Groenland

Inleiding:

In de zomer van 2003 gingen René, Dave en Jan (ze noemen zichzelf ook wel W.A.U.) naar Groenland. Ze wandelden daar onder andere vijf dagen achter elkaar zonder zelfs maar een huis, weg of mens tegen te komen. De andere drie dagen waren dat er overigens ook bijzonder weinig. Wat een land, wat een wandeling! Hieronder het verslag van (opnieuw) een hoogtepunt uit hun wandelleven.

Dag 1

(maandag 18 augustus 2003)

Na Hanneke gedag gekust te hebben neem ik de tram naar Rotterdam Centraal en samen met Dave pakken we de trein naar Schiphol. René is daar ook al en in een nieuw record zijn we in 10 minuten ingecheckt en door de douane heen.
Na een vlucht van tweeëneenhalf uur en anderhalve pot hartenjagen landen we op regenachtig Keflavik. Met de flybus naar Reykjavik. Op de camping de tent proberen op te zetten en toen brak er een tentstok. Gelukkig zat er een kwartiertje lopen verderop een buitensportzaak waar ze de stok konden repareren.
Alsnog de tent opgezet en vervolgens naar de Pizzahut gelopen. Het is dan half zeven, maar voor ons gevoel al half negen en we hebben erg weinig gegeten vandaag. Kortom: veel eten. Het eten smaakt heerlijk, de bananasplit is weer ongekend groot en de bediening is drama: lang wachten, geen bestek, geen servetten en lege glazen. Geeft ons wel de tijd om tussendoor wat te hartenjagen.
Tegen een uur of tien gaan we richting tent en na een klein afzakkertje duiken we de tent in en gaan slapen.

Dag 2

(dinsdag 19 augustus 2003)

Uitgeslapen en met de bus naar het binnenlandse vliegveld in de binnenstad. Een keer onnodig overgestapt op dezelfde buslijn en de rugzakken achtergelaten. Weer terug naar de stad en eerst ontbeten met appeltaart en een dubbele espresso. Vanuit het restaurant zien we een aantal grote foto's en buiten blijkt een prachtige fototentoonstelling (zie ook http://www.yannarthusbertrand.com) te zijn, waar we meer dan een uur doorbrengen en heel veel vakantie-ideeën opdoen.
In een ander tentje drinken we nog wat, kaarten, eten een heerlijk broodje en gaan dan weer naar het vliegveld. Even gewacht, ingecheckt en met een bijna leeg vliegtuig naar Narsarsuaq op Groenland gevlogen. De stewardess gooit een blad met eten om, maar verder gebeuren er geen opvallende dingen onderweg. Het stuk over Groenland vliegen is fantastisch en onze voeten jeuken om te mogen beginnen met de wandeltocht. Als we geland zijn moeten we eerst echter benzine kopen; we moeten immers wel kunnen koken onderweg, Onderweg zullen we immers geen wegen, restaurants of laat staan een benzinepomp tegenkomen. Brandstof vinden kost iets meer tijd dan verwacht, omdat het niet meer op voorraad is bij de toeristinformatie en de benzinepomp alleen om één uur open is. In de supermarkt, een staatswinkel, want voor 160 inwoners een winkel beginnen kan anders nooit rendabel zijn, verkopen ze reinbensin. Waarschijnlijk is dit wasbenzine, maar voor de zekerheid proberen we onze brander eerst even uit. Daarbij breekt de branderkop in twee delen (dit heeft overigens helemaal niets met de soort brandstof te maken), maar gelukkig is de brander nog wel bruikbaar. Dit alles overigens volkomen onverwacht, want ongeveer een maand geleden hebben we er nog ruim een week op gekookt. 
We drinken een laatste, en erg prijzig, biertje op het enige terras van Narsarsuaq en gaan dan op pad. Een uurtje lopen verderop moeten we een ontzettend brede rivier oversteken, maar we hebben een trekker laten regelen die ons tegen betaling overzet. En dan laten we dus echt de beschaving achter ons. Wegen, huizen, auto's en/of mensen zullen we waarschijnlijk voorlopig niet meer zien.
We lopen nog een half uurtje over een keienveld (een droge rivierbedding) en zodra we een mooi plekje voor de tent vinden stoppen we. Het is half zeven; een mooi moment om te gaan eten koken. En na nog een kop oploskoffie drinken we nog een halve liter jenever uit een plastic flesje en eten nog wat pinda's, voor we de tent inkruipen.

