Van Likir naar Khalse in Ladakh (India)

Inleiding:

In de zomer van 2006 reisden Hanneke en Jan voor vier weken naar India. Drie van de vier weken brachten ze door in Ladakh om daar een tweetal trekkings te maken. De ene zonder en de andere met bagagevervoer. Hieronder volgt het reisverslag van de eerste trekking.

Dag 1

(donderdag 27 juli 2006)

Kwart over drie loopt de wekker af. Niet echt een lekkere tijd om op te staan, zeker niet omdat Nederland al weken in de ban is van een hittegolf en het hierdoor ook te warm is om 's avonds vroeg naar bed te gaan.
De taxi is keurig op tijd, de nachttrein en het vliegtuig ook. Schiphol is erg rustig om vijf uur. Op Heathrow stappen we over en vliegen weer terug. Via Londen naar Delhi was echter een stuk goedkoper dan rechtstreeks via Amsterdam. Een rustige vlucht, wat lezen en slapen, lekker (!) gegeten en rond een uur of elf 's nachts landen we. Ook de luchthaven afkomen levert geen problemen op en de reisagent staat ons al op te wachten. Vanwege de bomaanslag op Bombay enige weken geleden is het binnenlandse vliegveld niet meer de hele nacht geopend, dus wachten we maar een paar uur in een restaurant. 

Dag 2

(vrijdag 28 juli 2006)

Delhi is heet en vochtig. Gelukkig heeft de auto airco. Om half drie zijn we er. Onze ''hulp'' laten we achter: Ladakh doen we ongeorganiseerd, alleen onze laatste week, de binnenlandse vlucht en het hotel voor de eerste twee nachten hebben we via SNP geregeld. Een beetje vage bedoening deze vlucht naar Leh. Batterijen mogen niet in de handbagage en na de douane moet je je bagage nog een keer identificeren (anders laten ze die achter), maar als je wilt kun je daarna het vliegveld weer aflopen.
Het laatste stuk van de vlucht is helder en het uitzicht spectaculair: vliegen tussen toppen van de Himalaya. Na de landing worden we naar ons hotel gebracht. Redelijk luxe en netjes. Na een kop koffie is het negen uur en besluiten we eerst maar eens drie uurtjes te gaan slapen. Ook de rest van de dag blijven we duf en moe.

Leh Leh

Leh is erg toeristisch. Veel reisbureaus voor de organisatie van trekkings, nog meer winkels en heel veel horeca. De mensen zijn echter beslist niet opdringerig en je kunt meestal rustig kijken zonder dat je direct wat moet kopen. Bedelaars ontbreken en er ligt vrij weinig troep op straat. Toch doet het allemaal wat armoedig aan. Mensen doen hun was in de beek die door de stad stroomt en omdat het hier 's zomers vrijwel nooit regent is het erg stoffig.
Vooral doordat we zo duf zijn doen we niet echt veel vandaag. Ook de warmte ontneemt ons energie, dus regelmatig maar op een terrasje wat drinken. Eten en drinken kost hier vrijwel niets. De twee wandelkaarten die we kopen zijn daarentegen Westers geprijsd. Wandelen zonder kaart lijkt ons echter niet zo'n handige optie.
's Avonds koelt het flink af, maar op een terrasje buiten eten lukt best. Na een warme douche liggen we om een uur of tien in bed.

Dag 3

(zaterdag 29 juli 2006)

Zo'n twaalf uur later zitten we aan het ontbijt op het hoteldak. Het is wat bewolkter en minder heet dan gisteren, maar m'n nek verbrandt. Toch te weinig gesmeerd. Ook vandaag weer een dag van acclimatiseren en weinig doen. Leh ligt op ruim 3200 meter hoogte, maar we hebben er eerlijk gezegd nog niet veel van gemerkt.
Benzine voor in de brander gekocht, busstation gezocht: we zijn helemaal klaar voor de trekking van morgen. Ook regelen we alvast paarden voor de tweede trekking die we later zullen maken. Onze eerste trekking blijft onder de 3800 meter en is vooral bedoeld om te acclimatiseren. (Omdat we later besloten een afwijkende route te kiezen zouden we overigens op 4000 meter komen). De tweede gaat tot 5100 meter en die doen we met bagagevervoer per ezel. Zonder lijkt iets te zwaar, zeker omdat we ook nog voor acht dagen eten moeten meenemen. Hartkeks en spaghetaria zijn hier niet te koop, maar hebben we van thuis vandaan meegenomen. De pakjes staan, door de luchtdrukverschillen, flink bol.
Lekker veel slenteren, veel drinken en af en toe wat eten. Om een uur of zes gaat het even gieten, maar dat duurt gelukkig maar even. Tot een paar jaar terug regende het hier zelfs nooit in de zomer, maar tegenwoordig wel af en toe. Regenjassen hebben we niet meegenomen; softshells wel, dus nu maar hopen dat het niet te vaak en te hard zal regenen.
Avondeten voor ruim een euro per persoon, drinken inbegrepen. Arm wordt je niet op deze manier.

