In februari 2002 kennen René en Jan elkaar 25 jaar. Ze besluiten dat te gaan vieren met een meerdaagse wandeling met rugzak. De keuze valt op de Swellendamtrail in Zuid-Afrika. Een tocht om nooit meer te vergeten: zes dagen geen mensen gezien (!), bloedheet en geweldig mooi. Hieronder het reisverslag van die tocht.
Dag 1 |
(maandag 18 februari 2002) |
Een dag wezen werken, snel naar huis om te douchen,
een kopje espresso te drinken, Hanneke gedag te zeggen, de rugzak gepakt en om
vijf uur ontmoet ik René op Rotterdam CS; klaar om onze 25-jarige vriendschap
te gaan vieren met een hike in Zuid-Afrika.
We eten wat op Schiphol, ''scoren'' een fles apfelcorn en gaan aan boord. Na wat
georganiseer, met hulp van een vriendelijke steward, zitten we tenslotte toch
naast elkaar en verder: geduld hebben maar.
Dag 2 |
(dinsdag 19 februari 2002) |
Een saaie vlucht, slecht eten (maar dat hoort nu
eenmaal bij vliegen lijkt het wel), af en toe wat slapen, een tussenlanding in
Johannesburg, maar om een uur of twaalf landt de KLM-boeiing dan toch
op Kaapstad. Spullen ge(her)pakt en met een minibusje naar de stad. Op het
busstation krijgen we de, net als de vliegreis en permits voor de wandeling
via Internet geboekte, tickets voor de bus zonder problemen. Marillion zong het
al: Thank God for the Internet!
Onze rugzakken kunnen we kwijt in een kluisje. Allerlei bijzonder aardige mensen
helpen ons om te wisselen. (Vooroordeel: vier zwarte jongeren bieden aan je
biljet te gaan wisselen; je bent krampachtig bezig je geld vast te houden en je
spullen niet uit het oog te verliezen en zij zijn ''alleen maar'' vriendelijk en
behulpzaam en doen wat ze beloofd hebben. Dan voel je jezelf heel klein
worden.....).
Verder slenteren we wat door de stad en brengen de nodige tijd door in
Waterfront. Veel terrassen, winkels, scheepswerven en vooral: heel toeristisch.
Kortom: heel erg leuk!
Om zes uur, na een snelle snack, stappen we in de bus naar Swellendam. Redelijke
bus, waardeloze film (geen B, maar een C-film die Safari heet en waar we later
nog regelmatig over zullen praten) en omdat het buiten al heel snel donker wordt
niet een echt geweldige rit.
Tegen half elf arriveren we en lopen richting camping. Een jongen biedt ons aan
naar een lodge te brengen, waar we ook onze tent mogen opzetten. We overleggen
even en besluiten het maar te doen. Een gouden idee! Voor ruim drie Euro per
persoon (de rand is helemaal niets waard; Zuid-Afrika is spotgoedkoop op dit
moment) staan we bij de lodge, waar we een ontzettend gastvrije gastvrouw, Liz,
treffen. Ze biedt direct aan ons de volgende morgen naar het startpunt van de
wandeling te brengen, allerlei dingen voor ons te regelen enzovoorts. Geweldig!
Bij het kampvuur drinken we nog een fles Lambrusco leeg en na een lange douche
duiken we, toch wel een beetje verreisd, de slaapzak in.
Dag 3 |
(woensdag 20 februari 2002) | 15 km |
Het is erg warm met de zon op de tent en om half
negen staan we op. Eerst een uitgebreid Engels ontbijt in de lodge en na alles ingepakt te hebben brengt Liz ons naar het startpunt van de wandeling. Ze wil
ons eventueel nog wat verder brengen en biedt aan om na afloop van de hike in de
lodge te komen douchen, maar beiden zijn niet nodig en we bedanken haar
hartelijke voor de geweldige gastvrijheid. Als we ooit nog eens in Swellendam
zijn, gaan we zeker nog eens langs.
We betalen onze permits, hijsen de rugzakken op (met eten voor zes dagen en tweeëneenhalve
liter water per persoon toch al gauw zo'n achttien kilo per stuk), maken een
foto van het startpunt en zonder verdere toelichting of opmerkingen van de
boswachter zetten we voet op de Swellendamtrail. Het is bloedheet en al snel
moeten we steil klimmen. Afzien. We denken slechts tien kilometer te hoeven
lopen vandaag en doen daarom rustig aan: ieder half uur houden we een kwartier
pauze en drinken dan een halve liter water. Eten doen we niet, het is veel te
warm om te eten, maar dat zal ons later nog flink opbreken.