Dag 3

(woensdag 20 augustus 2003)

Een nacht slecht geslapen en als we opstaan regent het; niet echt motiverend. Toch staan we om half acht op en als we in de tent ontbeten hebben pakken we alles in en om een uur of negen zijn we, in regenpak en met een regenhoes om de rugzak, op pad. Op pad? Eigenlijk niet, want er loopt helemaal geen pad. Soms een klein stukje over een schapenpaadje, maar over het algemeen bepalen kaart en kompas onze richting. De declinatie is meer dan 30 graden, maar omdat er ook ''noordlijnen'' op de kaart staan waarbij hier rekening mee is gehouden hebben we er niet echt veel last van. Het is overigens wel zwaar lopen zo door het terrein, zeker omdat we ook heel vaak over keien moeten lopen. Maar mooi is het wel! Kale bergen, hier en daar wat lage begroeiing, heel veel watervallen en soms ijsvelden. Al dat water zorgt wel voor het nodige oponthoud: soms moeten we een heel stuk omlopen om geen natte voeten te krijgen. Wel een voordeel: we hoeven geen drinkwater in onze rugzakken te stoppen. 
Als we willen lunchen zetten we even de buitentent op, zodat we even droog en uit de wind kunnen zitten. Het regent overigens niet echt hard, maar tot een uur voor we 's avonds de tent weer opzetten blijft het wel regenen en door de wind voelt het extra guur aan.
Eén van de laatste stukken route van vandaag voert langs een groot ijsveld. Een zeer lastige afdaling, maar beslist niet gevaarlijk, omdat we langs in plaats van over het ijs lopen. Wel zien we daar de grote ijskap van Groenland liggen; magnifiek.

Uitzicht op onze kampeerplek. Uitzicht op onze kampeerplek. 

Een plekje voor de tent vinden kost wat moeite, maar lukt tenslotte toch. Snel alles een beetje uitgehangen om te drogen (en door de harde wind gaat dat best goed) en warme choco gemaakt. Grappig feitje: de hele dag hebben we niets gezien wat er op duidt dat er ooit eerder mensen waren geweest, maar aan de stenen kun je zien dat hier eerder een tent heeft gestaan. Net als in IJsland leg je hier namelijk stenen op je haringen om te voorkomen dat de tent de lucht ingaat.
Na de pastamaaltijd begint het wat te regenen en dus duiken we de tent maar in om na een kopje oploskoffie vroeg te gaan slapen.

Dag 4

(donderdag 21 augustus 2003)

Een nacht met een aantal buien, maar we staan droog op en afgezien van een paar kleine spatjes in de middag blijft het de hele dag droog. Wel waait het hard, wat als voordeel heeft dat de tent droog (en dus een stuk lichter) de rugzak ingaat. 
Ook nu zijn we iets over negenen weer onderweg. In eerste instantie is de route niet zo heel zwaar. Bij een brede beek moeten voor de eerste keer deze reis de schoenen uit en de teva's aan. Dan ben je overigens wel blij dat het droog is, want in de regen omkleden en afdrogen is alles behalve aangenaam. Na de oversteek een hoop klimmen. Gelukkig niet een echt moeilijke klim, maar omdat er dus totaal geen paden zijn is het toch redelijk pittig. In de verte zien we wat kleine ijsbergen in een meertje drijven, maar gaan toch de andere kant op. We hebben een soort ''einddoel'' voor ogen en omdat dat ook een ijsbergenmeer is, durven we deze wel rechts te laten liggen.

Heel veel water(vallen) op Groenland. Heel veel water(vallen) op Groenland. 

Een lekker lange pauze met soep en hartkeks en verder lopen langs meertjes. Soms wat hoger en soms wat lager. Een lange afdaling over vooral grote keien die lastig te belopen zijn en dan zijn  we in een dal. Het is daar erg moerassig en het stikt van de vliegen. Gelukkig vinden we een kampeerplekje op een grote open vlakte (in het voorjaar stroomt daar vast smeltwater) waar het wat waait, zodat we toch niet al te veel last hebben van de insecten. Ook nu moeten er weer grote stenen op de haringen. We hebben echt een perfecte tunneltent voor ons drieën, alleen is tie wel erg windgevoelig.
Na eerst een borrel gedronken te hebben gaan we eten, koffie drinken en dan gaat ook de laatste rum er aan. En ondanks de heerlijke pasta, door onszelf geïmporteerd uit Schotland, eten we ook nog een zak borrelnoten leeg.