Dag 4

(zondag 30 juli 2006)

Na douchen met hindernissen (af en toe viel de stroom uit) lekker geslapen. De ergste vermoeidheid begint over te raken. Ontbijten, inpakken, spullen achter laten en nog een paar uurtjes wachten. Dan maar weer even naar het centrum voor wat eten en drinken en om de veldflessen te laten vullen met gekookt water. Vanuit milieuoogpunt wordt gevraagd geen flessenwater mee te nemen op de trekkings, maar gekookt water dat je op een aantal plaatsen kunt kopen. Is nog goedkoper dan flessenwater ook en net zo goed.
Met de rugzakken lopen we naar het busstation. We zijn bijna een uur te vroeg. Gelukkig maar, want we hebben zo ongeveer de laatste zitplaatsen. De meeste bagage gaat op het dak, maar wij zetten onze rugzakken in het gangpad. Niet echt handig, maar dan weten we zeker dat ze er niet afvallen. Stipt op tijd rijden we weg, maar al snel stoppen we bij een houthandel. Er gaan dan nog heel veel dikke palen op het dak van de bus. De rit gaat door een leeg en kaal gebergte met af en toe een steile kloof waar de Indus doorheen stroomt. Erg hard gaat de bus niet, maar behalve een kwartier pauze na anderhalf uur rijden we min of meer non-stop door.
Om half vijf zijn we in Likir. Eindelijk: de rugzak mag op! Het is zonnig, maar door de stofwolken niet al te helder en dankzij de wind niet al te heet. Tot onze verbazing moeten we eerst een uurtje over een asfaltweg lopen. Eén auto en een stel locals, dus druk is het niet. Het landschap lijkt sterk op dat wat we uit de bus zagen. Veel foto's maken dus.

Wandelen in het avondlicht. Wandelen in het avondlicht.

Na de pas bij Pobe La zakken we weer onder de 3800 meter en verlaten de weg. Via een smal paadje kronkelen we naar beneden. Soms een koe en soms wat spaarzame distels of andere planten. Het laatste stukje gaat over een onverharde weg en dan zijn we bij Sumdo. Nog een uur voor het donker wordt. Snel de tent opzetten en water voor koffie en avondeten halen bij de snelstromende beek. Een jongetje dat vlakbij woont spreekt zowaar voldoende Engels om een praatje te maken.
Tussendoor nog even wassen en dagboek schrijven. De spaghetaria smaakt klef. De whisky gelukkig niet. Om negen uur verlaten we de sterrenhemel en duiken de tent in. Koud is en wordt het niet: de donzen slaapzak wordt niet gebruikt.

Dag 5

(maandag 31 juli 2006)

Kwart voor acht brandt de zon ons de tent uit. Hanneke heeft vrijwel niet geslapen en ik heb ook wel eens een betere nachtrust gehad. Geen idee hoe dat komt. Binnen het uur lopen we. De brug is alleen met heel veel inbeeldingsvermogen nog een brug te noemen. 

De wiebelende brug. De wiebelende brug.