De route is niet al te moeilijk. |
Na de lange klim in het begin wordt het pad iets makkelijker, maar vooral door
de warmte is het toch een pittige tocht. We lopen hoog langs een berghelling met
de meest fantastische bloemen en insecten om ons heen. Ooit wel eens spinnen van
tien centimeter groot gezien of een grote groene wandelende tak op je rugzak gehad? Wij
wel! Rechts van ons ligt een hele grote, vrij gecultiveerde, vlakte met
Swellendam en heel veel landbouwgronden in ons beeld.
Als we de top overgaan verlaat de beschaving ons beeld en volgen we het verder
prima te belopen pad. Inmiddels zijn we er achter gekomen dat we geen tien maar
vijftien kilometer moeten lopen vandaag; een forse tegenvaller. Gelukkig wordt
het pad wat vlakker en wordt het ook wat minder heet (we hebben zelfs even wat
heerlijk verkoelende regen), maar vooral René gaat echt helemaal kapot. Nog
nooit heb ik hem zo zien afzien. Omdat het bijna donker is loop ik snel vooruit
om mijn rugzak naar de hut te brengen en dan René z'n rugzak eventueel te
sjouwen. En dat is inderdaad een paar honderd meter nodig. René loopt tegen z'n
eigen grenzen op: de laatste paar honderd meter gaan echt niet meer.
Net voor het donker arriveren we in de hut. Eerst water gehaald bij de beek (de
volgende morgen blijkt er een kraan te staan; die haalt z'n water
vanzelfsprekend ook uit de beek, maar dat was toch wel wat makkelijker) en na een
kopje thee en nog een kopje choco gaan we lekker eten koken. Na nog een
kopje thee en een slokje apfelcorn duiken we lekker ons bed in. Omdat we toch de
enige twee zijn gaan we in de hut liggen en zetten de tent niet op; die zullen
we dus voor niets sjouwen de komende dagen.
Dag 4 |
(donderdag 21 februari 2002) | 11 km |
Zo rond een uur of acht staan we, min of meer
uitgerust, op en gaan eerst maar eens dagboek schrijven en thee drinken. Het
water is overigens zo geelbruin (veengrond?) dat het net appelsap lijkt. Het smaakt
er overigens niet minder om. We ontbijten, drinken nog een kop thee, pakken
alles in en lopen vervolgens richting Goedgeloofhut. We beginnen met een klim,
maar gelukkig is het wat minder heet dan gisteren. Gelukkig wel, want beiden
houden we absoluut niet van hoge temperaturen. René voelt zicht een stuk beter
dan gisteren en kan daardoor ook veel meer genieten van al het mooie onderweg.
We zien onder andere fantastische bloemen en planten op verder kale bergen en
stoppen dan ook heel vaak om een foto en/of dia te maken.
Na de eerste stop stort René weer in. We zitten op dat moment bij een stromend
beekje en drinken heel veel en eten wat hartkeks. Gelukkig gaat het dan wat beter
en nog later op de dag loopt hij mij bijna weer voorbij. We concluderen opnieuw:
we moeten meer eten. Door de warmte hebben we totaal geen trek, maar vanaf dit
moment verplichten we onszelf iedere pauze wat hartkeks te eten en dat lijkt
goed te helpen.
Ons drinkwater. |
Het landschap blijft geweldig en na een vrij vlak stuk en een korte klim zien
we, op een erg winderige top, de hut heel in de verte liggen.
Na nog een lange theepauze (we hebben tijd genoeg vandaag) dalen we flink af.
Het lijkt wel een beetje op de Jotunheimen met al die grote rotsblokken. De
bergen zien er overigens wel heel anders uit dan in Noorwegen.
De hut is iets verder weg dan gedacht, maar om kwart over vijf ploffen we lekker
neer. Heerlijk in de schaduw in het gras. M'n nek is heel erg verbrand dus dan
is het extra lekker om uit de zon te kunnen gaan zitten. De hut heeft nog
een verrassing voor ons in petto: een (koude) douche. Daar zijn we heel erg aan
toe en na een kopje oploskoffie maken we er dan ook gretig gebruik van.
Na weer een spaghetaria-maaltijd, waarbij de pan opnieuw niet leeg gaat (we
vallen kilo's af) wordt het tijd voor nog een kopje koffie en met een bodempje apfelcorn
blijven we buiten op een bankje tot een uur of tien zitten bomen.