Dag 5

(vrijdag 22 augustus 2003)

Als we opstaan is het windstil en de lucht is strakblauw. Perfect wandelweer en dat zou de hele dag zo blijven. Zelfs de korte broek gaat geruime tijd aan. Als we zijn opgestapt beginnen we gelijk met een rivierdoorsteek. Jammer genoeg is de ''hoofdrivier'' hier echter te breed om over te steken, want we willen eigenlijk naar de andere kant. We zullen het nog diverse malen proberen, maar pas na de middag lukt het. Weliswaar zijn we dan tot (en met) onze onderbroek nat, maar omdat het daar niet al te hard stroomde leverde dat geen echt grote problemen op. Lastiger was dat het rivierwater zo blauw (van de mineralen van het smeltwater van de gletsjer) was, dat je niet kon zien hoe diep het water was of wat er op de bodem lag. 

De rivier die zo moeilijk te passeren was. De rivier die zo moeilijk te passeren was. 

Voor we echter aan de overkant waren hadden we eerst nog een pittige klim. René had daar het gevoel dat hij daar dood zou gaan. Waarschijnlijk had hij een iets andere route genomen dan Dave en ik (René klimt iets langzamer dus wij liepen een klein stukje vooruit), want wij ervoeren het wel als een lastige, maar beslist niet als een enge klim. Enige tientallen meters naar links of naar rechts op zo'n helling kan blijkbaar een hoop verschil maken.
Na die klim verder vooral vlak lopen vandaag. Merendeels langs de rivier die we maar niet overgestoken kregen. Soms door een moerassig gebied en soms een klein stukje klimmen of dalen. En natuurlijk heel veel foto's en dia's maken, want met de zon er op komen de mooiste kleuren in het landschap tevoorschijn.
Zowaar eten en drinken we deze dag voldoende: 4 pakjes hartkeks, 3 pakken spaghetaria, 3 liter poederlimonade en 1 chocoladeletter met z'n drieën en daarnaast nog wat water, koffie en cup-a-soup; de meeste wandeldagen doen we het met een stuk minder.
Het laatste stuk van de dag lopen we over een goed begaanbaar schapenpaadje en zien we voor ons de gletsjers liggen. Onbewust versnellen we ons tempo, want o wat is tie mooi! Blauw en glimmend. Niet te beschrijven, maar als ik zeg dat we ongeveer een fotorolletje per persoon vol schieten dan zegt dat waarschijnlijk wel voldoende. Die foto's maken we overigens voornamelijk vanaf onze kampeerplek: we slapen namelijk aan het meer (of eigenlijk: de zeearm) waarin de gletsjer uitmondt. Er drijven heel veel ijsschotsen in, maar toch is het water brak.

De zeearm waarin de gletsjer afbreekt. De zeearm waarin de gletsjer afbreekt.

Als de tent staat gaan we vooral genieten van het uitzicht en.... halen we ijs voor in de apfelcorn. Af en toe schrikken we ons helemaal rot, want als er een stuk van de gletsjer afbreekt geeft dat een enorme knal. Wel een geweldig gezicht en geluid overigens!
Lekker pasta eten, koffie drinken, jenever drinken (we lijken wel alcoholisten in dit verhaal, maar ter geruststelling: in ruim een week tijd hebben we nog geen liter drank per persoon gedronken), pinda's eten en vooral: genieten van de gletsjer. Vooral als er stukken afbreken is dat echt fantastisch. Ook zien we nog een stel zeehonden zwemmen tussen het ijs.
Kortom: een avond om nooit meer te vergeten op één van de mooiste plekjes waar we ooit hebben en zullen kamperen.

Eén van de mooiste plekjes waar we ooit hebben en zullen kamperen. Eén van de mooiste plekjes waar we ooit hebben en zullen kamperen.