De jongen van gisterenavond woont aan de overkant en bij zijn oma betalen we de camping. Omgerekend net een euro. Ze wijzen ons het juiste pad en tussen kale bergen lopen we richting Yangtang. Een dorpje waar je drinkwater kunt kopen en waarschijnlijk daarom raadt iedereen ons af om water uit de beek te tappen. We nemen maar geen risico en kopen een paar flessen. Later drinken we overigens wel water uit de beek, want het is erg heet en dan ga je vanzelf erg veel drinken. Eten daarentegen doen we amper.
Naar het klooster van Rizong Gompa gaat eerst langs een brede beek. Veel bloemen en planten, waaronder rozen, salvia's en de gele Clematis die bij ons in de tuin staat. Af en toe wat tegenliggers: de meeste mensen lopen naar het klooster heen en weer als dagetappe. Wij gaan via een andere route verder na het klooster.
Het laatste stuk gaat over een asfaltweg. Ook die staat (nog) niet op de kaart; net zo min als het laatste stuk naar Yangtang. Eén excuus: die weg waren ze nog aan het aanleggen.

Een vrolijke monnik. Een vrolijke monnik.

Het klooster zit tegen de berg ''geplakt''; net Italië, maar dan met andere gebouwen. Ook zit er hier een kloosterschool. De jongetjes vinden het geweldig om op de foto te mogen: ze kunnen immers direct zichzelf op het resultaat zien. Voor het digitale cameratijdperk was de medewerking daarom misschien wel minder.
Na het klooster gaan we de leegte in. Het eerste stuk is redelijk vlak, maar dan begint de klim. Zo'n 600 meter naar de pas van bijna 4.000 meter hoogte. Kleine stapjes en vaak stilstaan. 

Gebedsvlaggen op de pas. Gebedsvlaggen op de pas.

Vooral Hanneke heeft het zwaar. Komt waarschijnlijk vooral door de warmte denk ik. Bovenop een korte pauze en dan naar beneden. Nog steiler. Blij dat we niet vanaf die kant kwamen. Redelijk snel daarna zijn we in Himis Sukpachan. Een klein jongetje brengt ons via allerlei binnendoor weggetjes naar een guesthouse met camping. We besluiten daar de tent op te zetten. 
Er zijn nog een stel andere Nederlanders en we wisselen wat ervaringen uit. Dit onder het genot van veel thee en koekjes. De eigenaresse spreekt geen Engels, maar is wel erg gastvrij. De badkamer is primitief (emmers met water), maar wel erg lekker. Het is dan al bijna zeven uur. We hebben er een wandeldag van 9 uur opzitten. Lang, zwaar, mooi en stoffig. Om een uur of zeven gaan we met z'n allen in de keuken op de grond zitten om te eten. Rijst met groenteprutje; niet helemaal mijn smaak. Wel leuk om letterlijk en figuurlijk een blik in de keuken te werpen. Ruimer, groter en veel meer kookattributen dan verwacht.
Buiten nog wat gedronken en rond half tien naar bed.

Een kijkje in de keuken. Een kijkje in de keuken.

Dag 6

(dinsdag 1 augustus 2006)

Een nacht met veel regen, maar als we om half negen opstaan is het droog. Vrijwel de hele dag blijft het bewolkt. Lekker wandelweer. Na ontbijt rekenen we af. Het bedrag dat je geeft mag jezelf bepalen. We hopen maar dat ons bedrag heel redelijk is.
Een stukje door het dorp slingeren en dan via een vlakte langzaam omhoog. Een stumpa en dan vrij snel daarna dalen. Lastig te bepalen aan welke kant van de berg je moet zijn, maar wij lezen de tekst in ons boek nog eens heel goed en met het kompas schieten we de juiste richting. Later ontmoeten we de twee Nederlanders van gisteren weer en zij hadden fout gegokt en daardoor flink om moeten lopen.

Kale, kleurige bergen. Kale, kleurige bergen.

De afdaling begint steil, maar gaat daarna zeer geleidelijk. Alles wat je daalt, en meer, moet later geklommen worden. Steil omhoog, maar toch minder zwaar dan gisteren. Komt waarschijnlijk door de lagere temperatuur. Bovenop bij de gebedsvlaggen zetten we een kop oploskoffie en lopen dan naar beneden. Een makkelijke lange afdaling, min of meer door een droge beekbedding. Het uitzicht is zoals we in Ladakh hadden voorgesteld: overal gekleurde bergen om ons heen.
Aan het einde in Ang zit een soort koffietentje. Lekkere koude cola. Over een zeer rustige asfaltweg naar Tingsmogang. In anderhalf uur zien we één auto. Links de beek en velden en rechts vooral huisjes. Soms armoedig en vervallen, soms strak in de verf met houtsnijwerk, En altijd vriendelijke mensen die met julee groeten en ons de weg willen wijzen.