Dag 5 |
(vrijdag 22 februari 2002) | 10 km |
Om een uur of acht staan we op. Natuurlijk is het
weer erg warm vandaag. Flink zonnebrandcrème smeren maar! Rustig aan ontbijten,
heel veel drinken, inpakken en op stap maar weer. Het eerste stuk van de route
is vrij vlak en we lopen dan ook erg hard. Het landschap verandert wat; we
zitten nu aan de drogere en warme kant van de bergketen en lijkt wel wat op dat
van de desert in de Burgers-Zoo. Toch groeien ook hier weer heel veel bijzondere
bloemen en planten en leven er heel veel gekko's.
Net voor een lange, steile klim houden we een langere pauze en dan omhoog. Heel
langzaam, veel stoppen, veel drinken, maar op een zeker moment zijn we dan toch
boven. Gelukkig gaat ook René vandaag niet helemaal kapot.
Tijd voor een lange pauze in de schaduw vinden we, want vooral de temperatuur
maakte de klim weer heel erg zwaar. Veel drinken, twee hartkekjes eten (wanneer
krijgen we nou eens honger?) en lekker liggen. Na een uurtje gaan we toch maar
weer verder en dan zien we pas goed wat de klim heeft opgeleverd: een magnifiek
uitzicht. Dat hadden we eigenlijk helemaal niet gezien toen we net boven
waren...
Afwisselend landschap. |
De resterende vijf kilometer naar de hut leggen we in één ruk af. Vrijwel
helemaal vlak, dus dat wil wel. Kortom: gewoon lekker wandelen en veel zien.
Tegen twee uur zijn we bij de hut. Lekker in de schaduw op de veranda zitten of
liggen en verder niets meer hoeven, alleen wat drinken, slapen, ouwehoeren of
niks doen. Het lijkt wel vakantie! Inmiddels koelt het zowaar wat af en wordt
het heerlijk aangenaam van temperatuur. Helaas kent de hut geen zwemgelegenheid
of douche, dus spoelen we ons maar, met een pannetje water, af onder de kraan.
En na deze verfrissing eten we weer macaroni, waarbij de pan zowaar leeg gaat.
De hut waar we deze nacht doorbrengen. |
Verder brengen we de avond door met lekker buiten zitten en genieten van oploskoffie, apfelcorn, mooie gesprekken, het uitzicht en een grandioze sterrenhemel, met voor ons de volkomen vreemde sterrenbeelden van het zuidelijk halfrond. Ook nu gaan we weer om een uur of tien naar bed.
Dag 6 |
(zaterdag 23 februari 2002) | 13 km |
Bij het opstaan had René de beslissing genomen:
we zouden toch de hele route voltooien en niet via de aftakking de ingekorte
versie lopen. Het verbaasde me een klein beetje, want hij had toch flink stuk
gezeten de afgelopen dagen en nu besluiten verder te gaan naar Nooitgedacht,
betekende dat er geen (kortere) weg meer terug was. De naam van de hut
Nooitgedacht kreeg zo wel een extra dimensie.
Enfin, om kwart over negen waren we weer op pad en door de vele sluierbewolking
was het niet zo heel erg heet vandaag. Althans: tot kwart over elf, want daarna
werd het weer ''ouderwets'' bloedheet. We begonnen met een lange en niet al te
steile klim en liepen redelijk door. Hoewel we ook nu zo'n vijf liter water bij
ons hadden waren we wel weer heel erg blij met de vele stroompjes onderweg, want
het was weer een dorstige etappe. Al snel na de klim, die beloond werd met
misschien wel het mooiste vergezicht van de hele route, volgde er een lange en
heel erg steile afdaling. Het pad was erg glibberig en omdat m'n zolen weinig
profiel meer hadden (ik had ze voor de vakantie moeten laten verzolen had ik de
vorige dag al geconstateerd) ging ik een paar keer onderuit. Niet ernstig, wel
vervelend. Het uitzicht maakte gelukkig weer heel veel goed.
Onderaan wat eten en drinken en toen een lange, steile en vooral warme klim.
Veel losse stenen op het pad en regelmatig door prikkelstruiken maakte dat we weer
flink moesten afzien. Dit stuk van de route wordt nog minder vaak gelopen dan de
rest (de meeste mensen nemen de aftakking) en dat was aan het pad wel te merken.
Regelmatig was het flink begroeid en daardoor soms wat lastiger te zien. Nergens
overigens zo ernstig dat we bang waren te verdwalen; gelukkig maar, want met het
kaartje wat we hadden gekregen hadden we niet veel mee gekund.