Dag 6

(zaterdag 23 augustus 2003)

We staan redelijk vroeg op en pakken alles in, maar laten de tent nog even staan. Na het ontbijt gaan we namelijk de berg naast de gletsjer beklimmen. Het is een pittige en lange klim. Ruim 600 meter omhoog met een aantal lastige stukjes. Vooral de grote losse keien lopen niet echt makkelijk.
Bovenop liggen een paar spiegelende meertjes en dan hebben we uitzicht op de gletsjer. Wat een waanzinnig gezicht! Het is een uitloper van de grote gletsjer die bijna heel Groenland bedekt en beneden in het meer uitmondt. We zien heel veel blauw ijs (ijs dat zo hard is samengeperst dat alle zuurstof er uit is en daarom zo blauw wordt) in de meest bizarre vormen. Onze camera's maken overuren en we blijven meer dan een uur boven. Het zonnetje maakt het aangenaam toeven en de foto's (hopelijk) erg mooi.
Via een wat makkelijkere route gaan we naar beneden en dan is het tijd voor lunch: hartkeks en cup-a-soup. We pakken de laatste spulletjes in en lopen dezelfde route als gisteren, maar dan terug. Een prima begaanbaar schapenpaadje met heel weinig hoogteverschillen. En zowaar ook weer een teken van eerdere menselijke aanwezigheid: een verlaten hutje.
Dave heeft wat last van zijn rug en René is redelijk moe van de klim van vanmorgen, daarom besluiten we na ruim twee uur wandelen, op het punt waar we de ''heenwegroute'' verlaten, een plekje voor de tent te gaan zoeken. Ook nu blijkt dat onze tent toch weer groter is dan we denken, want op het plekje wat we in gedachten hebben past de tent maar net. En terwijl René en ik, zoals altijd, de tent opzetten zorgt Dave, ook zoals altijd, voor een heerlijk kopje koffie.
Het voelt buiten vrij guur aan door de harde wind en daarom zitten we al snel in de tent. 

Onze kok Dave in actie. Onze kok Dave in actie.

De pastamaaltijd van vandaag (kaas-paprika) is alles behalve lekker en na drie happen per persoon te hebben genomen besluiten we de rest weg te gooien. Gelukkig hebben we nog één zak borrelnoten in de rugzak zitten. En omdat het zo koud is gaan we daarna maar vroeg slapen.

Dag 7

(zondag 24 augustus 2003)

Om een uur of acht staan we op. De lucht is grijs, maar niet regenachtig en dat zou de hele dag zo blijven. Omdat er een koude wind staat lopen we wel vrij veel in de fleecetrui en niet in t-shirt deze dag.
We starten met een klim van 500 meter. Het kost meer dan een uur om boven te komen, maar behalve lang en zwaar valt het allemaal wel mee. Het is niet eng en door de kloof waar water doorheen stroomt en waar af en toe een waterval te bewonderen valt is het allesbehalve een vervelende klim.

Veel kloven in het landschap. Veel kloven in het landschap. 
   
En hele mooie vergezichten. En hele mooie vergezichten. 

Bovenop een hoogvlakte en tijd voor een pauze. De afdaling is erg lang, maar opnieuw niet vervelend of steil. Alleen onderaan komen we in de beschaving: er staan een paar huisjes en er lopen wat kinderen. Ook lopen we vanaf dat moment over een onverharde weg en een weemoedig gevoel maakt zich dan meester van ons. Het voelt een beetje of de wandeling er op zit en het stuk wat volgt erg saai is. Onzin, want het is nog steeds heel erg mooi, alleen zijn we niet meer zo op onszelf aangewezen als de rest van de wandeling. En ook de wetenschap dat misschien wel de helft van onze voetafdrukken zijn gezet op plaatsen waar waarschijnlijk nog nooit een mens heeft gestaan is hier niet meer van toepassing.
Als later de tent weer op een prachtig plek aan de baai staat weten we de zaak weer aardig te relativeren. Ook dit Groenland is namelijk meer dan mooi!
Voor het zover is hebben we nog een brug over een rivier, een doorsteek waarbij de teva's weer aan moeten en een paar (onbewoonde?) huisjes meegemaakt. We blijven langs de baai lopen en zien daarin een paar prachtige ijsbergen drijven. Een paar kilometer voor Narsarsuaq vinden we dan ons kampeerplekje en een stroompje met drinkwater. Dit stuk was echt het enige stuk van de route waar we niet om de paar honderd meter drinkwater tegenkwamen. Tijd voor koffie en als de wind ook nog wat afneemt kunnen we lekker lang buiten zitten om te eten, koffie te drinken en ons laatste beetje jenever op te drinken. Om een uur of negen duiken we dan toch de tent in.