Typisch Ladakh: kale bergen en groene dorpjes Typisch Ladakh: kale bergen en groene dorpjes.

Via een andere asfaltweg, zo mogelijk nog stiller, lopen we richting Tea. Voor het eerst is het echt warm vandaag. Gelukkig vinden we een camping, zodat ook Hanneke zich normaal kan wassen. Veel tenten lijken er niet te hebben gestaan in het verleden. De eigenaar spreekt slechts een paar woorden Engels en maakt ons in ieder geval duidelijk dat hij geen eten voor ons heeft. Geen probleem: we hebben alles bij ons.
De zoon van de eigenaar helpt met de tent opzetten en het gebruik van de benzinebrander lokt ook weer wat toeschouwers. Al snel zitten we echter weer samen en om half vijf is de eerste koffie op en het dagboek geschreven. Niet zo'n hele lange wandeldag vandaag.

Hulp bij het opzetten van de tent. Hulp bij het opzetten van de tent.

Na de noodles hebben we zowaar toetje vandaag: een meisje brengt ons een paar handen abrikoosjes. Na de koffie willen we nog een kaartspel van Catan spelen, maar het begint te hard te waaien omdat voor elkaar te krijgen. Sterker nog: het gaat zo hard waaien dat ik de whisky zelfs in de tent opdrink.

Dag 7

(woensdag 2 augustus 2006)

Alweer een dag met veel bewolking. Een zeker omdat we ook nog onder een paar bomen staan worden we niet al te vroeg wakker. Na een ontbijt van hartkeks zijn we om iets over negenen weer op pad. Over de verharde weg slingeren we min of meer om Tea heen. Dan een steile niet al te lange klim naar de pas van Bongbong La. De enige tegenligger is een schaapsherder met zijn kudde. 

Een herder met zijn kudde. Een herder met zijn kudde.

Na een uurtje zijn we bij de gebedsvlaggen op het hoogste punt en dan langzaam dalend een vlakte over. De vallei gaat over in een brede droge rivierbedding en zo komen we rond een uur of twaalf weer bij de verharde weg. De wandeling zit erop.
Duim omhoog en een auto met twee Belgen en een chauffeur stopt. Zij maken een tour langs een aantal gompa's, dus die pakken we mooi gelijk mee. De eerste stop is bij een heel oud complex met een aantal verschillende gompa's. Veel kleurrijke schilderingen en elke Boeddha is anders afgebeeld. Verder veel gebedsmolens en diverse religieuze tekens die ons helaas niets zeggen.
Het tweede complex dat we bezoeken is bij Likir. Vooral bekend vanwege de metershoge staande gouden Boeddha. Erg toeristisch dit complex. De lokale bevolking profiteert sterk van het toerisme, maar ik vraag me af hoe lang Ladakh nog leuk blijft. De meeste wandelpaden worden geasfalteerd, voor steeds meer dingen wordt geld gevraagd en de milieubelasting (vooral van het (drink)water) is aanzienlijk.
In Leh en omgeving heeft het de afgelopen dagen gigantisch geregend, dus de rivieren staan ongekend hoog. Op één plaats moeten we zelfs het water door met de auto. In Leh zelf blijken we een fout gemaakt te hebben: we hebben niet van te voren met de chauffeur over de ritprijs onderhandeld. Dom. Het resulteert in wat ''geschreeuw'', ''gedreig'' en ''geruzie'' van beide kanten en tot slot in een, voor ons, veel te hoge prijs. Aan de andere kant: het gaat maar om een paar euro.
Snel wat eten en drinken en dan naar de hostel. Die blijkt geen kamer meer over te hebben, dus dan maar naar een andere. Spullen uitzoeken, foto's overpompen op de iPod en lekker douchen. We eten Indiaas op het dak van een restaurant en dit is de lekkerste maaltijd die we waarschijnlijk deze vakantie zullen eten. Een bak fruitsalade als toetje maakt het helemaal af.

 

Klik hier om de rest van het reisverslag van deze reis te lezen.

Terug naar hikes buiten Europa.

Terug naar (wandel) vakanties.