Ook aan deze klim kwam een einde, maar voor die tijd spotten we zowaar wild:
drie grijze bokjes. Heel erg leuk, want in principe zie je ze maar zelden. Na
nog een paar kilometer voornamelijk dalen arriveerden we bij de wat primitieve
hut. Gelukkig was het weer iets minder warm geworden en stak de wind op, zodat
het zowaar aangenaam begon te worden.
Nooitgedacht; toch gekomen. |
De middag brachten we verder door met lekker niks doen, drinken en...
lekker badderen in een poel. Heel gaaf: in de middle of nowhere het zweet van je
afspoelen in een meertje; het leek net een film.
Later op de avond werd er weer een pan macaroni (bijna) leeg gegeten en het
laatste beetje apfelcorn geconsumeerd. Dit laatste onder het motto: dan hebben
we morgen tenminste nog een waterflesje extra bij ons voor de langste etappe.
Dag 7 |
(zondag 24 februari 2002) | 21 km |
Om iets over zes loopt de wekker af, want vandaag
staan er ruim twintig kilometer op het programma. Het is zwaar bewolkt
zodat het een stuk aangenamer is om te lopen. Zo rond zeven uur zijn we dan ook
op stap en stijgen en dalen de eerste paar kilometers weer flink. Door de
bewolking zien we wat minder, maar schieten we wel lekker op. En als we dan ook
nog een paar kilometer een oude jeeptrack kunnen volgen gaat het helemaal snel.
Ook stoppen we wat minder omdat we niet zo'n dorst hebben vandaag.
Na een paar kilometer verlaten we de jeeptrack en al snel na het vlakke stuk
beginnen we aan een lange klim. Halverwege stoppen we om zonnebrandcrème te
smeren, want de zon begint door de bewolking te breken. Nog even later is de bewolking
verdwenen en wordt het gewoon weer heet.
Na de klim volgt er een stuk ''klooflopen'': steil naar beneden, een watertje
oversteken, steil omhoog (''bij voorkeur'' uit de wind en in de brandende zon) en na
een paar honderd meter weer zo'n verhaal. Slopend. Eén geluk: onder in de kloof
zijn vaak een soort oases, waar grote bomen staan en je heerlijk in de schaduw
kunt zitten en lekker fris water drinken. Op één van die plaatsen houden we
dan ook een uur pauze, waarbij we zelfs even een slaap vallen.
Na weer een steil, windstille en erg warme klim komen we boven en lopen nog een paar
kilometer redelijk vlak, voor we de hut beneden ons zien liggen. Even later
hangen onze uitgespoelde T-shirts dan ook lekker te drogen en liggen wij in de
poel af te koelen. Het water is vrij koud en er zwemmen kleine visjes in, maar
dit alles mag de pret niet drukken.
Routemarkering. |
Vervolgens een lekker cup-a-soupje drinken (in een heel snel tempo, want er zit
een scheur in m'n mok), een slokje Ammeretto (René had nog een verrassing in
z'n rugzak zitten) en een tegenvallende nasimaaltijd. We besluiten in het
vervolg alleen nog maar de pastamaaltijden te gaan meenemen: de rijst valt
meestal heel erg tegen. Omdat ik nog wel wat honger heb, neem ik nog maar een
paar hartkekjes met pasta.
Twee kopjes oploskoffie later gaan we nog even buiten in plaats van op de
veranda zitten en, genietend van een slokje Ammeretto, bomen we nog wat na en
gaan vervolgens vroeg slapen.
Dag 8 |
(maandag 25 februari 2002) | 11 km |
De dag dat we, na zes (!) dagen weer mensen zouden gaan zien. Voor het echter zo ver was liep eerst de wekker om zes uur af, we wilden beslist op tijd terug zijn voor de bus in Swellendam, en een uurtje later waren we op stap. De benzine van de brander was net niet helemaal op, dus 750 ml is precies genoeg voor zes dagen ontdekten we.
En weer is het mooi (weer). |
We begonnen weer met een pittige klim, waarbij we zowaar twee (en ik één)
klifspringers zagen; een soort herten die erg schuw waren. Ook vanmorgen was het
weer wat bewolkt, zodat we lekker konden opschieten. Bovenop liepen we een paar
kilometer min of meer vlak en na een lange en zeer steile afdaling liepen we een
tijdje over een onverharde weg door een dennenkwekerij. Minder saai dan was
voorspeld.