Dag 8

(maandag 25 augustus 2003)

Om iets over zeven staan we op en ruim een uur later lopen we weer op de onverharde weg. Zowaar komen we een tegenligger in de vorm van een trekker tegen. Ook lopen we langs een heleboel rechtopstaande palen van een paar meter hoog, waarvan we geen idee hebben waarvoor ze dienen. En na nog een laatste huisje gepasseerd te zijn komen we weer bij de brede rivier. We hebben geen geld (en zin) om ons over te laten zetten en gaan er dus doorheen. Hand in hand om steviger te staan, we worden nat tot (en met) ons kruis, hebben het gevoel dat onze tenen er af vriezen, maar tenslotte staan we aan de overkant van de circa 50 meter brede smeltwaterrivier. Eerst opwarmen. Gelukkig gaat dat prima vandaag, want we hebben strakblauwe lucht en zon. Jammer van de harde wind, maar we mogen natuurlijk helemaal niet klagen over het weer wat we op Groenland hebben gehad.
We lopen, bij Narsarsuaq vandaan, een stuk over een asfaltweg, die later overgaat in een onverhard pad. Het waait te hard om bovenop te kamperen dus onderaan de berg laten we de rugzakken achter en klimmen dan zeer steil over een veelbelopen pad. Bovenop zien we een gletsjer liggen en na een stuk afdalen kunnen we hem bijna aanraken. Misschien iets minder mooi dan de gletsjer waar we eerder gekampeerd hebben, maar het blijft een geweldig gezicht en ook hier maken de camera's overuren.
Na de laatste Snickers te hebben genuttigd lopen we terug naar de rugzakken. Om een uur of vier zijn we daar en eigenlijk zit de reis er dan op: het is nu eigenlijk alleen nog maar wachten tot we thuis zijn. Door wat te drinken, eten, drinken en kletsen gaat de tijd toch nog redelijk snel, alleen liggen we, vanwege de harde wind, weer vroeg in bed.

Dag 9

(dinsdag 26 augustus 2003)

Een nacht met ontzettend harde wind en daardoor hebben we vrijwel niet geslapen; de tent klapperde te hard. Om een uur of zeven staan we op en lopen richting Narsarsuaq. Om kwart over negen zijn we er. De wandeling zit er nu écht op.  
Van onze laatste Deense kronen een kop koffie gedronken in het café en een zak chips in de supermarkt gekocht en toen maar naar het vliegveld gegaan. Het duurt dan nog ongeveer vijf uur voor onze vlucht gaat. We doodden de tijd met kaarten, drinken, eten (eerst chips, dan hartkeks en als tenslotte de shop opengaat hotdogs), kletsen en niets doen. Toch gaat de tijd best snel.
Om een uur of vier vliegen we. We verlaten Groenland; het land van het zuiverste water wat we ooit zullen drinken en van de schoonste lucht die we ooit zullen inademen.
In een bijna leeg vliegtuig (er zitten circa 25 personen in), met in het begin ontzettend veel turbulentie en twee uur later landen we op zonnig Reykjavik. Daar een paar minuten op de bus gewacht en na een tussenstop bij de Pizzahut (net zo lekker en weer net zo'n dubieuze bediening als op de heenweg), zijn we om een uur of tien op de camping.
Na nog een klein afzakkertje uit de belastingvrij aangeschafte Ameretto duiken we voor de laatste keer deze vakantie de slaapzak in. Het is zo'n twaalf graden, dus opnieuw een erg warme nacht.
Jammer: Dave heeft geen stukje voor de bonte avond voorbereid, terwijl zijn rugzak vandaag toch nog steeds twee kilo zwaarder was dan de onze en wij dus hooggespannen verwachtingen hadden!

Dag 10

(woensdag 27 augustus 2003)

Om half vijf loopt de wekker af en een half uurtje later zitten we in de flybus. Supersnel ingecheckt, nog wat gegeten, gedronken en geshopt. Daarbij een prachtig fotoboek over IJsland gescoord; daar was ik (als giga-IJslandfan) al heel lang naar op zoek, maar ik was er nog nooit één naar m'n zin tegengekomen.  Een vlucht van nog geen drie uur. Weinig passagiers en een stoel bij de nooduitgang, dus weer veel beenruimte.
Op Schiphol moeten we drie kwartier wachten op de bagage, dan nog een laatste kopje koffie voor we afscheid van René nemen en de trein naar Rotterdam pakken. Op Beurs ook Dave gedag gezegd en na een tussenstop om mijn diarolletjes weg te brengen (lekker: komende zaterdag zijn ze klaar) pak ik de tram naar huis. Gelukkig: Hanneke is ook al thuis.
En verder? Vrienden, bedankt! Ik kijk nu al uit naar Patagonië!


Terug naar hikes buiten Europa.

Terug naar (wandel) vakanties.