007) |
Lang in bed gebleven; in totaal zo'n elf uur. Lekker hoor. Snel kampvuur gemaakt om thee te zetten en na het ontbijt de onverharde weg volgen. Al snel gaan we een kloof in. Eerst nog een gezin en jonge geitjes op de foto zetten. Een gedeelte van de kloof gaat door een droge rivierbedding. Loopt heel lekker van die grote platte stukken.
De trotse eigenaar van een klein geitje. |
Finike zien we liggen en door de kloof dalen we snel af. Nog een stukje
onverharde weg, weer zo'n typische Lycianway ''wij willen zo min mogelijk over
wegen lopen'' stukje en dan staan we in de stad. Erg toeristisch. Dus: lekker
boodschappen doen en kebab eten.
Twee minibusjes brengen ons in Mavikent (Mavikenic). Een hele dag over het
bloedhete strand en langs de drukke asfaltweg lopen is alleen voor de puristen.
Zelfs het boekje raadt aan om hier de bus te nemen. Bij de overstap van 20
minuten lukt het zowaar om koffie met baklava te nuttigen. Heerlijk. Beide
busjes zijn afgeladen en spotgoedkoop.
Van Mavikent lopen we grotendeels over een rustige asfaltweg naar Karaöz. Het
stuk over het kiezelstrand is afzien. De temperatuur stijgt naar niet-leuke
waarden. De weg gaat gelukkig over het algemeen onder de schaduw van dennenbomen
en meestal staat er een zuchtje zeewind. Toch lijkt niet iedereen ons te
begrijpen.
Tegen de avond bereiken we Karaöz. Na 20 minuten op een terras hebben we nog
niets te drinken. Dan maar naar de supermarkt voor een blikje. Op het strand
staan douches en kunnen we hout sprokkelen. Kost wat meer tijd, maar lukt wel.
Het heeft wel iets: op een bankje op het strand zitten met achter je je tentje
en eten koken op een houtvuurtje. Chips en whisky smaken daarna extra lekker.
Zouden de mensen ons nu nog niet begrijpen?
Geen straf om hier te kamperen. |
Dag 9 |
(zondag 6 mei 2007) |
Wij zijn niet als enigen vroeg op. Als we om kwart voor negen bepakt en bezakt de onverharde weg richting vuurtoren lopen rijden de Turken ons in kolonne voorbij. Het is één of andere feestdag en iedereen wil op tijd voor de beste bbq-plekjes zijn. Als we rond een uur of half elf de bijrijder van gisteren voorbij lopen nodigt hij ons uit om mee te eten. Zo'n buitenkansje laten we niet voorbij gaan. De kleden worden uitgerold, er wordt van alles uitgeladen en even later zijn de kinderen aan het schommelen, de vrouwen eten aan het bereiden en de mannen aan het kaarten, met de kinderen aan het spelen, de auto aan het verplaatsen of de vrouwen aan het helpen. Nootjes en vruchtjes stillen de ergste trek en net als we ons afvragen of we ons eindpunt vandaag wel zullen halen komt er brood, kaas, tomaten, komkommer en olijven voor ons neus. Al snel volgt er thee en allerlei soorten vlees. Als we echt helemaal vol zitten bedanken we onze gastheer, die alleen wat steenkolen-Duits spreekt, en beloven wat foto's op te sturen. Wat een prachtig voorbeeld van gastvrijheid!
BBQ met een Turkse familie.
|
Als we verder lopen krijgen we nog meer uitnodigingen om mee te eten, maar
die slaan we maar af. We zitten vol en moeten nog een stevig stuk wandelen
vandaag. Afgezien van bij de vuurtoren zit er namelijk geen
waterhaalmogelijkheid tot vlak voor Adrasan op de route. Dat wordt dus stevig
doorlopen. Tot de vuurtoren gaat dat prima. Eerst de weg en dan een zeer goed
onderhouden smal pad omhoog. De vuurtorenwachter gaat hier elke dag met z'n
brommertje omhoog om het licht aan te steken. Bij de toren een flinke
tegenvaller: er is geen water. We hebben nog ruim drie liter, dus dat wordt
zuinig aan doen. Gelukkig lopen we het grootste gedeelte van de dag in de
schaduw; dat scheelt weer iets.
Eerst nog wat klimmen en dan langzaam omlaag. In dit gedeelte komt haast nooit
iemand, ook geen geiten. Verder geen slangen en schildpadden vandaag; wel
eekhoorns. We kronkelen wat door dennenbossen en over puinhellingen, maar het
aantal hoogtemeters valt mee.
Eiland voor de kust. |
Op het zadel blijkt dat we op het hoogste punt van deze etappe zitten en dat
het niet zo heel ver lopen meer is. Bijna vijf uur aan één stuk met slechts
één korte pauze.
Aan de rand van het dorp zitten wat mensen te bbq-en en als we om water vragen
en krijgen drinken we samen, inclusief cola, zo'n twee liter op. Even verderop
zit een kraan en daarom lopen we terug om te vragen of we de tent mogen
opzetten. Dat resulteert in een hoop hulp van kinderen en, natuurlijk, weer het
nodige eten en drinken. Jammer genoeg voornamelijk groenten, maar ja, die mensen
kunnen natuurlijk ook niet weten dat ik daar op z'n zachtst gezegd geen fan van
ben. Enfin, de spaghetaria die we nog hebben bewaren we maar voor een volgende
wandeling. Dit zal vast niet de laatste keer zijn dat we zijn gaan rugzaklopen.
Om een uur of half acht wordt het stil en blijven alleen wij en het kampvuur
achter. Kunnen we ons eindelijk even wassen. Na nog rond het kampvuur gezeten te
hebben en nog veel gedronken te hebben duiken we om een uur of tien voor de
laatste keer de tent in deze reis.
Dag 10 |
(maandag 7 mei 2007) |
Om vijf uur krijgt een hond het op zijn heupen en gaat heel lang blaffen.
Daardoor lang wakker gelegen maar tenslotte toch nog wat geslapen en om acht uur
op. Als we thee zetten brengt een bewoonster ons ook nog een glas verse sju. Van
haar horen we dat er geen bus meer gaat vandaag, dus dan maar liften. Dat gaat
erg goed. In totaal drie auto's brengen ons tot zo'n 40 kilometer voor Antalya.
Het langste wat we moesten wachten was een kwartier; drie auto's.
Nog een stuk met de bus en dan zijn we in het moderne busstation. Eerst maar
even wat eten. Dan met de stadsbus naar het centrum en direct worden we
aangesproken voor een hotel. Na flink afdingen slapen we voor de helft en kost
de rit naar het vliegveld minder dan de helft dan op de heenweg.
Douchen. Verder de rest van de dag door de stad heen slenteren. Het is bloedheet
en er zijn weinig toeristen. Wel worden we constant in het Duits aangesproken.
Veel keren eten en drinken. Baklava rules! Al voor negen uur zijn we in de
hostel om te herpakken en naar bed te gaan.
Dag 11 |
(dinsdag 8 mei 2007) |
Alles zit mee vandaag. Geen vertragingen, de bakker is al open als we willen
ontbijten en als we op Schiphol landen zitten we nog geen drie kwartier later in
de trein naar huis. Een record en het einde van een warme wandelreis.
Net op tijd thuis om snel te douchen en naar school te gaan.
Terug naar hikes buiten Europa.
Terug naar (wandel) vakanties.