Na een steile klim kwamen we opnieuw in een dennenkwekerij
terecht en zo liepen we de laatste kilometers van de Swellendamtrail. Een
geweldig gevoel maakt zich van ons meester als we tenslotte de toegangspoort
weer bereiken. We zijn best wel een beetje trots op onszelf en heel erg blij dat
we dit samen hebben mogen doen. Een gevoel wat voor mij moeilijk onder woorden
is te brengen, maar ik voor geen goud zou willen hebben missen.
Het einde. |
Een lift van twee Engelsen brengt ons in Swellendam en daar bezoeken we eerst
een koffietentje voor heel veel koude Fanta en cola. We eten ook nog een broodje
en besluiten met een kopje espresso. Het personeel van dat zaakje zal vast niet
vaak mensen meemaken die zoveel drinken in een half uurtje... Verder slenteren
we nog wat door het stadje, zitten een tijdje op een terrasje onder een grote
palmboom, horen dat de afgelopen week de warmste van het jaar was (geen wonder
dat we het zo warm vonden), eten nog een snelle, niet echt lekkere friet met
hamburger, gaan naar de busstop en moeten daar tweeëneenhalf uur wachten. De
bus is namelijk onderweg kapot gegaan, maar gelukkig zijn we niet de enigen die
wachten en heeft er ondertussen iemand gebeld, zodat we niet bang zijn dat de
bus vandaag niet rijdt of zo.
Enfin, tenslotte komt de bus toch en zo rond acht uur rijden we, na een mooie
rit, in de schemering Kaapstad binnen. Een taxi (laten) regelen lukt niet echt
en dus besluiten we het eerste het beste hotel binnen te stappen. Een sjiek
hotel, waar een kamer net zoveel kost als de rest van de week bij elkaar, maar
dat mag de pret ook niet meer drukken.
Snel de spullen op de kamer gedumpt en naar Waterfront gelopen voor een etentje
op een zwoel terras. Na de heerlijke en overvloedige maaltijd, met onder andere
een geweldige steak en een fles lekkere wijn, lopen we terug naar het hotel,
waar we na een lange douche (goh; ik ben dus toch bruin; het is niet alleen
vuil) lekker naar bed gaan.
Dag 9 en 10 |
(dinsdag 26 en woensdag 27 februari 2002) |
We staan vroeger op dan gepland en al voor
acht uur zitten we in de ontbijtzaal. Het ontbijt was niet inbegrepen en ook
niet echt bijzonder. Komen we vast ook wel weer overheen.
Na de rugzakken in bewaring te hebben gegeven lopen we weer naar Waterfront,
waar we een kort bezoek aan de supermarkt brengen en nog een snel kopje espresso
op een terrasje doen. Vervolgens met de boot, waar we vorige week de tickets al
voor hadden gekocht, naar Robbeneiland. We krijgen eerst, per busje, een
rondleiding over het eiland en onze gids vertelt zoveel dat we amper tijd hebben
voor de rondleiding door een ex-gevangene in het complex. Des ondanks vond ik
het ook deze keer weer een hoogtepunt van ons bezoek aan Zuid-Afrika (ik was hier
in 2000 ook al eens geweest; klik hier
als je het verslag van die reis wilt
lezen).
Met de boot van één uur gaan we terug en zo rond kwart voor twee zijn we weer
in ons hotel, waar vandaan we met een taxibusje naar het vliegveld gaan. Daar
supersnel ingecheckt, nog wat geshopt (cadeautjes voor het thuisfront), een
lekker broodje gegeten en verder gewacht op het vliegtuig.
Om half zes stijgen we op en na weer in tussenlanding in Johannesburg, drie Nederlandse
kranten lezen, drie niet-lekkere maaltijden overleefd te hebben, redelijk wat
slaap en lekkere muziek geluisterd te hebben, komen we om half zes 's morgens
weer aan op Schiphol. Onze bagage gepakt en met de trein weer terug naar
Rotterdam; lekker nagenietend van deze fantastische reis, en we zijn ons er heel
erg van bewust dat we bevoorrechte mensen zijn!
En zo kwam er een einde aan deze vakantie. Een heel bijzondere reis, niet alleen vanwege de aanleiding, maar ook omdat we nog nooit ergens zes dagen op deze wereld zijn geweest zonder andere mensen tegen te komen. Fantastisch!
Tot slot nog een citaat van Stef Bos (gehoord tijdens een concert in Den Haag op 13 april 2002), wat ik erg van toepassing vond voor deze wandeling: je kunt daar lopen zonder iemand tegen te komen, maar als je lang genoeg loopt kom je jezelf tegen en dat is minder erg dan men vaak zegt.
Terug naar hikes buiten Europa.
Terug naar (wandel) vakanties.